Organisatie | Korendijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening gemeente Korendijk 2012 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening gemeente Korendijk 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2014 | 05-11-2013 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 05-11-2013 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
waarderingssubsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor activiteiten waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die worden gemaakt en de subsidie die wordt ontvangen. Een waarderingsubsidie is bedoeld om een bepaalde unieke activiteit of groep van activiteiten met een bijzonder karakter aan te moedigen dan wel waardering daarvoor kenbaar te maken;
Artikel 1.3 Inhoudelijk subsidiebeleid
In aanvulling op de algemene subsidieverordening stelt de raad de volgende (beleids)documenten vast:
Artikel 1.8 Wijziging statuten
Wijzigingen in de statuten worden binnen vier weken schriftelijk gemeld bij het college.
Artikel 1.9 Onderzoek rekenkamer
De subsidieontvanger is – voor zover artikel 184 lid 1 onder c. van de Gemeentewet van toepassing is - verplicht om in voorkomende gevallen:
In het kader van deze weigeringgronden kan het college gebruik maken van de mogelijkheden die de Wet Bibob biedt. Hieronder valt het door aanvrager doen invullen van een door het college vastgestelde Bibob-vragenlijst. Weigering om de bedoelde Bibob-vragenlijst in te vullen kan eveneens een grond opleveren om de aanvraag te weigeren respectievelijk de beschikking in te trekken. Indien het college ter uitvoering van de Wet Bibob voornemens is om een advies aan het landelijke Bureau Bibob te vragen dan wordt aanvrager over dit voornemen schriftelijk geïnformeerd.
Hoofdstuk 2 Structurele subsidie
Artikel 2.1 Subsidievormen structurele subsidie (jaarlijks)
De gemeente Korendijk onderscheidt:
Een aanvraag voor een structurele subsidie dient voor 1 mei voorafgaand aan het boekjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, schriftelijk te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Structurele subsidies onder de € 5.000 wordt voor een meerjarige periode een aanvraag ingediend voor 1 mei voorafgaand aan het eerste boekjaar. In artikel 2.4 wordt nader ingegaan op aanvragen voor subsidies tot € 5.000,-.
Artikel 2.3 Aan te leveren gegevens subsidieaanvraag
Bij een aanvraag voor een structurele subsidie dient overlegd te worden:
Artikel 2.4 Subsidietoekenning tot € 5.000
Specifiek voor subsidies tot € 5.000 geldt dat de subsidies voor een periode van 3 jaar voor een vast bedrag per jaar worden verleend. Na afloop van twee jaar kan voor 1 mei van het derde subsidiejaar een nieuwe aanvraag worden ingediend die vergezeld gaat van een inhoudelijk verslag over de twee voorgaande jaren. Als er sprake is van een tweede (of volgende) driejarige periode wordt er over de drie voorgaande jaren een inhoudelijk verslag ingediend.
De structurele subsidie tot € 5.000,- wordt als een vast jaarlijks bedrag voor een periode van drie jaar verstrekt en er vindt geen verrekening achteraf plaats. Na het verlenen van deze structurele subsidie hoeft er geen financiële verantwoording te worden afgelegd. Het besluit tot verlening van de structurele subsidie tot € 5.000 is tevens de vaststelling.
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan. Dit kan leiden tot terugvordering van de gehele of een deel van de subsidie.
Artikel 2.7 Ambtshalve vaststelling
Indien een aanvraag tot vaststelling als bedoeld in artikel 2.5 van deze verordening uitblijft, kunnen burgemeester en wethouders, nadat de instelling éénmaal schriftelijk is gemaand tot indienen, besluiten tot ambtshalve vaststelling als bedoeld in artikel 4:47 Awb.
Binnen 4 weken na dagtekening van de beschikking tot vaststelling van de subsidie, wordt het subsidiebedrag betaald of verrekend met verstrekte voorschotten.
Artikel 5.1 Ontbinding instellingen die subsidie ontvangen
De instelling doet van een voorgenomen ontbinding onmiddellijk mededeling aan het college. Indien subsidiëring door de gemeente heeft geleid tot het verwerven van eigendommen of anderszins tot een batig saldo, dan is de instelling bij liquidatie aan de gemeente een vergoeding verschuldigd welke na overleg met de instelling door het college wordt vastgesteld.
Dit is van overeenkomstige toepassing bij (voorgenomen) vervreemding of bestemmingswijziging van eigendommen en beschikking over de reserves van de instelling die mede met subsidie zijn verkregen of in stand zijn gehouden.
Artikel 5.2 Erfstellingen, legaten enz.
