Organisatie | Gemert-Bakel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Inburgering |
Citeertitel | Verordening Inburgering |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Dit betreft een ongewijzigde versie van deze regeling. De eerdere versie is abusievelijk administratief op 1-1-2013 ingetrokken
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 19-03-2020 | nieuwe regeling | 21-11-2013 Gemeenteblad, 2013, 36 | Onbekend | |
01-01-2014 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 21-11-2013 | Onbekend |
De raad van de gemeente Gemert-Bakel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2013;
gelet op de bepalingen van de artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24e, 24f en 35 van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikel X van de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering (Stb. 2012, 430);
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
college: het college van burgemeester en wethouders;
wet: de Wet inburgering zoals deze luidde op 31 december 2012;
de wetswijziging: de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheidvan de inburgeringsplichtige (Stb. 2012, 430);
WEB: Wet Educatie en Beroepsonderwijs;
inburgeringsplichtige: persoon, bedoeld in artikel X, 2e tot en met 5e lid van de wetswijziging en die woonachtig is in de gemeente Gemert-Bakel;
voorziening: een (duale) inburgeringsvoorziening als bedoeld in artikel 19, derde lid, van de wet;
inburgeringsvoorziening: een voorziening als bedoeld in artikel 19, derde lid, van de wet, die toe leidt naar het inburgeringexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal of II, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder c, van de WEB en die het eenmaal kosteloos afleggen van het desbetreffende examen omvat;
gecombineerde voorziening: een inburgeringsvoorziening, gecombineerd met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de wet;
participatievoorziening: opleiding educatie, inburgeringsvoorziening of re-integratie-voorziening;
inburgeringsexamen: het examen, zoals bedoeld in artikel 13 van de wet;
staatsexamen: de opleidingen, zoals bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel c, van de WEB;
trajectprijs: de prijs van een participatievoorziening bestaande uit een optelsom van de afzonderlijke prijzen van de benodigde modules conform het trajectplan;
uitkeringsgerechtigde: iemand die algemene bijstand ontvangt, dan wel een van de bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 19, vierde lid van de wet, aan te wijzen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen.
Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening
Artikel 2.1 Inburgeringsaanbod
Het college biedt een inburgeringsvoorziening aan de inburgeringsplichtige, te weten:
Artikel 2.3 Overige vergoedingen
Voor een reisafstand tot 10 km vanaf het woonadres wordt aan de inburgeringsplichtigeals bedoeld in het vijfde lid geen reiskostenvergoeding toegekend. Deze inburgeringsplichtige wordt geacht deze afstand met een fiets te kunnen overbruggen, tenzij er een medische noodzaak is dat de inburgeringsplichtige zich niet met een fiets kan vervoeren. Een medische noodzaak wordt aangetoondmiddels een door het college op te vragen medisch advies, welke opgevraagd kan worden bij een door het college aangewezen instantie. De hoogte van de reiskostenvergoeding wordt dan vastgesteld conform het zevende of achtste lid.
Voor een reisafstand vanaf 10 km vanaf het woonadres kan aan de inburgeringsplichtigeals bedoeld in het vijfde lid, een reiskostenvergoeding verstrekt worden op basis van de tarieven van het openbaar vervoer. Daarbij wordt uitgegaan van de dichtst bij het woonadres zijnde halte van het openbaar vervoer.
Wanneer de inburgeringsplichtige tegelijkertijd met andere personen kan reizen met een eigen auto of een auto van een derde, waardoor deze wijze van reizen goedkoper is dan de reiskostenvergoeding op basis van de tarieven van het openbaar vervoer, geldt er voor deze wijze van reizen een reiskostenvergoeding conform het achtste lid.
Wanneer de inburgeringsplichtige als bedoeld in het vijfde lid door een medischenoodzaak geengebruik kan maken van het openbaar vervoer en daardoor noodzakelijk gebruik moet maken van een eigen auto of een auto van een derde, bedraagt de vergoeding vanaf het woonadres € 0,19 per km, gebaseerd op de richtprijs van de Belastingdienst voor een onbelaste vergoeding per kilometer. Een medische noodzaak wordt aangetoond middels een door het college op te vragen medisch advies, welke opgevraagd kan worden bij een door het college aangewezen instantie.
Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening
Artikel 3.1 De procedure van het doen van een aanbod
Het college doet schriftelijk het aanbod, zoals bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 2.1, in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.
Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete
Artikel 4.1 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt maximaal € 125,00 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtige is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.
De bestuurlijke boete bedraagt maximaal € 250,00 indien de inburgeringsplichtige geen ofonvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 2.5 van deze verordening.