Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bankreglement kredietbank Rotterdam 2013 |
Citeertitel | Bankreglement kredietbank Rotterdam 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 2013-195 |
Geen
Wet op het financieel toezicht, art. 4:37
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | Geen | 17-12-2013 Gemeenteblad 2013-195 | Voorstel van de directeur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 17 december 2013; kenmerk 1299637 |
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder:
besluit: het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wet op het financieel toezicht;
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;
directeur: de directeur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam;
financiële dienstverlening: het aanbieden van, adviseren over of bemiddelen in financiële producten in de zin van de Wet op het financieel toezicht;
hoofd: het hoofd van de Kredietbank;
klant: de natuurlijke persoon woonachtig in de gemeente Rotterdam of een gemeente waarmee de gemeente Rotterdam in het kader van de activiteiten van de Kredietbank een samenwerkingsverband is aangegaan, die de Kredietbank verzoekt een financiële dienst te verlenen;
krediet: het aan de kredietnemer ter beschikking stellen van een geldsom, waarbij de kredietnemer gehouden is ter zake een of meer betalingen te verrichten;
Kredietbank: de Kredietbank Rotterdam, een financiële dienstverlener in de zin van de Wet op het financieel toezicht; de Kredietbank Rotterdam is een afdeling van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam;
kredietnemer: de klant waarmee de Kredietbank een overeenkomst tot kredietverlening sluit;
kredietovereenkomst: de overeenkomst waarbij krediet wordt verstrekt;
saneringskrediet: een krediet dat door de Kredietbank wordt verstrekt, teneinde de schulden van de kredietnemer integraal of tegen finale kwijting te voldoen;
schuldeiser: de schuldeiser van de klant;
schuldenaar: de klant die zich tot de Kredietbank wendt in verband met het hebben van (problematische) schulden;
HOOFDSTUK II KWALITEIT VAN DE FINANCIËLE DIENSTVERLENING
Het college draagt zorg voor de vakbekwaamheid van de medewerkers en van andere natuurlijke personen die zich rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten aan klanten. Hiertoe beschikt in ieder geval een zodanig aantal feitelijk leidinggevenden over voldoende vakbekwaamheid, dat de kwaliteit van de financiële diensten aan de klanten kan worden gewaarborgd.
Het college draagt er zorg voor dat de informatieverstrekking aan en zorgvuldige behandeling van klanten door de Kredietbank is gewaarborgd. Een en ander in overeenstemming met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid.
Indien de Kredietbank voornemens is een klant een financiële dienst te verlenen, wint de Kredietbank in het belang van de klant alle informatie in over de financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid van de klant, voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor de financiële dienstverlening.
HOOFDSTUK III KREDIETVERLENING
Artikel 13 Overeenkomsten op afstand
De Kredietbank sluit geen overeenkomsten op afstand in de zin van de Wet.
Artikel 16 Algemene voorwaarden
de bewijskracht van de administratie van de Kredietbank ten aanzien van door de Kredietbank aan of voor rekening van de kredietnemer gedane betalingen, de door of vanwege de kredietnemer aan de Kredietbank gedane betalingen of de hoogte van de vordering van de Kredietbank op de kredietnemer, onverminderd het recht van de kredietnemer tot het leveren van tegenbewijs;
Artikel 17 Zakelijke of persoonlijke zekerheid
Met het oog op gerechtvaardigde belangen van de gemeente bij nakoming van de uit de kredietovereenkomst voortvloeiende verplichtingen of wanneer het doel van de kredietverlening dat rechtvaardigt, kan de Kredietbank, binnen de grenzen van de Wet op het consumentenkrediet, verlangen dat zakelijke of persoonlijke zekerheid wordt gesteld.