Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling Milieudienst IJmond |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling Milieudienst IJmond |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
De raad heeft op 17 oktober 2013 aan het college toestemming gegeven om de gemeenschappelijke regeling te wijzigen.
De GR is door gedeputeerde staten van Noord-Holland goedgekeurd op 7 april 1998 en in werking getreden op 1 mei 1998;
De eerste wijziging is door gedeputeerde staten van Noord-Holland goedgekeurd op 14 maart 2002
en in werking getreden op 1 mei 2002;
De tweede wijziging is door gedeputeerde staten van Noord-Holland goedgekeurd op 16 december 2003
en in werking getreden op 1 februari 2004;
De derde wijziging is in werking getreden op 1 april 2013;
De vierde wijziging is in werking getreden op 1 januari 2014.
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | nieuwe regeling | 17-10-2014 De Jutter / De Hofgeest, 28 november 2013 | B13.0333 |
Een lid van het algemeen bestuur kan bij afwezigheid worden vervangen door een voor de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen door de raad uit zijn midden, inclusief de voorzitter, en voor gemeente Haarlem en provincie Noord-Holland door het college uit zijn midden aangewezen plaatsvervangend lid.
Zittingperiode en beëindiging lidmaatschap
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een periode gelijk aan de zittingsperiode van de raad onderscheidenlijk provinciale staten. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de betreffende raad onderscheidenlijk provinciale staten afloopt.
De raden van de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen onderscheidenlijk de colleges van gemeente Haarlem en provincie Noord-Holland kunnen een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur ontslaan indien dit lid het vertrouwen van de raad onderscheidenlijk het college niet meer bezit. Artikel 50 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur alsmede de raad die onderscheidenlijk het college dat hen heeft benoemd, schriftelijk op de hoogte. Leden van het algemeen bestuur die ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege het bestuur van een deelnemer dan wel door of vanwege het bestuur van de dienst aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn voor een deelnemer of de dienst.
Inlichtingen en verantwoording
Een lid van het algemeen bestuur dat is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders van gemeente Haarlem kan door het college van burgemeester en wethouders of door de raad van gemeente Haarlem ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.
Paragraaf 3: Dagelijks bestuur
Zittingperiode en beëindiging lidmaatschap
Het algemeen bestuur kan één of meer door hem aangewezen leden van het dagelijks bestuur ontslaan indien deze het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezitten. Artikel 50 van de Gemeentewet onderscheidenlijk artikel 50 van de Provinciewet is van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
De voorzitter is aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde bestuur. Hij geeft het algemeen bestuur mondeling of schriftelijk de door één of meer leden gevraagde inlichtingen. Indien het algemeen bestuur dit wenselijk acht, worden deze inlichtingen periodiek verstrekt.
De dienst bereidt wettelijke milieutaken, milieubeleidstaken en taken met betrekking tot de fysieke omgeving van de deelnemers voor, welke zijn opgenomen in de bij deze regeling gevoegde bijlage, onderdeel I, en voert deze, met inachtneming van de eveneens in de bijlage aangeduide bevoegdheden, uit.
Voor een wijziging in de door de dienst uit te voeren taken en/of in de aan de dienst toekomende bevoegdheden, zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling, is de goedkeuring van de raad, onderscheidenlijk provinciale staten van de betreffende deelnemer, alsmede unanieme instemming van zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur van de dienst vereist. Een besluit wordt eerst genomen nadat de andere deelnemers in de gelegenheid zijn gesteld hieromtrent hun zienswijze te geven.
Elke deelnemer stelt om de 4 jaar een integraal milieubeleidsplan vast waarin de ontwikkelingsrichtingen in het te voeren milieubeleid worden uiteengezet. Op basis van dit plan stelt de dienst jaarlijks voor elke deelnemer een milieuwerkprogramma op. In dit programma worden in ieder geval vastgelegd:
De deelnemers kunnen aan het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de secretaris-directeur mandaat verlenen ter uitvoering van de bevoegdheden van de betreffende deelnemer, voor zover deze binnen het belang van deze regeling vallen. Onverminderd het bepaalde in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht moet het dagelijks bestuur instemmen met de mandaatverlening door de betreffende deelnemer.