De instelling brengt door haar ontvangen erfstellingen, legaten, schenkingen en dergelijke ten bate van de exploitatie van de instelling, tenzij zij uitdrukkelijk voor kapitaalvorming of fondsvorming bestemd zijn.
Het college kan in individuele gevallen voor één of meer subsidieverplichtingen van de subsidieaanvrager of de subsidieontvanger ontheffing verlenen van deze verordening.
Het college kan van het bepaalde in deze verordening afwijken in gevallen waarin deze verordening niet voorziet, tot onbillijkheid leidt of tot een situatie leidt waarmee geen aanwijsbaar belang is gediend.
Toelichting “Algemene Subsidieverordening Gemeente Korendijk” 2012
Noodzaak van een wettelijke grondslag
In de Algemene Wet Bestuursrecht zijn in hoofdstuk 4.2 algemene regels opgenomen over subsidiëring. De AWB geldt ten opzichte van gemeentelijke bepalingen als hogere regelgeving. Een belangrijke regel in de AWB is dat subsidies gebaseerd moeten zijn op een wettelijk voorschrift. De Algemene Subsidieverordening is een wettelijk voorschrift.
De vorige subsidieverordening is ingegaan per 1 januari 2010. In de subsidieverordening 2010 zijn al wijzigingen doorgevoerd die leiden tot lastenverlichting. Er is behoefte aan een verdere versoepeling van de verplichtingen voor de organisaties die kleine subsidiebedragen ontvangen..
Bij het opstellen van de nieuwe subsidieverordening is kritisch gekeken naar de verschillende verplichtingen die gesteld worden. De volgende vragen zijn meegenomen: Is het echt noodzakelijk alles verplichtingen voor alle subsidies te handhaven, welke variatie kan er aangebracht worden voor grotere en kleinere subsidiebedragen, welke andere mogelijkheden zijn er om het verkrijgen van subsidies en het vaststellen te vereenvoudigen? Deze zaken zijn meegenomen bij het aanpassen van deze subsidieverordening.
De kaders waarin de uitgangspunten staan voor het toekennen van subsidies zijn gebaseerd op de programmabegroting. Per programma zijn de belangrijke thema’s en doelstellingen terug te vinden. In de beleidsregels wordt hier verder op ingegaan.
Van belang is verder nog om te melden dat er formats ontwikkeld zijn die het aanvragen en verantwoorden van subsidie zullen vereenvoudigen. Daarnaast zal er een instructie opgesteld worden voor de subsidie-aanvragers waarin de belangrijke zaken op een rijtje worden gezet.
Tot slot nog de opmerking dat voor alle zaken die niet in de Algemene Subsidieverordening zijn opgenomen, de bepalingen uit de AWB gelden.
Rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid
De eisen ten aanzien van rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid gelden ook voor het verstrekken van subsidies. De gemeente moet aantonen dat de subsidies rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden verstrekt. De gemeente zal aan de subsidie-ontvangers eisen en voorwaarden moeten stellen die er toe leiden dat aan de verplichtingen wordt voldaan. Dit gebeurt via de subsidieverordening maar ook via de beschikkingen. Concreet kan gedacht worden aan termijnen voor het aanleveren van gegevens.
Bij rechtmatigheid gaat het er om dat aan alle eisen en verplichtingen is voldaan. Alleen in die gevallen kan de gemeente nog subsidie verstrekken.
Bij doeltreffendheid gaat het om de vraag of de doelstellingen van het gemeentelijk subsidiebeleid zijn bereikt. Bij doelmatigheid gaat het om de vraag of de doelen met minder middelen te bereiken zijn.
De gemeente zal op deze drie zaken moeten toetsen bij het toekennen van subsidies en bij het afhandelen van verzoeken om definitieve subsidievaststelling.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit artikel zijn de begrippen beschreven die in deze verordening worden gebruikt.
Artikel 1.2 Reikwijdte van de subsidieverordening
Dit artikel geeft aan voor welke beleidsterreinen deze verordening van toepassing is.
De subsidieverordening is onder andere van toepassing op de 9 prestatievelden die in de WMO benoemd zijn te weten:
Naast de WMO zijn er nog meer terreinen waarop de subsidieverordening van toepassing is. In de programmabegroting zijn alle beleidsterreinen terug te vinden.
In het tweede lid staat vermeld voor welke betalingen de subsidieverordening niet van toepassing is.
In het derde lid wordt verwezen naar afdeling 4.2.8 van de AWB. Hierin staan de verplichtingen rond de aanvraag, subsidieverlening en subsidievaststelling opgenomen.
