Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut 2013 |
Citeertitel | Treasurystatuut 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
gelet op de Gemeentewet artikel 212, de Financiële verordening 2013 artikel 13 lid 3, het Uitwerkingsbesluit Financiële verordening 2013 en de Wet financiering decentrale overheden 2013 (wet FiDo);
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-02-2014 | Geen | 20-12-2013 officiele bekendmakingen, d.d. 10-02-2014 | 2013-522337 |
Het College van Burgemeester en Wethouders;
gelet op de Gemeentewet artikel 212, de Financiële verordening 2013 artikel 13 lid 3, het Uitwerkingsbesluit Financiële verordening 2013 en de Wet financiering decentrale overheden 2013 (wet FiDo);
vast te stellen het navolgende Treasurystatuut van de gemeente Apeldoorn.
In dit statuut wordt verstaan onder:
treasuryfunctie: de uitvoering van alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële posities, financiële stromen en de hieraan verbonden risico’s. Het treasurybeheer valt onder te verdelen in cashmanagement, risicomanagement en financiering/belegging;
schatkistbankieren: schatkistbankieren houdt in dat deelnemende instellingen al hun liquide middelen en beleggingen aanhouden in de schatkist bij het ministerie van Financiën en niet langer financiële geldmiddelen en vermogens bij private partijen buiten de schatkist aanhouden. Schatkistbankieren betekent dat de gemeente de middelen die zij (tijdelijk) niet nodig heeft voor de uitoefening van haar taken en verantwoordelijkheden – met andere woorden haar (tijdelijke) overtollige middelen – aanhoudt in de schatkist.
Artikel 3 Operationele doelstellingen, richtlijnen en limieten cashmanagement
Van elke geldmarkttransactie wordt een geldmarktticket opgemaakt, waarop in elk geval vastgelegd wordt: bedrag, looptijd, rentepercentage, tegenpartij en indien via een tussenpersoon de lening is aangetrokken, de makelaar en zijn courtage. Het document moet worden ondertekend door een bevoegde functionaris en de transactiebevestiging van de tegenpartij of bemiddelend makelaar moet worden bijgevoegd;
Bij transacties met een looptijd > 1 bankdag moeten minimaal twee offertes worden opgevraagd. Dit wordt schriftelijk vastgelegd in een beslissingsdocument met vermelding van de modaliteiten van de offerte (tegenpartijen welke offerte is gevraagd, de offerte zelf en de keuze).Er kan met 1 offerte worden volstaan indien de geoffreerde rente de bij die periode behorende euriborrente niet overstijgt.
Artikel 4 Operationele doelstellingen, richtlijnen en limieten risicobeheer
Het is toegestaan kortlopende leningen af te dekken met een rente-instrument waarmee het renterisico voor de langere termijn wordt afgedekt. Deze combinatie van korte leningen (korter dan één jaar) met een langlopend rente-instrument (looptijd één jaar of langer) wordt beschouwd als langlopende financiering en belast daarmee de kasgeldlimiet niet.
Artikel 5 Operationele doelstellingen, richtlijnen en limieten financiering/belegging
Van elke transactie wordt een kapitaalmarktticket opgemaakt waarop in elk geval vastgelegd wordt: bedrag, looptijd, rentepercentage, tegenpartij en indien via een tussenpersoon de lening is aangetrokken, de makelaar en zijn courtage. Het document moet worden ondertekend door een bevoegde functionaris en het contract van de tegenpartij moet worden bijgevoegd. Tevens wordt een beslissingsdocument vastgelegd, waarin staat op basis van welke informatie tot de transactie is besloten.
Artikel 7 Operationele doelstellingen en richtlijnen bij verstrekken van leningen of geven van gemeentegarantie
De gemeente heeft als bestaand beleid dat zij geen lening verstrekt en geen gemeentegarantie geeft, tenzij politiek- bestuurlijke motieven zich hier tegen verzetten. In de advisering over de aanvraag van een lening of garantstelling zullen de volgende aspecten worden betrokken:
Beantwoording van de vraag of door middel van het verstrekken van een lening of het geven van gemeentegarantie de derde een lagere rente bij de (bank)lening kan bedingen. In dit gevalzullen door de gemeente voorwaarden worden gesteld en zekerheden worden geëist (bijv. het recht van (1ste) hypotheek;
Het duidelijk moet zijn dat de instelling/organisatie die om een lening of gemeentegarantie vraagt zonder gemeentegarantie geen financiering van de bank kan krijgen. Indien de raad toch een lening of garantie wil verstrekken dient er vooraf een reële inschatting van het risico van verlies gemaakt te worden. Dit gekoppeld aan het bedrag waarvoor de garantie of lening wordt verstrekt geeft in feite de “kosten” van de gemeentegarantie of lening aan;
Artikel 8 Verantwoordelijkheden treasury-functie
TR =Treasurer of plaatvervanger MF&C =manager Financiën & Control
TMFBA =Teammanager Financieel en Bedrijfskundig advies GR =Gemeenteraad
Credit Ratings spelen een belangrijke rol in de prijs die moet worden betaald voor het aantrekken van vreemd vermogen en het afsluiten van rente-instrumentcontracten.