Het nemen van zelfstandige besluiten op verzoeken om schadevergoedingen die veroorzaakt zouden zijn binnen het kader van de uitoefening van de onder de leden 1, 2 en 3 van dit artikel genoemde bevoegdheden, is aan de deelnemers voorbehouden. Het nemen van deze besluiten wordt noch aan de bestuursorganen van de dienst overgedragen, noch opgedragen.
Het dagelijks bestuur kan besluiten dat de secretaris-directeur bevoegd is in naam van dit bestuur de in de bijlage onderdeel II, onder a, b, en d aangeduide besluiten te nemen. Zij kan hierbij tevens aangeven dat de secretaris-directeur kan besluiten dat de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame teamleiders en senioren eveneens met voornoemde bevoegdheden worden belast, met inachtneming van het elders in deze regeling bepaalde. Deze ondermandaten worden aan de deelnemers bekendgemaakt. Het nemen van de in de bijlage onder c aangeduide besluiten is slechts aan het dagelijks bestuur voorbehouden.
De stukken die van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur uitgaan, worden door de voorzitter ondertekend. Het dagelijks bestuur kan hem toestaan de ondertekening op te dragen aan een ander lid van dit bestuur, aan de secretaris-directeur of aan een of meer andere ambtenaren van de dienst.
Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een ontwerpbegroting op van baten en lasten en de investerings- en financieringstaak voor het volgende boekjaar. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting zes weken voordat zij ter vaststelling aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten resp. provinciale staten van de provincie.
De raden van de deelnemende gemeenten en provinciale staten van de provincie kunnen binnen 6 weken na de datum van toezending omtrent de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van hun zienswijze doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin die zienswijze is vervat, bij de begroting zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
De SiSa-verantwoordingsbijlage met verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen maakt onderdeel uit van de toelichting op de jaarrekening. Het dagelijks bestuur verantwoordt zich door middel van de jaarrekening over de uitvoering van de regelingen van de specifieke uitkeringen overeenkomstig het bepaalde in artikel 17a van de Financiële- verhoudingswet uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De dienst verantwoordt zich in de begroting en de jaarstukken over de in artikel 8 van de Wet financiering decentrale overheden genoemde gegevens, conform de bij of krachtens die wet gestelde normen en regels. Bij afwijkingen dan wel dreigende overschrijding van de in de Wet financiering decentrale overheden genoemde normen, wordt daarover afzonderlijk en onverwijld gerapporteerd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Als de garantstelling van één of meer deelnemers nodig is, in verband met het aangaan van geldleningen en/of rekening courantovereenkomsten, dan wordt het conceptbesluit tot het aangaan van een geldlening, een rekening-courant-overeenkomst of het uitlenen van geld, aan de desbetreffende respectievelijk aan alle deelnemers ter goedkeuring voorgelegd.
Voor het betalen van rente en aflossing van aan te gane geldleningen en in rekening-courant op te nemen gelden staan de deelnemers garant voor zover ter zake door andere overheidsorganen geen garantie is verstrekt. De deelnemers nemen aan de garantie deel in de verhouding van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarin de garantie is verleend.
De lasten van de dienst worden gedekt door:
bijdragen van de deelnemers voor de uitoefening van taken zoals bedoeld in artikel 16. De hoogte van deze bijdragen wordt per deelnemer telkens voor een periode van 3 jaar op basis van de door de dienst jaarlijks vastgelegde tijdschrijfgegevens door het algemeen bestuur vastgesteld ingaande 1 januari 2003;
In afwijking van het eerste lid dragen gemeente Haarlem en provincie Noord-Holland voor de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 16 tot 1 januari 2017 jaarlijks bij middels een som in een keer. De som in een keer wordt jaarlijks door het algemeen bestuur vastgesteld. De door de betreffende partijen in te brengen formatie vormt de basis voor de berekening van de som in een keer.
Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Toetreding tot de regeling kan plaatsvinden bij besluit van de raad onderscheidenlijk provinciale staten en het college en de burgemeester onderscheidenlijk de commissaris van de Koning van de toetredende gemeente of provincie, nadat de raden onderscheidenlijk provinciale staten van de deelnemers met deze toetreding hebben ingestemd.
De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de raden onderscheidenlijk provinciale staten van bestaande deelnemers met de toetreding hebben ingestemd en het besluit tot toetreding is bekend gemaakt en ingeschreven in de gemeentelijke registers onderscheidenlijk het provinciale register als bedoeld in artikel 27 juncto artikel 52 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Wijziging wettelijke regelingen
Indien ten gevolge van wijziging van wettelijke regelingen, ter bescherming van de omgeving en het milieu, werkzaamheden als bedoeld in artikel 16 en 17 gaan strekken ter uitvoering van een andere regeling dan ter uitvoering waarvan zij ten tijde van het van kracht worden van deze gemeenschappelijke regeling strekten, dan wel indien in deze werkzaamheden ten gevolge van een dergelijke wijziging veranderingen optreden, blijven zij, voor zover hun strekking en omvang door die wijziging niet wezenlijk veranderen, behoren tot de taken die overeenkomstig artikel 16 en 17 aan de dienst zijn opgedragen en overgedragen.
Bijlage als bedoeld in de artikelen 16 en 22
Onderdeel I Taken (artikel 16)
De dienst bereidt voor de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen alle wettelijke milieutaken en alle milieubeleidstaken, alsmede de taken bedoeld in het basistakenpakket, voor en voert deze met inachtneming van de in onderdeel II van de in deze regeling opgenomen bijlage aangeduide bevoegdheden uit. Tot de in dit lid bedoelde taken behoren in ieder geval de in het vierde lid onder a tot en met q genoemde taken.
De dienst bereidt voor gemeente Haarlem alle inrichtinggebonden milieutaken, alsmede de taken bedoeld in het basistakenpakket, voor en voert deze met inachtneming van de in onderdeel II van de in deze regeling opgenomen bijlage aangeduide bevoegdheden uit. Tot de in dit lid bedoelde taken behoren in ieder geval de in het vierde lid onder a, b, c, h, k, o, p en q genoemde taken.
De dienst bereidt voor provincie Noord-Holland alle taken bedoeld in het basistakenpakket voor en voert deze met inachtneming van de in onderdeel II van de in deze regeling opgenomen bijlage aangeduide bevoegdheden uit, met uitzondering van de taken met betrekking tot BRZO-bedrijven en bedrijven die onder de IPPC-richtlijn 2008/1/EG als IPPC werden aangemerkt en het milieutoezicht waarvoor krachtens provinciale verordening een vergunning is vereist. Tot de in dit lid bedoelde taken behoren in ieder geval de in lid 4 onder b, c, k, p, q en r genoemde taken.
Onderdeel II Bevoegdheden (artikel 22)
Aan het dagelijks bestuur worden door de deelnemers uit de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen de volgende bevoegdheden gedelegeerd:
het nemen van besluiten aangaande omgevingsvergunningen, die uitsluitend zien op activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid 1 sub e en sub i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop gebaseerde regelgeving, alsmede het nemen van de besluiten ingevolge de regels bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming, de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Algemene wet bestuursrecht, te weten;
het nemen van besluiten inzake het aanwijzen van ambtenaren belast met vertegenwoordiging in bezwaar- of beroepsprocedures en het leiden of deelnemen aan zittingen waarin gelegenheid wordt geboden mondelinge zienswijzen of bedenkingen in te dienen voor zover deze vertegenwoordiging betrekking heeft op de uitoefening van de onder a en b van dit artikellid genoemde bevoegdheden.