Artikel 1.3 Inhoudelijk subsidiebeleid
In de programmabegroting, die jaarlijks wordt vastgesteld, zijn de kaders en doelstellingen te vinden die ook van toepassing zijn op het toekennen van subsidies. De gemeente wil via het verstrekken van subsidies een aantal doelen bereiken. Concreet kan hierbij gedacht worden aan het bereiken van meer sociale samenhang in de kernen, het vergroten van de leefbaarheid, het vergroten van de participatie, bijdragen aan de ontplooiing van mensen en bijdragen aan de zelfredzaamheid van mensen.
In de beleidsregels wordt een aantal zaken uit de Subsidieverordening verder uitgewerkt.
Jaarlijks wordt het subsidieplafond vastgesteld door de gemeenteraad (via de productenbegroting). Het plafond geeft aan welk bedrag maximaal beschikbaar is voor subsidies en hoe de verdeling plaats zal vinden. Het is niet mogelijk subsidies te verstrekken die boven het maximaal beschikbare bedrag uitkomen.
Artikel 1.5 Bevoegdheid college
De gemeenteraad stuurt op hoofdlijnen en het college zorgt voor de uitvoering. In dit artikel staan de zaken waartoe het college bevoegd is.
Door het instellen van een subsidieplafond wordt voorkomen dat er open einde regelingen ontstaan. Het gevolg is wel dat zodra de budgetten voor de verschillende subsidievormen zijn uitgeput er geen nieuwe aanvragen in behandeling kunnen worden genomen.
Deze eisen gelden voor alle verschillende subsidievormen die worden onderscheiden. In principe kan alleen subsidie worden verstrekt aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid. In uitzonderlijke gevallen kan het college hiervan vrijstelling verlenen.
Activiteiten die ten goede komen aan inwoners van Korendijk komen voor subsidiëring in aanmerking.
Artikel 1.7 Eisen bij de eerste of hernieuwde subsidieaanvraag
In artikel 4.64 van de AWB staat dat de volgende stukken moeten worden aangeleverd bij de eerste of hernieuwde aanvraag:
De onder het tweede bolletje genoemde bescheiden moeten vergezeld gaan van een schriftelijke verklaring van een accountant omtrent de getrouwheid of een mededeling van een accountant dat geen onjuistheden zijn gebleken. Het college kan besluiten vrijstelling te geven van de verplichting een accountantsverklaring te overleggen.
Artikel 1.9 Onderzoek rekenkamer
De Rekenkamercommissie heeft op grond van de Gemeentewet de bevoegdheid onderzoeken op verschillende terreinen op te pakken en hiervoor de benodigde inlichtingen bij verschillende partijen te verzamelen en indien nodig nader onderzoek bij de instellingen in te stellen.
Artikel 1.10 Weigeringsgronden
In dit artikel worden een aantal weigeringsgronden opgenomen. In deze verordening is een passage over de Wet Bibob opgenomen. De Wet Bibob is in het leven geroepen om te voorkomen dat criminele organisaties o.a. subsidies krijgen van de locale overheid en zwart geld witwassen. Het accent van het locale Bibob beleid ligt nu met name op het terrein van de horeca. De Wet Bibob en de uitwerking daarvan op lokaal niveau kunnen een grond leveren om subsidies te weigeren.
Hoofdstuk 2 Structurele subsidie
In dit hoofdstuk zijn alle verplichtingen en andere relevante zaken rond structurele subsidies opgenomen.
Artikel 2.1 Subsidievormen structurele subsidie
Er worden drie vormen van structurele subsidie onderscheiden. Voor de structurele subsidie is er een onderverdeling gemaakt op basis van de hoogte van het subsidiebedrag.
Artikel 2.3 Aan te leveren gegevens
De genoemde documenten moeten voor alle structurele subsidies worden ingediend. Door middel van het activiteitenplan moet duidelijk worden wat met het subsidie gedaan gaat worden en welke doelen bereikt gaan worden.
De financiële stukken zijn nodig om een oordeel te kunnen vellen over het nut en de noodzaak van het subsidie.
Artikel 2.4 Subsidie tot € 5.000
Dit artikel geldt alleen voor subsidies tot € 5.000,-. De subsidie wordt verleend voor drie jaar en de verlening is tegelijk vaststelling. Dit betekent dat geen verzoek tot vaststelling en geen verantwoording is vereist. Als activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht moet daarvan echter wel melding worden gemaakt bij het college, zodra dit aannemelijk is. Het college beslist vervolgens of de subsidie of een gedeelte ervan wordt teruggevorderd.
