Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding
Artikel 9 Vergaderfrequentie
- 1.
In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie: Bestuur plaats op woensdag in de week drie weken voorafgaande aan de week van de raadsvergadering; Mensen plaats op donderdag in de week drie weken voor de week van de raadsvergadering; Middelen plaats op woensdag in de week drie weken voorafgaande aan de week van de raadsvergadering; Ruimte plaats op donderdag in de week drie weken voorafgaande aan de week van de raadsvergadering.
- 2.
De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 20.00 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.
- 3.
Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste een vijfde van de leden van de gemeenteraad of het presidium / de agendacommissie daarom met opgaaf van redenen verzoeken.
- 4.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met het presidium / de agendacommissie en de griffier.
Artikel 10 Presidium : Agendacommissie
- 1.
Er is een presidium, verder aangeduid als agendacommissie.
- 2.
De agendacommissie bestaat uit de voorzitters van de raadscommissies en de voorzitter van de raad.
- 3.
De voorzitters van de raadscommissies zijn lid van de agendacommissie en hebben stemrecht.
- 4.
De raadsvoorzitter, of zijn vervanger, is voorzitter van de agendacommissie. Hij is geen lid.
- 5.
De griffier of zijn vervanger is de secretaris van de agendacommissie en is in elke vergadering van de agendacommissie aanwezig. Hij is geen lid.
- 6.
De agendacommissie vergadert mits ten minste twee leden aanwezig zijn.
- 7.
De agendacommissie heeft tot taak het bepalen van de algehele vergaderplanning van gemeenteraad en zijn commissies, het voorlopig vaststellen van de agenda's van de raadscommissies en het voorlopig mee vaststellen van de agenda’s van de gemeenteraad.
- 8.
De voorzitter van de agendacommissie kan voorstellen de gemeentesecretaris uit te nodigen voor een vergadering van de agendacommissie.
- 9.
De leden van de agendacommissie hebben elk één stem in de agendacommissie. Indien de stemmen staken is de zienswijze van de raadsvoorzitter bepalend.
- 10.
Naast de agendacommissie bestaat onder voorzitterschap van de burgemeester een fractievoorzitteroverleg zoals aangegeven in het Reglement van Orde op de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad.
Artikel 11 Oproep
- 1.
De commissievoorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden van een raadscommissie een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.
- 2.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden gepubliceerd.
- 3.
Oproep, bekendmaking van de voorlopige agenda, en publicatie van de stukken, geschiedt ten behoeve van alle raadsleden en alle commissieleden. De commissiegriffier draagt zorg voor gelijktijdige kennisgeving aan het college.
- 4.
Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.
Artikel 12 De agenda
- 1.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
- 2.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 3.
Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
- 4.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
- 2.
Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.
- 3.
De in het eerste lid bedoelde stukken worden tevens via de website van de gemeente en het digitale bestuurlijke informatiesysteem gepubliceerd.
- 4.
Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de commissiegriffier en verleent deze een lid inzage.
Artikel 14 Openbare kennisgeving
- 1.
De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het Gemerts Nieuwsblad op de gemeentelijke informatiepagina(s) en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt .
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;
- b.
de strekking en de aard van de beoogde behandeling van de agendapunten;
- c.
de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;
- d.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.
Paragraaf 2 Orde van de vergadering
Artikel 15 Presentielijst
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 16 Opening vergadering en quorum
- 1.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.
- 3.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
Artikel 17 Spreekrecht burgers
- 1.
Het woord kan door burgers gevoerd worden over onderwerpen die behoren tot de in artikel 2 van deze verordening aangegeven onderwerpen en werkzaamheden van die commissie. Het woord kan niet gevoerd worden over:
- a.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- c.
een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- d.
raadsvragen, de beantwoording van raadsvragen, door het college of de burgemeester gegeven verantwoording of inlichtingen aan de raad, aan de raad gerichte informatienota’s, interne raadsaangelegenheden, notulen van de commissie of de raad.
- 2.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 24 uren voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.
- 3.
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
- 4.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.
- 5.
De voorzitter verleent insprekers het woord direct voorafgaande aan de behandeling van het onderwerp of het voorstel op de agenda waarover de inspreker het woord wenst te voeren. Indien een inspreker het woord wenst te voeren over een niet geagendeerd onderwerp of voorstel kan de voorzitter hiertoe de gelegenheid bieden onmiddellijk voordat de vergadering wordt geopend.
