Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening 2014 |
Citeertitel | Monumentenverordening Elburg 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | monumenten |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-02-2014 | Nieuwe regeling | 27-01-2014 Gemeenteblad, 12 februari 2014, nr. 7213. | Onbekend |
De raad van de gemeente Elburg,
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 3 december 2013
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Deze verordening verstaat onder:
monumentencommissie: de op basis van artikel 15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak Burgemeester en Wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de verordening en het monumentenbeleid;
HOOFDSTUK 2: BESCHERMDE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
Paragraaf 1. De plaatsing op en wijziging van de gemeentelijke monumentenlijst.
Artikel 5: Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan alsmede aan de aanvrager.
Paragraaf 2. Vergunningverlening voor gemeentelijke monumenten
Artikel 11: De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 6.2 Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegeven en bescheiden worden in drievoud ingediend.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 9 en 10 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 17: Toezicht en opsporing
De opsporing van de in artikel 23 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover dat feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzonderingen van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker, te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.