Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement Adviescommissie Maatschappelijke Organisaties |
Citeertitel | Reglement Adviescommissie Maatschappelijke Organisaties |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeelsbeleid |
Geen
Provinciewet, art. 82
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2014 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 21-01-2014 Provinciaal Blad, 2014, 4 | onbekend |
Gedeputeerde Staten van Limburg, hierna te noemen ‘het college’, stellen een Adviescommissie Maatschappelijke Organisaties in, hierna te noemen ‘commissie’.
Voor de monitoring en evaluatie van de erkende maatschappelijke organisaties en evaluatie van de Nadere Subsidieregels Maatschappelijke Organisaties 2014-2016 ten behoeve van een afgewogen besluitvorming door het college inzake een eventuele verlenging van de subsidieregeling voor maatschappelijke organisaties, laat het college zich adviseren door een onafhankelijke adviescommissie.
Artikel 3 Selectie, samenstelling, benoeming en tijdsduur lidmaatschap
Kandidaten voor een onafhankelijk voorzitterschap of lidmaatschap van de commissie worden geworven op basis van een gerichte selectie vanuit de Provincie Limburg. De kandidaten zijn onafhankelijk. Dat wil zeggen dat ze geen deel uitmaken van een bestuursorgaan van de Provincie Limburg en ze ook niet werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de Provincie Limburg.
Het lidmaatschap van de commissie kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd, door schriftelijke kennisgeving aan het college. Wanneer een lid gedurende lange tijd niet voldoende functioneert, kan het college, gehoord de voorzitter en de ambtelijk secretaris, het commissielidmaatschap van het desbetreffende lid tussentijds beëindigen.
Bovenal hebben de leden van de commissie een inspanningsverplichting om, voor zowel de commissie als de Provincie Limburg op een adequate wijze, door afdoende afgewogen inhoudelijke beoordelingen, tijdig maar vóór 1 oktober 2015, onderbouwd advies te geven ter optimale voorbereiding van de betreffende besluitvorming door het college.
Om bovenstaand te realiseren, dient de commissie zich aan de volgende hoofdtaken te houden:
De adviserende taakstelling richting college van de commissie betreft:
Inhoudelijke en integrale boordeling van de Nadere Subsidieregels Maatschappelijke Organisaties 2014-2016 op de wijze zoals deze staat beschreven in het Beleidskader Maatschappelijke Organisaties 2014-2016, en advisering inzake de werkbaarheid van voornoemde regeling zowel voor de maatschappelijke organisaties als ook de Provincie Limburg.
De commissie levert aan het einde van het evaluatietraject (vóór 1 oktober 2015) voor elke maatschappelijke organisatie afzonderlijk een advies aan het college. Het college mag van het gegeven advies afwijken. Tevens levert de commissie op dat moment ook haar advies over de werkbaarheid van de Nadere Subsidieregels Maatschappelijke Organisaties 2014-2016. Ook van dit advies mag het college afwijken.
Artikel 5 Werkwijze vergaderingen
De commissie neemt in haar huishoudelijk reglement op dat de voorzitter en/of commissieleden zich in bepaalde gevallen onthouden van deelname aan vergaderingen, advisering en/of stemming indien het een aangelegenheid betreft die hen persoonlijk aangaat of indien het gaat om een instantie waarvan zij (bestuurs)lid zijn of waaraan zij op enigerlei wijze verantwoording schuldig zijn.
De leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor het voorbereiden en het bijwonen van de vergaderingen van de commissie, het deelnemen aan de monitoringsgesprekken, en voor de gemaakte reiskosten, op grond van de “Verordening regelende de geldelijke en andere rechtspositionele voorzieningen ten behoeve van gedeputeerden, staten- en commissieleden Provincie Limburg 2012”. Voor de verslaglegging van een activiteitenbezoek aan de maatschappelijke organisaties is een bedrag beschikbaar van € 22,50 per verslag, met een maximale vergoeding van 10 verslagen per jaar per commissielid per maatschappelijke organisatie die wordt bezocht.
Het college kan dit reglement te allen tijde wijzigen, nadat de commissie over de wijziging(en) is gehoord.