Artikel 1 Definitiebepaling
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
raad: de gemeenteraad van Veldhoven;
- b.
commissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de
Gemeentewet;
- c.
college: het college van burgemeester en wethouders van
Veldhoven;
- d.
burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om
te plaatsen op de agenda van de raadsvergadering;
- e.
initiatiefgerechtigden: personen die het recht hebben gebruik te
maken van het burgerinitiatief;
- f.
ingezetenen: personen ingeschreven in het bevolkingsregister van
de gemeente Veldhoven.
Artikel 2 Verzoek
- 1.
De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn
vergadering als een initiatiefgerechtigde daartoe een geldig verzoek
heeft ingediend.
- 2.
Ongeldig is een verzoek dat:
- a.
niet door tenminste 60 initiatiefgerechtigden wordt
ondersteund;
- b.
een onderwerp als bedoeld in artikel 4 lid 2 bevat; of
- c.
niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5.
Artikel 3 Initiatiefgerechtigd
- 1.
Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de
verkiezing van de leden van de gemeenteraad, én ingezetenen van de
gemeente van zestien jaar en ouder die – met uitzondering van hun
leeftijd – voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden
van de gemeenteraad.
- 2.
Voor de beoordeling of aan de vereisten voor
initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van
indiening van het verzoek bepalend.
Artikel 4 Onderwerp burgerinitiatief
- 1.
Een initiatiefvoorstel moet gaan over het woon- en leefklimaat in de
gemeente Veldhoven in de meest brede zin van het woord en kan alleen
worden ingediend bij de raad.
- 2.
Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:
- a.
een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de
raad;
- b.
een vraag over het gemeentelijk beleid;
- c.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene Wet
Bestuursrecht over een gedraging van het
gemeentebestuur;
- d.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene Wet
Bestuursrecht tegen een besluit van het
gemeentebestuur;
- e.
onderwerpen die privé-belangen betreffen en daarmee niet in
het belang zijn van een straat, buurt of wijk;
- f.
voorstellen die eerder al door de raad zijn afgewezen en
waarin zich geen nieuwe feiten hebben voorgedaan;
- g.
een onderwerp waarover de raad een besluit heeft genomen in
de twaalf maanden voorafgaand aan het tijdstip waarop het
initiatiefvoorstel wordt ingediend.
- 3.
Een burgerinitiatief over een voorstel dat niet behoort tot de
bevoegdheid van de raad maar wel valt onder de bevoegdheid van het
gemeentebestuur, gaat rechtstreeks naar het college of naar de
burgemeester in de hoedanigheid van bestuursorgaan.
- 4.
Het college of de burgemeester zal een voorstel als bedoeld in lid 3
behandelen volgens de daarvoor geldende termijnen.
Artikel 5 Indiening
- 1.
Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de
agenda van de raadsvergadering wordt schriftelijk ingediend bij de
voorzitter van de raad.
- 2.
De voorzitter van de raad bevestigt de ontvangst van het voorstel
schriftelijk aan de initiatiefnemer.
- 3.
Het verzoek bevat ten minste:
- a.
een nauwkeurige omschrijving van het voorstel;
- b.
een toelichting op het voorstel, inclusief zonodig een
globale kostenraming;
- c.
de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en
de handtekening van de initiatiefnemer en zijn
plaatsvervanger, en
- d.
een lijst met de voornamen, achternamen, adressen,
geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden
die het verzoek ondersteunen, voor zover dit niet in
tegenspraak is met de Wet op de Privacy.
- 4.
Voor de indiening van het burgerinitiatiefvoorstel en de
ondersteuning wordt gebruik gemaakt van het door burgemeester en
wethouders vastgestelde formulier.
- 5.
Een formulier voor indiening van een burgerinitiatief is via de
gemeentelijke website en bij de griffie verkrijgbaar en kan – na
invulling –worden ingediend bij de voorzitter van de raad.
- 6.
De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure
adviseren en begeleiden en zonodig zorgen voor ambtelijke
ondersteuning.
Artikel 6 Agendering
- 1.
Het presidium toetst de geldigheid van het burgerinitiatief.
- 2.
Het presidium stuurt een geldig burgerinitiatief voor advies door
naar de voorzitter van de commissie tot wiens werkterrein het
voorstel behoort. Het college ontvangt het initiatief om een
standpunt voor te kunnen bereiden.
- 3.
Een geldig burgerinitiatief leidt tot agendering daarvan voor de
eerstvolgende gewone raadsvergadering mits tenminste twee weken is
gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de
vergadering waarin het presidium over het verzoek beslist.
- 4.
Het presidium agendeert het voorstel niet als sprake is van een
ongeldig verzoek, als bedoeld in artikel 2 lid 2.
- 5.
Als het voorstel niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2,
stelt het presidium de initiatiefnemers maximaal vier weken in de
gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.
- 6.
Als de vastgestelde gebreken niet binnen de in lid 5 gestelde
termijn zijn hersteld, wordt het voorstel niet in behandeling
genomen.
Artikel 7 Behandeling
- 1.
Het burgerinitiatief wordt behandeld in de commissie tot wiens
werkterrein de inhoud van het burgerinitiatief behoort.
- 2.
De voorzitter van de commissie nodigt de initiatiefnemer uit om de
vergadering van de commissie bij te wonen. De initiatiefnemer of
zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid
om het burgerinitiatiefvoorstel mondeling toe te lichten en vragen
van de commissie te beantwoorden.
- 3.
Het burgerinitiatief wordt op gebruikelijke wijze in de commissie
besproken en leidt tot een advies van de commissie aan de raad over
het voorstel.
- 4.
De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit
voor de raadsvergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is
geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft
tijdens deze vergadering de gelegenheid om het
burgerinitiatiefvoorstel mondeling toe te lichten.
- 5.
Direct na het nemen van het besluit door de raad wordt schriftelijk
mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.
- 6.
De initiatiefnemer wordt ingelicht over vervolgstappen voor de
uitwerking van het burgerinitiatief.
- 7.
Zo snel mogelijk na het besluit van de raad over het
burgerinitiatiefvoorstel vindt publicatie plaats van het besluit of
van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven
blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad en/of op een andere
geschikte wijze.
Artikel 8 Burgerjaarverslag
De burgemeester vermeldt in het burgerjaarverslag het aantal en de aard
van ingediende burgerinitiatieven, de praktische uitwerking hiervan en
rapporteert over de kwaliteit van de werking van het recht van
burgerinitiatief.
Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze verordening Burgerinitiatief Veldhoven treedt in werking op 1
januari 2008.