Organisatie | Loon op Zand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van Rioolheffing Loon op Zand 2014 |
Citeertitel | Verordening Rioolheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 229, eerste lid
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-12-2013 | 01-01-2015 | Onbekend | 16-12-2013 Onbekend | Onbekend |
Verordening Rioolheffing Loon op Zand 2014
De raad van de gemeente Loon op Zand;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013,
gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen d.d. 28 november 2013;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende “Verordening op de heffing en de invordering van Rioolheffing 2014”.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Indien het tweede lid, eerste volzin, niet kan worden toegepast, wordt, in afwijking van het daar gestelde, het aantal kubieke meters afvalwater gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de verbruiksperiode waarop de afrekeningnota van Brabant Water N.V. betrekking heeft, is toegevoerd of is opgepompt.
1.Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt, de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende perceel geldt. In afwijking daarvan is voor de in artikel 8, derde lid, bedoelde gevallen het belastingtijdvak gelijk aan het gedeelte van de verbruiksperiode waarin heffing plaatsvindt op de in de eerste volzin bedoelde wijze.
2.In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld, is het belastingtijdvak gelijk aan het 2. kalenderjaar.
Het recht per verbruiksperiode wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V.. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening.
Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Belastingplichtige kan uiterlijk tot een maand voor de aanvang van een belastingtijdvak schriftelijk verzoeken de wijze van heffing te wijzigen. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van aanslag, gaat de wijziging in met ingang van het eerstkomende belastingtijdvak voor die wijze van heffing. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van schriftelijke kennisgeving, gaat de wijziging in met ingang van de maand waarin het volgende belastingtijdvak voor heffing bij wege van aanslag zou aanvangen.
Artikel 10 Voorlopig gevorderde bedragen
Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is, kunnen na de aanvang van het belastingtijdvak aan de belastingplichtige per kwartaal voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een factor 3 van het overeenkomstig artikel 7 van toepassing zijnde tarief.
Artikel 11 Ontstaan van de belastingschuld
Indien het recht bij wege van aanslag wordt geheven, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van het belastingtijdvak, of indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
Artikel 12 Termijnen en wijze van betaling
Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.
De belasting die wordt geheven bij wege van aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
Bij de invordering van de heffing als bedoeld in artikel 2 wordt voor maximaal 75% van het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend.