Organisatie | Leeuwarden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening clientenparticipatie Wet sociale werkvoorziening gemeente Leeuwarden 2014 |
Citeertitel | Verordening clientenparticipatie Wet sociale werkvoorziening gemeente Leeuwarden 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | - |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2014 | Nieuwe regeling | 06-01-2014 Huis aan Huis; 15 januari 2014 | - |
Verordening Cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening gemeente Leeuwarden 2014
In deze verordening wordt verstaan onder:
belangenorganisaties: organisaties die de belangen van cliënten of mede de belangen van cliënten behartigen;
bestuur: het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werk-
cliënten: personen die een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste
lid van de wet vervullen alsmede personen met een inicatiestel-
ling als bedoeld in artikel 11, eerste lid Wsw, alsmede hun wettelijk vertegenwoordiger;
cliëntenraad: cliëntenraad sociale werkvoorziening;
GR: Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening ‘Frys-
wet: Wet sociale werkvoorziening (Wsw).
Artikel 2 Doelstelling cliëntenraad
De cliëntenraad heeft tot taak om desgevraagd of uit eigen beweging het bestuur te adviseren over alle aangelegenheden van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering die betrekking hebben op het terrein van de wet en van invloed zijn op de positie van de cliënten.
Artikel 3 Samenstelling cliëntenraad
Artikel 4 Voordracht en benoeming leden
Artikel 5 Ambtelijk secretaris
Artikel 6 Onafhankelijk voorzitter
Artikel 7 Overleg bestuur en cliëntenraad
Artikel 9 Werkwijze cliëntenraad
Artikel 10 Informatievoorziening
Artikel 11 Facilitering cliëntenraad
Artikel 12 Wijziging en intrekking verordening
Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat de cliëntenraad daarover is gehoord.
Artikel 13 Onvoorziene situaties
In alle andere gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.
Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening gemeente Leeuwarden 2014”.
Deze verordening treedt in werking 1 dag na publicatie.
De Verordening Cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening gemeente Leeuwarden, vastgesteld op 23 juni 2008, en de Verordening Cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening gemeente Boarnsterhim, vastgesteld op 24 juni 2008, worden gelijktijdig met inwerkingtreding van deze verordening vervallen verklaard.
De vervallenverklaring van de in lid 3 genoemde verordeningen geldt voor zover deze van kracht zijn voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Leeuwarden zoals dat per 1 januari 2014 is ontstaan, op grond van de Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân.
TOELICHTING Verordening Cliëntenparticipatie Wsw gemeente Leeuwarden 2014
Op 1 januari 2008 is de nieuwe Wet sociale werkvoorziening (Wsw) in werking getreden. De Wsw-geïndiceerde (cliënt) staat centraal in de uitvoering van de nieuwe Wsw. Om die reden vindt de Tweede Kamer cliëntenparticipatie belangrijk en onmisbaar. In de Wsw is daarom geregeld dat de gemeenteraad bij de verordening regels stelt over de manier waarop cliënten betrokken worden bij de uitvoering van de Wsw. In artikel 2, derde lid van de Wsw is daarom bepaald dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:
a. periodiek overleg wordt gevoerd met deze ingezetenen of hun vertegenwoordigers;
b. deze ingezetenen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
c. zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
De gemeenten hebben inmiddels de nodige ervaring opgedaan met cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Het derde lid komt nagenoeg overeen met artikel 47 van de WWB en biedt flexibiliteit in keuzemogelijkheden om organisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie in te vullen. Gemeenten zijn tot op zekere hoogte vrij in de keuze van de manier waarop zij cliëntenparticipatie wensen te organiseren. Echter, aangezien de wettelijke minimumeisen vrijblijvende vormen van cliëntenparticipatie als een klantenpanel of klanttevredenheidsonderzoek uitsluiten, is een cliëntenraad - met adviserende taken en bevoegdheden - de meest voor de hand liggende vorm om invulling te geven aan de wettelijke verplichting. Daarbij kan de gemeenteraad zelf bepalen hoe de cliëntenparticipatie zich verhoudt tot de wettelijk georganiseerde inspraak en medezeggenschap van Wsw-werknemers op grond van de Wet op de ondernemingsraden (Wor).