In principe is een credit rating een inschatting van de kans op eventuele wanbetaling bij toekomstige betalingsverplichtingen op schuldpapier. Een hogere rating houdt een betere kredietwaardigheid in. De gebruikte ratingsystemen zijn dermate consistent, dat ratings zowel tegelijkertijd als in de tijd met elkaar vergelijkbaar zijn.
Credit Ratings zijn er in verschillende vormen, zoals ‘long term’ ratings, waarbij het risico van wanbetaling op langere termijn wordt voorspeld, en ‘short term’ ratings, welke de kredietwaardigheid voor de termijn van een jaar weergeven.
Ratings worden toegekend op aanvraag door de onderneming (emittent). De ratingagency stelt daarop een comité samen (bestaande uit specialisten), dat de rating zal gaan bepalen. Dit onderzoek duurt 3 tot 6 maanden, in welke periode de aanvrager tevens gedurende enkele dagen door het comité wordt bezocht, waarbij door interviews en presentaties met het topmanagement een duidelijk beeld van de organisatie wordt verkregen. De uiteindelijke rating is dan ook gebaseerd op meer informatie dan wat publiekelijk bekend is. Na bekendmaking van de rating, zal de ratingagency blijvend contacten onderhouden met de onderneming en deze één of twee keer per jaar bezoeken, teneinde zich op de hoogte te houden van alle relevante ontwikkelingen. De ratingagencies zorgen er dus voor, dat altijd de juiste rating wordt afgegeven. Toonaangevende ratingagencies zijn Moody’s, Standard & Poor’s (S&P) en Fitch IBCA.
Ratings van met name banken, maar ook van grote ondernemingen, vervullen een belangrijke rol in de (internationale) financiële markten en voorzien in een aantal behoeftes, die op zich gerelateerd zijn aan de functies van de ratings:
Goedkope en superieure bron van informatie: rating-agencies baseren hun kredietwaardigheidanalyse op meer dan publieke informatie. Zodoende komt er via de rating informatie vrij die (nog) niet bekend is bij de belegger.
Bij zoveel aanbieders van schuldtitels wordt een uitvoerige kredietwaardigheidanalyse per schuldtitel een dure zaak: ratings bieden hier uitkomst. De portefeuillemanager kan zich nu beperken tot andere strategische activiteiten.
Bevestiging van het eigen oordeel en bron van verzekering van de portefeuillemanager: het (belangrijke) eigen oordeel ten aanzien van de kredietwaardigheid van een bankinstelling zal de belegger graag bevestigd zien. De rating zorgt voor een waardevolle ‘second opinion’. Indien de portefeuillemanager een hoogwaardig krediet in zijn portefeuille had, dat uiteindelijk toch failliet ging, kan hij zich er op beroepen dat ook deskundigen hetzelfde oordeel hadden.
Geeft mogelijkheid tot regulatie: wettelijke toezichthouders en directies van institutionele beleggers kunnen de aan hun toezicht onderworpen instellingen en portefeuillemanagers beperkingen opleggen ten aanzien van de te nemen kredietrisico’s. Beleggingsrestricties kunnen aldus worden opgelegd door middel van ratings. Op deze manier wordt het beleggingsbeleid, voor wat betreft de kredietwaardigheid, direct vertaald naar de belegger toe.
Overzicht lange termijn ratings
N.B. De - en + ratings (bijvoorbeeld AA-) geven aan dat de rating naar beneden (-) of naar boven (+) neigt.
Overzicht korte termijn ratings
Vooral ondernemingen met de triple A-status (Aaa/AAA) zijn zeer trots op hun rating en laten dat duidelijk blijken. Een goede rating biedt toegang tot vrijwel elke kredietmarkt. Zodra er funding nodig is kan bekeken worden in welke markt de gunstigste condities te behalen zijn en daar gelden aangetrokken worden. Hierdoor kan snel op gunstige marktomstandigheden worden ingespeeld.
