Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van leges 2010, alsmede de bijbehorende tarieventabel |
Citeertitel | Legesverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belasting |
Deze regeling is vervangen door de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2011 | intrekking | 11-11-2010 Gemeenteblad Utrecht, 2010, 109 | Raadsvoorstel jaargang 2010, nr. 135 | |
01-10-2010 | 01-01-2011 | Toevoeging aan tarieventabel van Hoofdstuk 7 | 03-06-2010 Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr. 58 | Raadsvoorstel jaargang 2010, nr. 66 | |
28-01-2010 | 17-06-2010 | Tarieventabel: wijziging art. 2.19 t/m 2.23, 2.26, 2.28, 2.31 en toevoeging art. 6.47 t/m 6.51 | 14-01-2010 Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr. 4 | Raadsvoorstel jaargang 2010, nr. 4 | |
26-11-2009 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 05-11-2009 Gemeenteblad van Utrecht 2009, nr. 63 | Raadsvoorstel jaargang 2009, nr. 122 |
Verordening op de heffing en invordering van leges 2010, alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2010
(raadsbesluit van 5 november 2009)
De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w.
VERORDENING op de heffing en invordering van leges 2010, alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2010
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam “leges” worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Leges worden niet geheven voor diensten welke reeds uit andere hoofde tot enige betaling aan het gemeentebestuur aanleiding geven.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Onder toezending van de schriftelijke kennisgeving wordt mede verstaan verzending langs elektronische weg.
Artikel 6 Termijnen van betaling
De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:
Gehele of gedeeltelijke teruggave van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
In afwijking in zoverre van het in het voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 5 november 2009.
Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen
BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2009, NR. 63
Tarieventabel 2010 behorende bij de Legesverordening 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2009
Algemeen (niet programma gebonden)
Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
1.1.1.Het tarief bedraagt ter zake van het op aanvraag verstrekken van:
een schriftelijke verklaring dat er blijkens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen gemeentelijke publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken zoals bedoeld in artikel 9 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken EUR 8,00
1.5.1.Indien voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing een extern advies noodzakelijk is, wordt het navolgende geheven:
De in deze tarieventabel genoemde bedragen worden verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Programma Publieksdienstverlening
Huwelijk en partnerschap: basistarief
2.1.1.Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, op de hierna vermelde tijden:
Huwelijk en partnerschap: verhogingen voor ongebruikelijke tijden
2.2.1Het verschuldigde bedrag onder 2.1.1. wordt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd op de locaties Stadhuis en WijkserviceCentrum te Vleuten verhoogd:
Huwelijk en partnerschap: éénmalige locatie
2.3.1.Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd voor enig éénmalig aangewezen locatie, op de hierna vermelde tijden:
Huwelijk en partnerschap: bijzonder huis
2.4.1.Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, ongeacht de dag waarop de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of omgekeerd geschiedt, bij een voltrekking, registratie of omzetting:
Huwelijk en partnerschap: baliehuwelijk
2.5.1.Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, ten kantore van Burgerzaken en Gemeentebelastingen aan de Arthur van Schendelstraat 500 en het WijkserviceCentrum te Vleuten, van maandag tot en met vrijdag vanaf 09.00 uur tot 17.00 uur en op donderdagavond tot 21.00 uur EUR 107,00
Huwelijk en partnerschap: leges bij alsnog afzien van huwelijk
Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, ongeacht de oorzaak, geen doorgang vindt en de afmelding meer dan drie weken voorafgaand aan de geplande datum van de huwelijksvoltrekking, de registratie van het partnerschap dan wel de omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand wordt medegedeeld, wordt ontheffing verleend van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is.
Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, ongeacht de oorzaak, geen doorgang vindt en de afmelding niet meer dan drie weken, maar meer dan één week voorafgaand aan de geplande datum van de huwelijksvoltrekking, de registratie van het partnerschap dan wel de omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand wordt medegedeeld, wordt ontheffing verleend van de helft van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is.
Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, ongeacht de oorzaak, geen doorgang vindt en de afmelding gedurende de week voorafgaand aan de geplande datum van de huwelijksvoltrekking, de registratie van het partnerschap dan wel de omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand wordt medegedeeld, wordt geen ontheffing verleend van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is.
Huwelijk en partnerschap: kosteloos huwelijk
2.7.1.Kosteloze voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk en omgekeerd, als bedoeld in artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand, vindt uitsluitend plaats op woensdag om 8.45 uur en 9.30 uur
Verstrekkingen uit de GBA: definitie verstrekking
2.9.1.Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van artikel 2.11., wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. Indien raadpleging van gegevens van een persoon ertoe leidt dat geen gegevens kunnen worden verstrekt of de verstrekte gegevens niet tot het beoogde gevolg leiden, wordt het in deze paragraaf bedoelde recht eveneens geheven.
Verstrekkingen uit de GBA: verstrekkingen over personen niet opgenomen in de GBA
2.11.1.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens omtrent een persoon, die niet is opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens:
Verstrekkingen uit de GBA: steekproef
Indien voor een aanvraag als bedoeld onder 2.12.1. extra werkzaamheden moeten worden verricht, bijvoorbeeld omdat meer gegevens of gegevens of gegevensverzamelingen moeten worden geraadpleegd of bewerkt, dan wel omdat de aanvraag van een van de gebruikelijke wijze afwijkende presentatie behelst, wordt het op grond van de artikelen 2.12.1.1. en 2.12.1.2. verschuldigde bedrag aan leges verhoogd met (per aanvraag) EUR 81,50
Reisdocumenten: faciliteitenpaspoort
2.21.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet bestreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 als Nederlander wordt behandeld (een faciliteitenpaspoort) bedraagt (inclusief EUR 23,01 Rijksleges) EUR 50,90
2.22. Reisdocumenten: Nederlandse identiteitskaart
2.22.1. Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar bedraagt EUR 8,95
2.22.2. Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder bedraagt (inclusief EUR 17,81 Rijksleges) EUR 42,85
Reisdocumenten: toeslag wegens vermissing te vervangen document
2.25.1.Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een reisdocument als bedoeld onder 2.19., 2.20. of 2.21., of een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld onder 2.22., het in het verleden verstrekte reisdocument of de in het verleden verstrekte identiteitskaart niet door de aanvrager wordt ingeleverd, worden naast de verschuldigde leges als bedoeld onder 2.19., 2.20., 2.21. en 2.22. administratiekosten in rekening gebracht van EUR 35,00
Reisdocumenten: toeslag spoedprocedure
2.26.1.Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een reisdocument als bedoeld onder 2.19.1., 2.20.1. of 2.21.1., of een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld onder 2.22.1. of 2.22.2 de spoedprocedure toepassing vindt, wordt een toeslag in rekening gebracht van EUR 41,00
Rijbewijzen: toeslag wegens vermissing te vervangen rijbewijs
2.30.1.Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vernieuwen, omwisselen, wijzigen of vervangen van een in het verleden verstrekt rijbewijs, het rijbewijs niet door de aanvrager wordt ingeleverd, worden naast de verschuldigde leges als bedoeld onder 2.28.1. administratiekosten in rekening gebracht van EUR 35,00
Verstrekking tijdelijke ontheffing conform artikel 62 RVV 1990
3.1.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een tijdelijke ontheffing van het bepaalde in artikel 62 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover het betreft de borden van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, om met een motorvoertuig het voetgangersgebied te berijden in de toegestane richting bedraagt EUR 15,00
Programma Beheer openbare ruimte
Reclame-uitingen en verlichting werfmuren
4.1.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het aanbrengen van reclame-uitingen en verlichting op werfmuren, bedraagt:
Bewegwijzering en informatiebordjes
4.2.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het aanbrengen van bewegwijzering of een informatiebordje, bedraagt:
Teruggaaf: intrekking aanvraag reclamevergunning
Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor een reclamevergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald mits de vergunning nog niet verleend is. Indien de aanvraag wordt ingetrokken bestaat het terug te ontvangen bedrag uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 60%
4.5.2 De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming te verkrijgen tot afwijking van een eerder verleende vergunning als bedoeld onder 4.5.1. bedragen EUR 32,15
4.6.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het plaatsen van een telefooncel bedraagt per object EUR 205,60
Verlicht reclameobject aan lichtmast