De gemeenten Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf hebben de uitvoering van de Wsw opgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling SW ‘Fryslân’ (GR). De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hebben dan ook besloten een gezamenlijke cliëntenraad in te stellen die het bestuur van de GR adviseert.
De cliëntenraad WSW (cliëntenraad) behartigt de belangen van alle Wsw-geïndiceerden bij de lokale invulling van het Wsw-beleid. De bedoeling is de cliëntenraad te betrekken bij de voorbereiding van het beleid. Het beleidsterrein voor advisering strekt zich uit over beleidsvoorstellen, verordeningen, nota’s, gevolgde procedures, inzet van voorzieningen (zoals persoonsgebonden budget), de uitvoering van de wetgeving, beoordeling van begroting, verantwoording en evaluaties en dergelijke. Het gaat nadrukkelijk om de groep inwoners met een Wsw-indicatie en niet om individuele belangenbehartiging.
De artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijk toelichting behoeven. Artikelen of onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna derhalve niet nader toegelicht.
Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen. Uit de definitie van het begrip cliëntenraad volgt dat er binnen de Gemeenschappelijke Regeling SW Fryslân (GR) ingesteld inspraakorgaan functioneert binnen het beleidsterrein van de Wsw. De cliëntenraad is ingesteld door de acht deelnemende gemeenten aan de GR en adviseert aan het bestuur van de GR. De cliëntenraad is het inspraakorgaan dat binnen het samenwerkingsverband actief is en zich ten doel stelt om de belangen te behartigen van de in de gemeenten woonachtige Wsw-gerechtigden (ingezetenen met een Wsw-indicatie).
Onder cliënten wordt verstaan de ingezetenen, woonachting binnen de aan de GR SW ‘Fryslân’ deelnemende gemeenten, met een Wsw-indicatie en hun wettelijke vertegenwoordigers.
Aan de cliëntenraad kunnen ook belangenorganisaties deelnemen die (mede) de belangen van cliënten behartigen.
Artikel 2 Doelstelling cliëntenraad
Dit artikel behelst een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie en omarmt de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoering van een beleidsgebied waarin de cliënt centraal staat.
In de wet geregeld dat cliënten, die immers bij de uitvoering van de wet centraal staan, ook bij de uitvoering worden betrokken. Gemeenten dienen een verordening op te stellen waarin zij aangeven hoe ze de cliënten of hun vertegenwoordigers bij de uitvoering betrekken. In deze verordening wordt geregeld op welke wijze periodiek overleg wordt gevoerd met de cliënten en hoe de cliënten onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden en op welke wijze ze worden voorzien van informatie die ze nodig hebben om adequaat aan het overleg te kunnen deelnemen.
De cliëntenraad zorgt voor collectieve belangenbehartiging bij de lokale invulling van het gehele beleidsveld. Het kan hierbij gaan om advisering inzake beleidsvoorstellen, verordeningen, nota’s, gevolgde procedures, de uitvoering van wetgeving, beoordeling van evaluaties, benchmarkresultaten en dergelijke. Het gaat dus nadrukkelijk niet om belangenbehartiging van individuele klanten.
Artikel 3 Samenstelling cliëntenraad
De samenwerkende gemeenten streven naar een evenwichtige samenstelling van de cliëntenraad. Vandaar dat in de verordening een bepaling is opgenomen die de afspiegeling van de individuele cliënten en cliëntenorganisaties mogelijk maakt.