TOELICHTING TREASURYSTATUUT VAN DE GEMEENTE APELDOORN
Het Treasurystatuut van de gemeente Apeldoorn heeft tot doel duidelijke afspraken over de treasuryfunctie vast te leggen: welke doelen steven we na, wie heeft welke verantwoordelijkheden en welke bevoegdheden horen daarbij en welke limieten spelen voor welke functionarissen een rol. Ook worden op deze manier duidelijk afspraken gemaakt over de informatievoorzieningen vooraf en achteraf.
Artikel 2 t/m 7 Doelstellingen, richtlijnen en limieten
Per deelfunctie zijn operationele doelstellingen, richtlijnen en limieten benoemd. Getracht is deze zo concreet mogelijk te maken zodat achteraf ook is vast te stellen of deze doelstellingen zijn gerealiseerd cq. of richtlijnen zijn nageleefd en limieten niet zijn overschreden. Doelstellingen in financiële zin horen niet thuis in een statuut, maar zullen onderdeel uit gaan maken van een treasuryjaarplan. Dit plan zal jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders worden vastgesteld. Er is voor een gebroken boekjaar gekozen omdat de cijfers van het grondbedrijf een belangrijke rol spelen. De nota Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) komt ergens half maart beschikbaar.. Een belangrijke voorwaarde bij het verstrekken van een lening of het geven van gemeentegarantie is het expliciet in beeld brengen van de risico’s.
Risicobeheer op beleggingen is beperkt tot tegenpartijen met minimaal een AAA-rating, lagere overheden of door lagere overheden gegarandeerde instellingen. De Wet FiDo biedt ruimte om ook aan instellingen die geen officiële rating hebben geldleningen te verstrekken. Voorwaarde is dat in het statuut een onderbouwing plaatsvindt van deze categorie. Er is bewust voor gekozen om hiervan geen gebruik te maken. Dit zou betekenen, dat wij als gemeente zelf de kredietwaardigheid van een instelling moeten gaan beoordelen. Omdat de gemeente een terughoudend treasurybeheer voorstaat en niet de deskundigheid heeft om de kredietwaardigheid te beoordelen van grote financiële instellingen is hiervan geen gebruik gemaakt. Hiernaast wordt het marktrisico beperkt door garantie van de hoofdsom. Dit betekent dat alleen mag worden belegd in vaste waarden van zeer kredietwaardige tegenpartijen. Aandelen zijn dan ook niet toegestaan. Uitzondering kan zijn, dat een belegging in aandelen wordt gepleegd in het kader van de publieke taak (bv. aandelen Circulus). Hiernaast mogen beleggingen enkel plaatsvinden vanuit een overliquide positie en zal onderbouwd moeten worden waarom de betreffende belegging heeft plaatsgevonden. Bij artikel 4 punt 10 laatste deel kan als voorbeeld worden genoemd een lening aan een woningbouwvereniging welke in het verleden door de gemeente is aangetrokken en één op één doorgeleend, contractueel kan nu nog een herfinanciering aan de orde zijn.
De treasuryfunctie wordt centraal uitgevoerd. Eenheden zijn verplicht hun financiering te regelen via de centrale treasuryfunctie. Hierbij wordt zoveel mogelijk geprobeerd te werken met marktconforme tarieven. Opslagen voor handeling en risico zijn beperkt. Indien afspraken worden gemaakt, die niet via het spoorboekje of de begroting zijn te herleiden, moet een en ander altijd worden vastgelegd in een interne overeenkomst. Deze overeenkomst wordt gesloten tussen de treasurer en de eenheidsmanager. De treasurer draagt zorg voor een deugdelijke administratie van deze overeenkomsten en de onderlinge verplichtingen. Artikel 8 Verantwoordelijkheden treasuryfunctie
Het treasurybeleid bestaat uit de volgende drie niveaus:
Het eerste niveau is het Treasurystatuut. Dit statuut dient als basis voor de treasuryfunctie. Het beschrijft de plaats en inrichting van de treasuryfunctie evenals de doelstellingen, taken en verantwoordelijkheden. Het Treasurystatuut heeft door haar aard een langdurige werking en wordt eens in de vier jaar geëvalueerd. In bijzondere omstandigheden kan het noodzakelijk zijn deze termijn te verkorten. Het tweede niveau is het treasuryjaarplan. Het treasuryjaarplan beschrijft de treasurydoelstellingen voor de tijdsduur van één jaar, en wordt elk jaar herzien en wordt geschreven binnen de kaders van het Treasurystatuut. Het derde niveau van het treasurybeleid is de daadwerkelijke uitvoering van de treasury-activiteiten, waaronder de uitvoering van de doelstellingen uit het treasuryjaarplan.
De raad stelt middels de financieringsparagraaf bij de begroting de globale plannen voor het begrotingsjaar vast. De treasuryparagraaf is het kader waarbinnen het college het treasurybeheer dient uit te voeren. Bij vaststelling van de financieringsparagraaf in de jaarrekening wordt achteraf door de raad controle uitgevoerd op het door het college gevoerde treasurybeheer.
Het college stelt het treasurystatuut vast, waarmee het kader vastligt waarbinnen treasury opereert. Daarnaast is het college formeel verantwoordelijk voor het uitvoeren van het treasurybeleid. De financieringsparagraaf wordt concreet ingevuld middels vaststelling door het college van het treasuryjaarplan. Hierin wordt aangegeven welke activiteiten in het betreffende jaar naar verwachting moeten worden uitgevoerd om de gestelde doelstellingen te realiseren. Het treasuryjaarplan kan worden gezien als een verdere concretisering van de treasuryparagraaf bij de begroting. Omdat vrij vroeg in het jaar de begroting op wordt gesteld en pas veel later in het traject keuzes worden gemaakt die gevolgen hebben voor het treasurybeheer lijkt het zinvol de financieringsparagraaf bij de begroting niet al te gedetailleerd te maken en later in het jaar in het vast te stellen treasuryjaarplan de feitelijke plannen vast te leggen.
De treasuryfunctie binnen de gemeente Apeldoorn is centraal georganiseerd bij de eenheid Financiën en Control. Hiervoor zijn de volgende argumenten te geven:
De manager Financiën & Control is de integraal verantwoordelijke manager voor het uitvoeren van het treasurybeleid zoals dat in het treasuryjaarplan is vastgelegd. Hij heeft de verantwoordelijkheid voor de uitvoering gemandateerd aan de teammanager van het team Financieel & Bedrijfskundig Advies(FBA).
De treasuryfunctie is binnen de eenheid Financiën en Control belegd bij deTreasurer. Hij opereert exclusief namens de gemeente op de geld- en kapitaalmarkt. Hij wordt hierbij operationeel geassisteerd door de plaatsvervanger. De Treasurer rapporteert aan de teammanager FBA. In de uitvoering van de treasuryfunctie wordt de Treasurer geadviseerd door de treasurycommissie. Een dergelijke commissie bestaat binnen de gemeente Apeldoorn. Om treasury een breder draagvlak te geven is een dergelijke commissie in gesteld, die bestaat uit de volgende functionarissen: de treasurer, de manager Financiën en Control, de adviseur Grondbedrijf, de concerncontroller, de Portefeuillehouder Financiën en de teammanager FBA. Deze commissie komt minimaal twee maal per jaar bijeen en stelt de rentevisie vast en plan van aanpak voor met betrekking tot toekomstige transacties.
De teammanager control van het controlteam bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor de control op de treasury-activiteiten. Hierbij wordt periodiek vastgesteld of de verschillende functionarissen hebben gehandeld binnen hun mandaat en de gestelde limieten en richtlijnen.
Om de treasurytaken uit te kunnen voeren moeten verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk worden vastgelegd. Hierbij dienen de volgende kanttekeningen te worden gemaakt:
Hiervan staat los dat treasury haar taak alleen goed kan vervullen indien zijn in overleg met de eenheden kan beschikken over actuele informatie.
Treasury is een specialisme, dat doorgaans door een klein team binnen een gemeente wordt uitgevoerd. Hierbij is de functiescheiding tussen de ‘frontoffice’ (diegene die transacties afsluiten), de ‘backoffice’(diegene die de transacties registreren) en de controlerende rol belangrijk. Middels het mandateren van bevoegdheden aan verschillende functionarissen is het mogelijk om slagvaardig te operen op de financiële markten en wordt de raad en het college niet belast met uitvoerende aangelegenheden. Middels een gestructureerde planning en control en voldoende functiescheiding etc is voldoende ‘zicht’ te houden op de treasury-activiteiten.
Artikel 10 Operationele en verantwoordingsinformatie
Het voeren van een goede treasury is sterk afhankelijk van de informatie waarover kan worden beschikt.
Zoals al eerder aangehaald zal jaarlijks een treasuryjaarplan worden voorgelegd aan het college van B&W. Dit jaarplan zal de basis vormen voor de tussentijdse rapportages. In het jaarplan zal dus als eerste een verschillenanalyse worden gemaakt tussen de begroting en het jaarplan.
Artikel 11 Administratieve organisatie en interne controle
Voor de belangrijkste processen van de treasuryfunctie zijn procedurebeschrijvingen opgesteld.
Hiernaast is het van belang dat, met name naar buiten toe, middels afzonderlijke besluiten aantoonbaar is wie welke bevoegdheden hebben en als zodanig namens de gemeente transactie mogen aangaan.