Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemert-Bakel

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Gemert-Bakel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemert-Bakel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Gemert-Bakel
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Gemert-Bakel 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201405-09-2017nieuwe regeling

19-12-2013

Gemeenteblad, 2013, 55

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Gemert-Bakel

De raad van de gemeente Gemert-Bakel,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 november 2013;

 

gelet op artikel 212 van de gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen:

 

de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Gemert-Bakel.

Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Gemert-Bakel en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

1. Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Artikel 3 Planning- en controlcyclus

Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de begrotingsnota, de tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming.

Artikel 4 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma’s en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma’s.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 5 Begrotingsnota

Het college biedt voor 15 juni aan de raad een begrotingsnota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp-begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.

Artikel 6 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de begroting geautoriseerd.

  • 3.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 7 Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages (twee financiële bijstellingen) over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2.

    De tussentijdse rapportages gaan in op afwijkingen ten opzichte van de programmabegroting, zowel wat betreft de lasten en de baten, de risico’s die de gemeente loopt en het verloop van de reserves en de voorzieningen.

  • 3.

    De inrichting van de voortgangsrapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4.

    Het college is bevoegd over de post onvoorziene uitgaven te beschikken tot een bedrag van € 5.000 per uitgave onder de voorwaarde dat de uitgave onuitstelbaar, onvermijdbaar en onvoorzien is. Door middel van de financiële bijstellingen legt het college verantwoording af aan de raad van de genomen besluiten.

2. Financieel beleid

Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Het college doet voorstellen aan de raad met betrekking tot de wijze waarop vaste activa worden gewaardeerd en afgeschreven.

  • 2.

    De voorstellen bevatten in elk geval regels voor de waarderingsgrondslag, de methode van afschrijven en een overzicht van de afschrijvingstermijnen.

  • 3.

    De raad stelt de regels voor de waardering en afschrijving op vaste activa vast.

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van bestemmingsreserves en voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing, reinigings- en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het rentetotaal van de opgenomen (langlopende en kortlopende) leningen, van kasgeld en bankkosten en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen. Deze uitkomst wordt verminderd met de rente die via een vast rentepercentage wordt toegerekend aan investeringen. De resterende rentelast wordt gedeeld door 1% van de boekwaarde van de investeringen, waaraan nog geen rente is toegerekend. Deze uitkomst is het renteomslagpercentage.

Artikel 10 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1.

    Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rechten en heffingen.

  • 2.

    Het college biedt eens in de 4 jaar de raad een nota aan met de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende goederen en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons. De raad stelt de nota vast.

  • 3.

    De hoogte van de gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen voor de door de gemeente verstrekte diensten, wordt door de raad bij verordening vastgesteld.

  • 4.

    De besluiten voor het vaststellen van nieuwe prijzen en het wijzigen van prijzen worden ter kennisneming aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2.

    Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    • a.

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend volgens de bepalingen, opgenomen in de Wet Financiering decentrale overheden (Wet fido);

    • b.

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen met minimaal een AA-rating afgegeven door tenminste twee gezaghebbende rating agency’s, of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0%;

    • c.

      overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is;

    • d.

      het gebruik van derivaten is niet toegestaan;

    • e.

      voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan 1 jaar worden tenminste 3 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

    • f.

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro.

  • 3.

    Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

Artikel 12 Risicomanagement

  • 1.

    Het college biedt eens in de vier jaar de raad een notitie aan met de kaders voor het risicomanagement. De raad stelt de notitie vast.

  • 2.

    In deze notitie wordt ten minste de toprisico’s alsmede de borging van het risicomanagement opgenomen.

3. Financieel beheer en interne controle

Artikel 13 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 14 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 15 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

4. Financiële organisatie

Artikel 16 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie. Hierbij wordt rekening gehouden met het door de gemeenteraad vast te stellen bedrag dat maximaal aan de bouwgrondexploitatie mag worden toegerekend.

Artikel 17 Inkoop en aanbesteding

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van goederen, werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels hierover van de Europese Unie.

Artikel 18 Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg en legt vast de interne regels voor de toekenning van steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels hierover van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Gemert-Bakel.

Artikel 19 Hardheidsclausule

De raad kan voor bepaalde gevallen de verordening (met inachtneming van artikel 212 van de Gemeentewet) buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

5. Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2014.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Gemert-Bakel 2009” vastgesteld door de raad op 8 januari 2009, laatstelijk gewijzigd op 5 februari 2009.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam ”Financiële verordening gemeente Gemert-Bakel 2014”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Gemert-Bakel d.d. 19 december 2013.

de raad voornoemd,

P.G.J.M. van Boxtel Drs. J. van Zomeren

griffier voorzitter