Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling
Werk en Inkomen Lekstroom
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.13 Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp);
gezien het voorgenomen besluit van het dagelijks bestuur van 30 januari
2014;
besluit vast te stellen de
Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang WIL
Artikel 1 Begripsbepalingen
- 1.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader
worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en
bijstand (Wwb), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp).
- 2.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
het bestuur: het dagelijks bestuur Werk en Inkomen
Lekstroom;
- b.
de Wwb: de Wet werk en bijstand (Wwb);
- c.
de Wkkp: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen.
Artikel 2 Gemeentelijke doelgroepen
- 1.
Aanspraak op een tegemoetkoming kosten kinderopvang heeft de ouder die
behoort tot
- a.
de in artikel 1.6 eerste lid Wkkp, onder c,e en j genoemde
doelgroep of
- b.
de doelgroep ‘sociaal medische indicatie’.
- 2.
Van een sociaal medische indicatie is sprake als de ouder:
- a.
een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische
beperking heeft of
- b.
een kind heeft dat op grond van sociaal medische problematiek
kinderopvang nodig heeft om zich goed en gezond te kunnen
ontwikkelen.
- 3.
Bij het beoordelen of sprake is van een sociaal medische indicatie zoals
bedoeld in dit artikel, wordt voorafgaande aan een eventuele toekenning
van enige tegemoetkoming advies ingewonnen over de noodzaak van
kinderopvang bij een onafhankelijke en voldoende professionele
organisatie met voldoende adequate deskundigheid.
Artikel 3 Kosten voor kinderopvang
De aanspraak op een tegemoetkoming kosten kinderopvang wordt bepaald
door:
- a.
het aantal uren kinderopvang per kind per berekeningsjaar en
- b.
de voor die kinderopvang te betalen prijs, met inachtneming van de
maximum uurprijs en
- c.
Artikel 4 Maximale uurprijs kinderopvang
- 1.
De maximum uurprijs zoals beschreven in artikel 4, eerste lid, van het
Besluit kinderopvangtoeslag
- 2.
Alle kosten die uitstijgen boven de in dit artikel genoemde maximum
uurprijzen komen niet voor vergoeding in aanmerking en komen volledig
voor rekening van de ouder(s).
Artikel 5 Maximum aantal uren kinderopvang
Het maximum aantal uren kinderopvang waarvoor een tegemoetkoming in de
kosten van kinderopvang wordt verstrekt, bedraagt 230 uren per maand per
kind voor alle vormen van opvang tezamen.
Artikel 6 Tegemoetkoming kosten kinderopvang
- 1.
De tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bedraagt per maand:
- a.
voor de ouder als bedoeld in artikel 2 lid 1 onderdeel a van de
verordening met een inkomen tot bijstandsniveau: het verschil
tussen de werkelijke kosten van kinderopvang, met inachtneming
van de maximale uurtarieven en het maximum aantal uren en de van
de belastingdienst ontvangen kinderopvangtoeslag.
- b.
Voor de ouder bedoeld in artikel 2 lid 1 onderdeel b van de
verordening wordt de berekeningsmethode van de belastingdienst
gehanteerd zoals die staat omschreven in het ‘Besluit
kinderopvangtoeslag’ hoofdstuk 2 paragraaf 1 ‘Algemene
berekeningsfactoren’.
- 2.
De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een
berekeningsjaar.
Artikel 7 Aanvraag
- 1.
Een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang wordt aangevraagd bij
het bestuur.
- 2.
Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat
ten minste:
- a.
naam, adres en burgerservicenummer van de ouder;
- b.
indien van toepassing: naam en burgerservicenummer van de
partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de
ouder: het adres van de partner;
- c.
naam, geboortedatum en burgerservicenummer van het kind of de
kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking
heeft;
- d.
een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau
dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt
aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs
per uur en de aanvangsdatum van de opvang;
- e.
overige gegevens die het bestuur nodig acht om te kunnen
besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
- 3.
Het bestuur kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een
door het bestuur vastgesteld en beschikbaar gesteld
aanvraagformulier;
- 4.
Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend
door de partner.
Artikel 8 Ingangsdatum van de tegemoetkoming
- 1.
De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de
aanvraag voor de tegemoetkoming door het bestuur in ontvangst is
genomen.
- 2.
Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de
tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang
zal plaatsvinden.
Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het dagelijks
bestuur Werk en Inkomen Lekstroom.
Artikel 10 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag nadat publicatie op de
voorgeschreven wijze heeft plaatsgevonden en werkt terug tot 1 januari
2014.
Artikel 11 Intrekking oude regeling
De Verordening tegemoetkoming kinderopvangkosten WIL vervalt gelijktijdig
met de inwerkingtreding van onderhavige verordening.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening tegemoetkoming
kosten kinderopvang WIL.”