Organisatie | Strijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening gemeente Strijen 2012 |
Citeertitel | Bezoldigingsverordening gemeente Strijen 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Arbeidsvoorwaardenregeling der gemeente Strijen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 29-05-2012 Onbekend | Onbekend |
Hoofdstuk II Salaris en beloning
De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage 2 of bijlage 3 van de AVR.
Paragraaf Incidentele extra periodieke verhoging van het salaris
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt kan één of meer éxtra periodieke salarisverhogingen tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van een E-score bij de beoordeling.
Paragraaf Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de AVR, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten vermeerderd met één bevorderingsperiodiek.
Hoofdstuk IV Overige toelagen en vergoedingen
Aan de ambtenaar wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 AVR. Het bijwonen van een raadsvergadering door sectorhoofden, dan wel door hun plaatsvervangers, wordt niet aangemerkt als werk. De voorlichter woont de raadsvergadering bij zonder dat hij aanspraak maakt op de artikelen 3:2 en 3:2:1 AVR.
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt moeten worden.
Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware onaangename of gevaarlijke arbeid wordt opgedragen zoals bepaald in artikel 1 wordt maandelijks een vaste toelage toegekend.
De in het tweede lid genoemde toelage bedraagt per maand het verschil tussen trede 10 en 11 van salarisschaal 4.
Als de ambtenaar in dezelfde functie of in een andere functie niet meer in aanraking komt met de arbeidsomstandigheden zoals bepaald in het eerste lid wordt de inconveniëntentoeslag omgezet in een persoonlijke toelage.