Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Loonkostensubsidie, scholingskosten en reiskosten v.a. 1.1.2014 Gemeente Kerkrade |
Citeertitel | Beleidsregels Loonkostensubsidie, scholingskosten en reiskosten v.a. 1.1.2014 Gemeente Kerkrade |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Het betreft algemene beleidsregels, waarin individuele situaties van afgeweken kan worden
Re-integratieverordening Wwb, Ioaw en Ioaz 2013
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-02-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 17-12-2013 Elektronisch gemeenteblad 14-02-2014 | 13n00897 |
De re-integratieverordening Wwb, Ioaw en Ioaz 2013 is door de Raad vastgesteld in de vergadering van 27 februari 2013. De verordening geeft het raamwerk en kader aan waarbinnen re-integratie van klanten plaatsvindt.
In een aantal artikelen wordt het College van burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven nadere regels te stellen. Deze nadere uitwerking wordt gegeven middels onderhavige beleidsregels die door het college in de vergadering van 17.12.2013 zijn vastgesteld.
De artikelen waar middels de beleidsregels een nadere invulling aan wordt gegeven zijn:
Deze artikelen worden hieronder verder uitgewerkt en toegelicht.
Voorts wil het College in deze beleidsregels bepalingen opnemen over de vraag hoe om te gaan met eventuele reiskostenvergoeding aan klanten.
Re-integratieverordening Artikel 8 Loonkostensubsidies
De in lid 3 genoemde criteria zijn facultatief. Dat wil zeggen dat de klant één van die voorwaarden moet voldoen om in aanmerking te komen.
Dit instrument kan ingezet worden onder de volgende voorwaarden:
De loonkostensubsidie wordt vastgesteld conform onderstaand schema (bedragen zijn gebaseerd op een full-time dienstverband).
Hierbij geldt het principe dat de loonkostensubsidie achteraf wordt betaald en na afloop van de loonkostensubsidieperiode definitief wordt vastgesteld middels een beschikking aan de werkgever. De werkgever dient hiervoor de loonspecificaties over de loonkostensubsidieperiode mee te sturen.
Het instrument loonkostensubsidie kan naast de modules worden toegepast. Cumulatie is dus mogelijk.
Schematisch overzicht loonkostensubsidie
- Bij verlenging met 6 maanden | - € 3500 na 6 maanden en de volgende € 3500 na 12 maanden (v.a. start) |
De loonkostensubsidie wordt bij een parttime dienstverband naar rato verleend en vastgesteld.
Voor jongeren tot 23 jaar is sprake van een leeftijdsafhankelijk procentueel recht, gekoppeld aan de systematiek van het Wettelijk Minimumloon.
Re-integratieverordening Artikel 10 Scholing en opleiding
Als een persoon additionele werkzaamheden verricht als bedoeld in artikel 10a WWB en niet beschikt over een startkwalificatie, bekijkt het college na een periode van zes maanden na aanvang van die werkzaamheden in hoeverre scholing of opleiding de toegang tot de arbeidsmarkt kan bevorderen. Geen scholing of opleiding wordt aangeboden als dit naar het oordeel van het college de krachten of bekwaamheden van belanghebbende te boven gaat of niet bijdraagt aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
In het kader van de bezuinigingen op het Re-integratiebudget is o.a. besloten geen middelen meer in te zetten voor scholingskosten.
Nu het project Naar Buiten van start is gegaan, en daarnaast ook WSP in werking is, zullen er ook verzoeken komen voor overname scholingskosten. Er zal beleidsmatig een antwoord gegeven moeten worden op de vraag hoe daar mee om te gaan.
Afbakening in de verordening 2013
Lid 1 beperkt de “hoogte” van de scholing: tot het bereiken van de startkwalificatie.(HAVO/MBO2 niveau)
Lid 2 bepaalt dat vergoeding van scholingskosten niet geldt voor jongeren tot 27 jaar. Vergoeding van scholingskosten is voor deze groep uitgesloten.
Er kunnen feitelijk 2 soorten scholing(skosten) onderscheiden worden:
Meestal bestaat de aanbieding uit een periode scholing en aansluitend (na succesvolle afsluiting opleiding) een arbeidscontract van minimaal 6 maanden, waarbij gedurende de periode van het tijdelijke dienstverband, naast scholingskosten, ook begeleidingskosten worden gevraagd
Daarbij geldt als uitgangspunt dat de werkgever een zeker risico moet durven lopen (ondernemersrisico) en alleen betaald krijgt naar prestatie, waarbij zelfs sprake kan zijn van een bonus bij bovenmatig presteren.
Aanbieders kunnen, op basis van voorselectie door de consulenten, de klanten zelf selecteren. Voor die klanten die men op basis van eigen selectie kiest moet men dus ook risico durven lopen. Niet presteren betekent derhalve dan ook dat er niet betaald wordt. Dat voert de prestatiedruk bij de aanbieder op en zal dit het resultaat alleen maar positief beïnvloeden. De ervaring is dat het kaf van het koren gescheiden wordt op die manier, waardoor alleen de “echte” serieuze aanbieders overblijven.
In het geval van een dergelijk aanbod wordt als richtlijn het volgende financieringsregime gehanteerd:
Indien meer dan 10 klanten starten wordt bij een uitstroom van meer dan 70% van het overeengekomen aantal kandidaten een bonus ter beschikking gesteld van € 1000 per extra geplaatste kandidaat. (bonusregeling). Dit geldt alleen bij volledige uitstroom uit de uitkering van de klant.
Bovenstaand financieringsregime wordt als richtlijn toegepast. Het kan echter voor komen dat dit model niet in ieder geval van toepassing kan zijn. Indien noodzakelijk kan dan maatwerk worden toegepast.
Scholing als onderdeel van de plaatsing van de klant bij een werkgever
Nu het project Naar Buiten actief is zullen de accountmanagers geconfronteerd worden met scholingskosten. Uiteraard ligt de primaire verantwoordelijkheid daarvoor bij de werkgever. Het gesprek met de werkgever wordt ook op die manier gevoerd. Het kan echter voor komen dat een werkgever twijfelt om de kosten te betalen en, in het extreemste geval, het dan toch zinvol is de kosten voor onze rekening te nemen. Als de kans dat de klant daarmee duurzaam, en niet tijdelijk, geplaatst wordt is dat zeker zinvol en effectief. Het is aan de accountmanager om die beoordeling te doen en die afweging te maken en moet ter plekke bij de werkgever de “deal” kunnen sluiten.
Daarnaast kan het voorkomen dat de accountmanager de klant wel bij die werkgever kan plaatsen voor bepaalde tijd, maar op voorhand duidelijk is dat de werkgever niet de mogelijkheid heeft of dit wil hebben om de klant daarna duurzaam te behouden. In een dergelijk geval kan de accountmanager van mening zijn dat het, ter bevordering van een duurzamere plaatsing bij een andere werkgever, goed zou zijn dat de klant toch een vorm van scholing gaat volgen.
Het volgende regime wordt gehanteerd:
Bovenstaande vergoeding geldt alleen voor de modules 1 t/m 3.
Omdat het bij Soc. Activeringsplekken niet gaat om trajecten en activiteiten gericht op betaald werk worden voor deze doelgroep geen scholingskosten vergoed.
Werkproces (aanvraag en betaalbaarstelling)
Hierbij gaat het om de vraag of er al dan niet door een klant een aanvraag moet worden ingediend en hoe de gevraagde scholingskosten tot uitbetaling komen.
Bij scholing als bedoeld onder 1 (projecten) zijn deze kosten een onderdeel van het contract dat we met de aanbieder maken en is als zodanig dus een vergoeding aan de aanbieder en niet aan de klant. In die gevallen hoeft de klant dus zelf geen aanvraag voor die scholingskosten in te dienen.
Betaling vindt dan plaats op basis van de in het contract gemaakte afspraken rechtstreeks aan de aanbieder.
Bij scholing als bedoeld onder 2 gelden 2 situaties:
De scholing is een onderdeel van de afspraak die de accountmanager van naar Buiten met de werkgever maakt
Het kan voor komen dat de werkgever wel bereid is om zijn scholingsverantwoordelijkheid te nemen, maar niet geheel voor de kosten wil/kan op komen. Als de accountmanager dan een deal sluit met die werkgever in de wetenschap dat de klant daarmee duurzaam bij die werkgever geplaatst wordt, valt de vergoeding onder de deal met de werkgever en is derhalve een toekenning aan de werkgever en niet aan de klant. Het is dan ook primair aan de werkgever om die scholing te organiseren. De klant hoeft die vergoeding dan dus ook niet aan te vragen. De werkgever dient wel aan te vragen. De accountmanager kan de werkgever het aanvraagformulier tijdens het gesprek laten ondertekenen. In dat geval vindt de financiering plaats op basis van de afspraken die de accountmanager met de werkgever heeft gemaakt. Daarbij gelden dus wel de hierboven genoemde bedragen en systematiek.
De accountmanager heeft de klant wel bij een werkgever tijdelijk geplaatst, waarbij het op voorhand duidelijk is dat er geen verlenging van het tijdelijk contract mogelijk is bij die werkgever
In dat geval kan het volgens de accountmanager toch wenselijk/noodzakelijk zijn dat de klant een vorm van scholing gaat volgen om zijn kansen op een duurzame baan bij een andere werkgever vergroten.
Het is dan wel een vergoeding aan de klant, maar de klant hoeft geen aanvraag hiervoor in te dienen. De accountmanager wordt gemandateerd om een dergelijk instrument in te zetten en hierover te besluiten.
Hierover is in de re-integratieverordening niets opgenomen.
Artikel 13 van de verordening (Hardheidsclausule) biedt de mogelijkheid om af te wijken van de verordening.
Middels deze beleidsregels wordt aan dat artikel en de daarin genoemde bevoegdheid van het College invulling gegeven.
Voor de beoordeling of het redelijk en wenselijk is de noodzakelijk te maken reiskosten te vergoeden aan de klant geldt de volgende volgorde:
De regels over de reiskostenvergoeding zijn van toepassing op klanten in alle modules!
De inschatting van de hierboven genoemde mogelijkheden wordt gemaakt door de accountmanager/re-integratieconsulent en is gemandateerd ook hierover te besluiten.
Mandaat voor accountmanager/re-integratieconsulent
De accountmanager/re-integratieconsulent is de spil langs wie de contacten met werkgevers en aanbieders lopen.
De accountmanager/re-integratieconsulent moet dan ook ter plekke besluiten kunnen nemen en afspraken verder afhandelen (aanvraagformulier indien nodig, beschikking verzorgen, etc..), maar ook een besluit mogen nemen.
De mandaatregeling zal zodanig worden aangepast dat de accountmanager/re-integratieconsulent daartoe maximaal gefaciliteerd wordt.