Organisatie | Gemert-Bakel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Toeslagen en Verlagingen WWB |
Citeertitel | Verordening Toeslagen en Verlagingen WWB |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | WWB |
Ingevolge het overgangsrecht van de WWB geldt deze regeling krachtens artikel 78z, lid 6 van de WWB tot 1 juli 2015 al regeling op grond van artikel 8a van de Particiaptiewet
Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-07-2015 | nieuwe regeling | 21-11-2013 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);
college: het college van burgemeester en wethouders;
gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet;
woning: een woning zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, en een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de wet;
1) indien een huurwoning wordt bewoond: de per maand geldende huurprijs zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel d, Wet op de huurtoeslag;
2) indien een eigen woning wordt bewoond: de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;
Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en voor de alleenstaande ouder die met een of meer anderen het hoofdverblijf in dezelfde woning heeft en die als gevolg daarvan de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan kan delen.
Voor de toepassing van dit artikel worden thuisinwonende kinderen van 18 jaar of ouder die een in aanmerking te nemen inkomen hebben van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000, niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag
Artikel 7. Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar
De verlaging bedoeld in artikel 29 van de wet wordt zodanig vorm gegeven dat de van toepassing zijnde bijstandsnorm vermeerderd met een toeslag als bedoeld in artikel 3 voor een alleenstaande van 21 of 22 jaar, in afwijking van het gestelde in artikel 3, maximaal gelijk is aan 75% van het voor de betreffende leeftijd geldende minimumloon als bedoeld in artikel 8 derde lid van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag verminderd met de daarover verschuldigde loonheffing en de daarover verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet.