Organisatie | Renswoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet Kinderopvang Renswoude |
Citeertitel | Verordening Wet Kinderopvang |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Afdeling Algemene Zaken |
Geen
Art. 25 Wet Kinderopvang en art. 149 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2005 | 01-01-2012 | Onbekend | 01-02-2005 Heraut, 21.02.2005 | 57 |
§ 2. VASTSTELLING NOODZAAK VAN KINDEROPVANG OP GROND VAN SOCIAAL-MEDISCHE INDICATIE
Artikel 2 Te verstrekken gegevens
1. Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie als bedoeld in artikel 23 van de wet bevat in ieder geval de volgende gegevens:
a. naam en adres van de ouder;
b. indien van toepassing: naam van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
c. naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;
d. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
Artikel 4 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:
a. de geldigheidsduur van de indicatie;
b. de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht.
Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen indien:
a. de ouder en de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen; of
b. de ouder of de partner niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel k of l van de wet.
§ 3. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 6 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:
a. naam, adres en sofi-nummer van de ouder;
b. indien van toepassing: naam en sofi-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
c. naam, geboortedatum en sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;
d. een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;
e. gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet ;
f. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
§ 4. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING
Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet .
Artikel 11 Omvang van de kinderopvang
2. In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.
Artikel 12 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:
a. de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;
b. de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;
c. de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;
d. de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;
e. de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;
Onder toepassing van artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet treedt deze verordening in werking 3 dagen na haar bekendmaking, met dien verstande dat paragraaf 2 van deze verordening in werking treedt zodra de artikelen 6, eerste lid onder k en artikel 23 van de wet in werking treden.