Bij een nieuwe aanvraag voor een periode van 3 jaar is wel vereist dat er een inhoudelijk verslag en een balans over de voorgaande jaren wordt ingediend. Het inhoudelijk verslag gaat dan over de laatste twee kalenderjaren als de eerste driejarige periode nog loopt. Is er sprake van een tweede of volgende driejarige periode dan gaat het inhoudelijk verslag over de twee voorgaande jaren in de lopende periode en over het laatste jaar in de vorige driejarige periode. Bij de nieuwe aanvraag moet ook een begroting worden ingediend. Zie hiervoor artikel 2.3.
Artikel 2.5 Subsidieverlening vanaf € 5.000
Het subsidiebedrag wordt verstrekt via voorschotten. Het toegekende subsidie wordt in vier termijnen uitbetaald.
Artikel 2.6 Subsidievaststelling vanaf € 5.000
Voor structurele subsidies boven de € 5.000 gelden voor de aanvraag tot vaststelling een aantal eisen. In dit artikel staan de documenten benoemd die moeten worden aangeleverd.
Indien de gegevens te laat worden ingediend zal dit eerst schriftelijk gemeld worden bij de instelling met een hersteltermijn van vier weken. Indien nog niet aan de verplichtingen wordt voldaan kan er tot ambtshalve vaststelling worden overgegaan. Dit kan er toe leiden dat er subsidie wordt teruggevorderd.
Artikel 2.7 Ambtshalve vaststelling
Ambtshalve vaststellen houdt in dat het college overgaat tot subsidievaststelling zonder dat een (volledige) aanvraag is ingediend. De subsidie wordt vastgesteld op basis van de op dat moment beschikbare gegevens.
Artikel 2.9 Aanvraag reservevorming
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een bestemmingsreserve en een egalisatiereserve. In artikel 1.1 wordt een definitie gegeven.
In artikel 4:41 van de AWB is de mogelijkheid van reservevorming toegestaan mits dit goed geregeld is in de verordening. In dit artikel wordt geregeld dat het toegestaan is een bestemmingsreserve te vormen als hiervoor een aanvraag wordt ingediend. De totale egalisatiereserve mag niet meer bedragen dan 10% van het toegekende subsidie per jaar. Het meerdere vloeit terug naar de gemeente.
Hoofdstuk 3 Incidentele subsidie
Naast de structurele subsidies is het mogelijk incidentele subsidies aan te vragen. Het zijn subsidies voor éénmalige activiteiten. In de productenbegroting staat een budget voor incidentele subsidies opgenomen. Het college zorgt voor de verdeling van dit budget. Voor de incidentele subsidies geldt ook een plafond.
In het kader van de lastenverlichting is er voor gekozen geen verantwoording in te laten dienen. In het algemeen zal er een vast bedrag worden toegekend en is subsidietoekenning tevens vaststelling. Als er vooraf geen vast bedrag kan worden toegekend zal in de beschikking worden aangegeven op welke manier de verantwoording plaats moet vinden.
Het niet doorgaan van een activiteit moet gemeld worden bij het college. Het college kan besluiten tot terugvordering over te gaan. Eventueel reeds gemaakte kosten zullen door het college bij de besluitvorming worden meegewogen. De reden van het niet doorgaan van de activiteit is bepalend voor het subsidiëren van gemaakte kosten.
Hoofdstuk 4 Waarderingssubsidie
De waarderingssubsidie is een nieuwe subsidievorm. Een waarderingssubsidie is bedoeld om een activiteit of meerdere activiteiten aan te moedigen of om de waardering daarvoor kenbaar te maken. Het verschil met een incidentele subsidie zit hem in het gegeven dat het bedrag van de waarderingssubsidie geen relatie heeft met de totale kosten van de activiteit(en).
In de productenbegroting staat een budget voor waarderingssubsidies. Het college draagt zorg voor de verdeling van dit budget.
In het kader van de lastenverlichting is er voor gekozen geen verantwoording in te laten dienen. Subsidieverlening is tevens subsidievaststelling.
Het niet doorgaan van een activiteit moet gemeld worden bij het college. Het college kan besluiten tot terugvordering over te gaan. Eventueel reeds gemaakte kosten zullen door het college bij de besluitvorming worden meegewogen. Van belang is dan wat de reden is waarom de activiteit niet is doorgegaan.
Er kunnen zich bijzondere omstandigheden voordoen die er toe leiden dat het college besluit ontheffing te verlenen van één of meerdere verplichtingen uit deze verordening.
Het college kan bij bijzondere omstandigheden afwijken van de bepalingen in deze verordening of de strikte toepassing hiervan versoepelen.
Dit artikel regelt de afhandeling van subsidies die zijn verleend over het jaar 2012 of eerdere jaren (voorzover die nog niet zijn vastgesteld). Deze subsidies worden nog op grond van de oude verordening afgehandeld.