Niet alleen cliënten maar ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties worden bij de cliëntenraad betrokken. Cliënten kunnen, op grond van persoonlijke omstandigheden, in de praktijk een minder constante factor in cliëntenorganisaties zijn. Tevens is het van belang om de te bespreken problematiek in een breder kader te zien. Om deze redenen worden ook belangenorganisaties bij de cliëntenparticipatie betrokken. Kandidaten namens een belangenorganisatie worden voorgedragen door de organisatie die zij in de cliëntenraad vertegenwoordigen.
Om besluitvorming mogelijk te maken is een minimum van acht deelnemers vereist. Het maximum aantal leden van de Cliëntenraad is gesteld op zestien personen. Uitgangspunt is dat er voor een evenredige vertegenwoordiging van de ingezetenen van samenwerkende gemeenten twee leden per gemeente vertegenwoordigd zullen zijn. De Cliëntenraad hoeft niet unaniem te adviseren en daarom zijn er in de verordening geen bepalingen opgenomen voor een staking van stemmen. Het staat de Cliëntenraad vrij hierover eventueel bepalingen op te nemen in een reglement van orde.
De leden van de cliëntenraad voeren hun werkzaamheden voor de cliëntenraad zonder last uit. Voor zover mogelijk houden de leden ruggespraak met hun achterban. Het organiseren van ruggespraak is voor individuele leden niet altijd mogelijk. Uiteraard zullen de vertegenwoordigers van belangenorganisaties wel worden gevoed vanuit de betreffende organisatie. Voor deze leden in ruggespraak eenvoudiger te realiseren.
Artikel 4 Voordracht en benoeming leden
Het benoemen van leden valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van de GR. Omdat het bestuur van de GR een zittingsduur van vier jaar heeft en de cliëntenraad het bestuur adviseert is de benoemingsduur gelijkgesteld aan de zittingsduur van het bestuur. Ook leden van de CR die tussentijds worden benoemd, worden benoemd voor de resterende zittingsperiode van het bestuur.
De leden vanuit de belangenorganisaties worden voorgedragen door die organisaties en benoemd door het bestuur.
Kandidaten voor het lidmaatschap van de cliëntenraad vanuit de clienten worden door het bestuur geworven door middel van een openbare oproep. Voor de selectie van geschikte leden vanuit de clienten wordt door het bestuur een selectiecommissie samengesteld. Deze selectiecommissie doet aan het bestuur een voordracht van de te benoemen leden vanuit de clienten. Bij de start van de cliëntenraad worden de leden van uit de clienten, na een openbare oproep, eenmalig geselecteerd en rechtstreeks benoemd door het bestuur.
Artikel 5 Ambtelijk secretaris
Door het bestuur wordt aan de cliëntenraad een ambtelijk secretaris toegevoegd. De secretaris is geen lid van de cliëntenraad en heeft geen stemrecht. De ambtelijk secretaris heeft een adviserende bevoegdheid. In dit artikel staat een aantal taken opgesomd die de ambtelijke secretaris heeft en te maken heeft met de voorbereiding, bewaking en afhandeling van adviezen van de cliëntenraad. Tevens staat beschreven dat de secretaris zorg moet dragen voor een goede ondersteuning, zodat de cliëntenraad zijn taken op een goede wijze kan uitvoeren.
Artikel 6 Onafhankelijk voorzitter
De voorzitter is onafhankelijk en is geen lid van de cliëntenraad en heeft geen stemrecht. De voorzitter wordt door de cliëntenraad voorgedragen en door het bestuur benoemd. De voorzitter mag uit het midden van de leden cliëntenraad of van buitenaf worden voorgedragen. Als de voorzitter uit het midden van de cliëntenraad wordt benoemd zal de vrijgekomen zetel opnieuw moeten worden ingevuld.
Artikel 7 Overleg bestuur en cliëntenraad
Het bestuur en de cliëntenraad hebben tenminste twee keer per jaar overleg. Tijdens dit overleg kunnen alle onderwerpen over beleid, uitvoering en kwaliteit van de dienstverlening op de agenda worden geplaatst.
Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan de cliëntenraad zijn toebedeeld. De cliëntenraad fungeert als adviesorgaan van het bestuur. De aspecten van het beleid waarbij de cliëntenraad wordt betrokken zijn:
Behalve adviserende taken heeft de cliëntenraad ook recht op initiatief. De cliëntenraad kan op verzoek van het bestuur advies uitbrengen over aangelegenheden op het terrein van de Wsw, maar kan zeker ook zelf het initiatief nemen.
Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met de cliëntenraad gehouden omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren. Ook heeft de cliëntenraad geen adviesrecht over de uitvoering van het Sw-bedrijf NV Caparis. Hiervoor beschikt het Sw-bedrijf NV Caparis over een eigen Ondernemingsraad op grond van de Wet op de Ondernemingsraden.
De cliëntenraad moet door het bestuur tijdig worden betrokken bij voorbereiding van beleid en uitvoeringsbeleid. Hier wordt in artikel 10 nader op ingegaan.
Als het bestuur afwijkt van de adviezen van de cliëntenraad zal het bestuur gemotiveerd aan de cliëntenraad mededelen waarom van het advies is afgeweken.
Artikel 9 Werkwijze cliëntenraad
De cliëntenraad draagt zorg voor de totstandkoming van een huishoudelijk reglement voor de cliëntenraad. Het reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. Het huishoudelijke reglement geeft in ieder geval een nadere invulling aan de samenstelling, taken, bevoegdheden, werkwijze van de cliëntenraad en al hetgeen dat van belang is voor het goed functioneren van de cliëntenraad.
Artikel 10 Informatievoorziening
Het bestuur draagt er zorg voor dat relevante zaken voorafgaande aan de besluitvorming ter advisering worden voorgelegd aan de cliëntenraad. Hiervan kan alleen worden afgeweken indien advisering vooraf tot een ongewenste vertraging leidt in het besluitvormingsproces. In dat geval zal een en ander achteraf in de cliëntenraad aan de orde worden gesteld. Het bestuur zorgt voor tijdige toezending van stukken welke ter advisering worden voorgelegd aan de cliëntenraad.
Artikel 11 Facilitering cliëntenraad
Door het bestuur wordt jaarlijks een budget beschikbaar gesteld waaruit op basis van een door de cliëntenraad op te stellen en door het bestuur goed te keuren begroting de kosten van de ambtelijke ondersteuning en andere kosten, zoals kosten voor deskundigheidsbevordering en organisatiekosten, ten laste kunnen worden gebracht.
Voorts zal het bestuur de cliëntenraad ook de gelegenheid moeten bieden om zijn taak naar behoren uit te voeren. Voor de vergaderingen van de cliëntenraad wordt onder andere gratis vergaderruimte beschikbaar gesteld.
Daarnaast ontvangen de leden van de cliëntenraad voor het bijwonen van vergaderingen een door het bestuur vast te stellen onkostenvergoeding. Voor wat betreft deze vergoedingen is nadrukkelijk aangegeven dat het om een onkostenvergoeding. Deze onkostenvergoeding is niet hoger dan het bedrag dat door de Belastingdienst als vrijwilligersvergoeding buiten beschouwing wordt gelaten in artikel 2, zesde lid van de Wet op de loonbelasting 1964. In het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) wordt deze vergoeding niet gezien als middelen, zoals vermeld in artikel 31, eerste lid van de WWB en worden niet verrekend met de bijstandsuitkering. De onkostenvergoeding komen ten laste van het in lid 1 van dit artikel genoemde budget.
Artikel 12 Wijziging en intrekking verordening
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 13 Onvoorziene situaties
Dit artikel geeft de bevoegdheid aan het bestuur om een besluit te nemen in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, maar waarin toch een beslissing moet worden genomen.
Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding