Organisatie | Langedijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
Deze regeling is vervangen door de Verordening toeristenbelasting 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 16-12-2014 | Onbekend. | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 17-12-2013 Gemeenteblad GB 30122013, nr. 4928 | R 17122013 GB 30122013, nr. 4928 |
De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2013, nummer 73; gelet op artikel 224 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2014 (Verordening toeristenbelasting 2014)
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisadministratie personen zijn ingeschreven.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
3. van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
1. De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is de maatstaf van heffing, ingeval van een seizoenplaats, het aantal plaatsen per maand.
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder seizoenplaats de ruimte waar gedurende een seizoen of een jaar exclusief verblijf wordt gehouden.
1. Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting € 0,67.
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief per seizoenplaats als bedoeld in artikel 4, tweede lid, per maand € 12,58.
1. De belastingplichtige aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt is gehouden binnen een maand na afloop van het kwartaal de aangifte te doen.
2. De belastingplichtige aan wie niet binnen veertien dagen na afloop van het kwartaal een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen een maand na afloop van het kwartaal bij de heffingsambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.
Artikel 9 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van de aanslagbiljet.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen Inspecteur, zoals bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a, van de Gemeentewet.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De “Verordening toeristenbelasting 2013” van 18 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
4. Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening toeristenbelasting 2014”.