- 6.
Het woord kan gevoerd worden gedurende maximaal vijf minuten per inspreker. De voorzitter kan vanwege het aantal insprekers de maximale duur per inspreker beperken.
- 7.
De inspreker dient inwoner te zijn van de gemeente Gemert-Bakel of te spreken namens een inwoner dan wel namens een organisatie met belangen in deze gemeente. Aan de inspreker worden geen nadere eisen gesteld zoals minimum leeftijd en specifieke betrokkenheid op het onderwerp of voorstel.
- 8.
De voorzitter doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.
Artikel 18 Verslag
- 1.
Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De voorzitter, de burgemeester, de raadsgriffier, de wethouders en de gemeentesecretaris ontvangen eveneens het conceptverslag. Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.
- 2.
De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen geconcludeerd of besloten is. Een voorstel tot verandering wordt voor aanvang van de vergadering bij de commissiegriffier ingediend.
- 3.
Het verslag moet inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de in de vergadering aanwezige leden, de/het aanwezige collegeleden/lid alsmede de namen van de overige personen die het woord gevoerd hebben.
- b.
een vermelding van de onderwerpen en voorstellen die aan de orde zijn geweest;
- c.
een zakelijke samenvatting van het gesprokene;
- d.
een samenvatting van de conclusie en/of het advies aan de raad;
- e.
bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
- 4.
Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de commissiegriffier.
- 5.
Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.
Artikel 19 Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde of een door de voorzitter toegestane interruptie.
Artikel 20 Spreektijd
De voorzitter en een lid kunnen een voorstel doen over de spreektijd van de leden.
Artikel 21 Voorstellen van orde
- 1.
De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.
Artikel 22 Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
- a.
de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;
- b.
een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
- 2.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- 3.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
- 4.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.
- 5.
Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
- 6.
De voorzitter is bevoegd op vergelijkbare wijze te reageren en maatregelen te treffen indien de vergaderorde wordt gestoord door een persoon / personen op de publieke tribune. Zie hierover tevens het in artikel 30 van deze verordening bepaalde.
Artikel 23 Beraadslaging
- 1.
De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 24 Inbreng in de beraadslaging door raadsleden, college en anderen
- 1.
De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
- 2.
Een beslissing daartoe wordt, op voorstel van de voorzitter of de agendacommissie, genomen bij vaststellen van de agenda onmiddellijk na openen van de vergadering en alvorens de beraadslaging aan te vangen.
- 3.
Om zich nader te informeren, of om op basis daarvan overleg te voeren, kan de commissie het college daartoe de gelegenheid bieden in de vorm van een namens het college gegeven presentatie of informatieve nota.
- 4.
De commissie kan zich ook door anderen laten informeren.
- 5.
De commissie kan de besluitvorming door de raad voorbereiden aan de hand van een raadsadviesnota van het college of een initiatief raadsadvies van één of meer raadslid/leden.
Artikel 25 Advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht en behandeld, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of een advies aan de raad wordt uitgebracht.
- 3.
Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.
- 4.
In het advies worden de standpunten van alle leden afzonderlijk opgenomen. Een lid kan daarbij laten aantekenen namens een raadsfractie te adviseren.
- 5.
Indien geen advies wordt uitgebracht aan de raad en het onderwerp voldoende is behandeld, kan de voorzitter concluderen dat de commissie door het college(lid) toereikend is geïnformeerd dan wel dat de commissie toereikend overleg heeft gevoerd met het college(lid).
- 6.
Indien de voorzitter concludeert als in lid 5 aangegeven, wordt het onderwerp aansluitend weer in handen van het college gegeven. In de overige gevallen is het onderwerp in handen van de gemeenteraad.
- 7.
Indien de voorzitter met betrekking tot een voorstel van het college concludeert dat zich tijdens de commissiebehandeling nieuwe of onvoorziene feiten en/of omstandigheden hebben aangediend die inhoudelijk van invloed kunnen zijn voor de raadsbehandeling c.q. advisering aan de raad, geeft de voorzitter de agendacommissie in overweging om het voorstel in handen te stellen van het college zodat hij aanvullend kan adviseren.
Hoofdstuk 5 Besloten vergadering
Artikel 26 Algemeen
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 27 Verslag
- 1.
Het verslag van een besloten vergadering worden niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.
- 2.
Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.
Artikel 28 Geheimhouding
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 29 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.