4.8.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het plaatsen van een verlicht reclameobject aan een lichtmast bedraagt:
4.9.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor het plaatsen van niet verlichte reclameborden aan lichtmasten geldig voor ten hoogste tien dagen (tijdelijke reclame aan lichtmasten) bedraagt EUR 88,10
4.10.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 17, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht dan wel artikel 3 Reclameverordening Utrecht 2004 voor een vergunning tot het plaatsen van:
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid Telecommunicatiewet bedraagt per aaneengesloten tracé van:
Opbreekvergunning kabels en leidingen
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 19, eerste lid, Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (opbreekvergunning, ten behoeve van kabels en leidingen) bedraagt per aaneengesloten tracé van:
4.18.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 19, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (opbreekvergunning) voor zover de werkzaamheden waarvoor de vergunning wordt aangevraagd niet vallen onder paragraaf 4.16 (telecomwerkzaamheden) en/of paragraaf 4.17 (opbrekingen in verband met werkzaamheden aan kabels en leidingen) bedraagt EUR 97,50
4.20.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 9, tweede lid Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen, voor het gebruik van een terrein voor het doen opstijgen en doen landen van een kabelballon bedraagt EUR 55,60
4.21.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 10, tweede lid Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen, voor het doen opstijgen en/of doen landen van een hete luchtballon en/of een parachute bedraagt EUR 55,60
Standplaats: tijdelijke standplaats
4.27.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 112, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht voor een tijdelijke standplaats voor commerciële straathandel bedraagt EUR 83,30
Openbare Orde en (Wijk)Veiligheid
5.1.Wet Bibob: behandeling verzoek Bibob
5.1.1.De in deze Legesverordening en bijbehorende tarieventabel opgenomen tarieven voor het in behandelingen nemen van aanvragen om beschikkingen worden, indien het gaat om het in behandeling nemen van een verzoek van een betrokkene als bedoeld in:
en in gevallen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 "Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob" (Bibob-onderzoek) verhoogd met EUR 2.941,00
Drank en horeca: slijterbedrijf
5.8.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de uitoefening van het slijterbedrijf als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet, met een vermelding van maximaal vier personen als leidinggevenden bedraagt EUR 998,50
Drank en horeca: vergunning uitoefening horecabedrijf
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf als bedoeld in artikel 2, eerste lid Horecaverordening Utrecht 2004, met vermelding van maximaal vier personen als leidinggevenden bedraagt indien het een eerste aanvraag betreft:
Drank en horeca: combinatie van vergunningen
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een combinatie van de vergunningen voor de uitoefening van het horecabedrijf als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet en artikel 2, eerste lid Horecaverordening Utrecht 2004 met vermelding van maximaal vier personen als leidinggevenden bedraagt indien het een eerste aanvraag betreft:
Drank en horeca: exploitatievergunning
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid Horecaverordening Utrecht 2004 al dan niet in combinatie met een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf of het slijterbedrijf als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet, voor een bestaande inrichting, waarbij alleen wijzigt de leidinggevende als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub 2 en 3 Drank- en Horecawet bedraagt per leidinggevende EUR 120,85
Drank en horeca: ontheffing sluitingstijden bijzondere gebeurtenis
5.17.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een ontheffing als bedoeld in artikel 12 Horecaverordening Utrecht 2004 (ontheffing sluitingstijden bij een bijzondere gebeurtenis voor horecabedrijven uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik bij een sport- of jeugdorganisatie of –instelling) bedraagt EUR 90,20
APV artikel 15: vergunning tegen betaling aanbieden van diensten
5.18.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 15, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (vergunning voor het tegen betaling aanbieden van diensten) voor de duur van een jaar of gedeelte daarvan bedraagt EUR 108,75
APV artikel 16: draaiorgelvergunning
5.19.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 16, tweede lid Algemene Plaatselijke Verordening (draaiorgelvergunning) voor de duur van een jaar of een gedeelte daarvan bedraagt EUR 106,45
APV artikel 70: seksinrichting en escortbedrijf
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 70, eerste lid (vergunning seksinrichtingen), of 21e lid (vergunning escortbedrijf) Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht indien het een aanvraag voor een vergunning voor de duur van drie jaar met vermelding van maximaal vier personen als exploitant of beheerder betreft bedraagt EUR 998,50
APV artikel 70: seksinrichting en escortbedrijf: wijziging exploitant
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van één of meerdere vergunningen als bedoeld in artikel 70, eerste lid (vergunning seksinrichtingen) of eenentwintigste lid (vergunning escortbedrijf) Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht voor één of meerdere bestaande inrichtingen, waarbij alleen wijzigt de exploitant of beheerder bedraagt per exploitant of beheerder EUR 120,85
APV artikel 112: ventvergunning
5.24.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 112, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht voor het gedurende één jaar uitoefenen van straathandel anders dan vanuit een vast verkooppunt (ventvergunning) bedraagt EUR 108,75
APV artikel 112: standplaats verkoop zelfgemaakte artikelen
5.25.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 112, eerste lid Algemeen Plaatselijke Verordening Utrecht voor een standplaats met een geldigheidsduur van één maand voor de verkoop van zelfgemaakt artikelen bedraagt EUR 108,75
APV artikel 114: houden van een verkoopbijeenkomst
5.26.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 114, eerste lid Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (vergunning voor het houden van een verkoopbijeenkomst) bedraagt EUR 122,10
APV artikel 121: vergunningen evenement in een gebouw
5.27.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 121 b Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht (vergunning voor het houden van een evenement in een gebouw) bedraagt EUR 2.305,00
Gevaarlijke stoffen: vergunning neerleggen en aanwenden ontplofbare stoffen
5.29.1.Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 18, eerste lid Reglement Gevaarlijke Stoffen (vergunning voor het neerleggen en aanwenden van ontplofbare stoffen) bedraagt EUR 119,15
vermeerderd per m2 boven het aantal van 100 m2 met EUR 1,97
5.32.1.3.501 m2 t/m 2.000 m2 (categorie 3) EUR 1.112,55
vermeerderd per m2 boven het aantal van 500 m2 met EUR 1,04
5.32.1.4.2.001 m2 t/m 5.000 m2 (categorie 4) EUR 2.674,80
vermeerderd per m2 boven het aantal van 2.000 m2 met EUR 0,33
5.32.1.5.5.001 m2 t/m 50.000 m2 (categorie 5) EUR 3.606,94
vermeerderd per m2 boven het aantal van 5.000 m2 met EUR 0,08
5.32.1.6.meer dan 50.000 m2 (categorie 6) EUR 6.073,91
vermeerderd per m2 boven het aantal van 50.000 m2 met EUR 0,01
Algemeen: tarief indien niet elders een tarief
5.36.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking, alsmede de leges voor het niet verder in behandeling nemen van een niet-ontvankelijke aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen bedragen EUR 42,00
6.1.1.Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, vermeerderd met omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten (vermeerderd met omzetbelasting) bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
Begripsbepaling: investeringskosten
6.2.1.Onder kosten, bij een investering nodig voor de uitvoering wordt in dit hoofdstuk verstaan de investeringskosten als genoemd in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het inrichten geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder investering nodig voor de uitvoering verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het uitvoeren van het werk waarop de aanvraag betrekking heeft.
Algemeen: kopieën bouwplannen en aanverwante stukken
6.5.1.De leges voor het op aanvraag verstrekken van meer dan vijftien fotokopieën van bescheiden betreffende een beschikt bouwwerk, van bestemmingsplanvoorschriften of bestemmingsplankaarten en van in behandeling zijnde bouwplannen bedragen per fotokopie:
Bouwvergunning: reguliere bouwvergunning
6.13.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een reguliere bouwvergunning bestaan uit een vast deel en een variabel deel die conform de onderstaande tariefgroepindeling worden bepaald. Het variabele deel bestaat uit het bij de tariefgroep genoemde percentage van het deel van de bouwkosten dat het aanvangsbedrag van de betreffende tariefgroep, waarin het bouwplan op grond van de bouwkosten valt, overstijgt.
6.13.1.3Bouwkosten tariefgroep II: > EUR 1.000.000 en ≤ EUR 2.500.000
6.13.1.4Bouwkosten tariefgroep III: > EUR 2.500.000 en ≤ EUR 10.000.000
6.13.1.5Bouwkosten tariefgroep IV: > EUR 10.000.000 en ≤ EUR 20.000.000
6.13.1.6Bouwkosten tariefgroep V: > EUR 20.000.000 en ≤ EUR 50.000.000
6.13.1.7Bouwkosten tariefgroep VI: > EUR 50.000.000
Verhoging bouwleges: vrijstelling
6.16.1.Voor het in behandeling nemen van een vrijstelling dan wel het verlenen van ontheffing van een bestemmingsplan en/of de bouwverordening, waarvoor vergunning is vereist als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet, worden de leges verhoogd met een percentage van de bouwkosten, welk percentage bedraagt 0,15%
Verhoging bouwleges: benodigde ontheffing
Voor het in behandeling nemen van een vrijstelling dan wel het verlenen van een binnenplanse, buitenplanse of tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c, artikel 3.23, artikel 3.22 van de Wet Ruimtelijke ordening en/of de bouwverordening, waarvoor vergunning is vereist als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet, worden de leges verhoogd met een percentage van de bouwkosten, welk percentage bedraagt 0,30%
Verhoging bouwleges: ontwikkeling, wijziging en uitwerking bestemmingsplan
6.19.1.Indien op verzoek ten behoeve van een project een bestemmingsplan moet worden ontwikkeld (wijziging of uitwerking hieronder mede begrepen) bedragen de voor de ontwikkeling van het bestemmingsplan in rekening te brengen kosten, bij een investering nodig voor de uitvoering
Verhoging bouwleges: projectbesluit
6.20.1.De leges voor het in behandeling nemen van een verzoek/ aanvraag tot het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de Wro sec is gelijk aan die voor het ontwikkelen van een bestemmingsplan zoals omschreven in paragraaf 6.19., vermeerderd met EUR 1.500,00
Verhoging bouwleges: buiten toepassing verklaring beheersverordening
6.22.1.De leges voor het in behandeling nemen van een verzoek/ aanvraag tot het buiten toepassing verklaren/besluit tot afwijking van de beheersverordening –ongeacht de aanwezigheid van een bouwplan waarvoor een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet- bedragen EUR 296,55
De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een sloopvergunning als bedoeld in de bouwverordening en/of op grond van een voorbereidingsbesluit, provinciale voorbereidingsverklaring, bestemmingsplan, beheersverordening of inpassingplan op grond van de Wro bedragen per gebouw/bouwwerk EUR 135,20
De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning tot het wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet en/of de Monumentenverordening bedragen een percentage van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden, welk percentage bedraagt 0,80%
Administratief: wijzigen bouwvergunning
De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een bouwvergunning als gevolg van een wijziging in het bouwplan bestaan uit een percentage van de bouwkosten van uitsluitend de wijziging van het bouwplan. Het percentage is gelijk aan het percentage dat in rekening moet worden gebracht op basis van de bouwkosten van de oorspronkelijke bouwvergunning
Teruggaaf: lichte/reguliere bouwvergunning
Teruggaaf: intrekken bouwvergunning
Indien van een verleende bouwvergunning binnen 26 weken na verlening geen gebruik wordt gemaakt en deze vergunning binnen die periode wordt ingetrokken, wordt ambtshalve een deel van de leges terugbetaald. Het terug te betalen bedrag bedraagt een percentage van de voor de aanvraag in rekening gebrachte leges, welk percentage bedraagt 25%
Teruggaaf: intrekken monumentenvergunning
Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor een monumentenvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald mits de vergunning nog niet is verleend. Indien de aanvraag wordt ingetrokken bestaat het terug te ontvangen bedrag uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 60%
Teruggaaf: intrekken aanvraag vrijstelling
6.39.1.Wanneer een aanvrager zijn aanvraag voor een vrijstelling/ ontheffing genoemd in de paragrafen 6.36., 6.37. of 6.38. intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leges verrekend dan wel terugbetaald mits de vrijstelling nog niet is verleend. Indien de aanvraag wordt ingetrokken bestaat het terug te ontvangen bedrag uit een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 60%
Teruggaaf: weigering aanvraag vrijstelling
6.40.1.Wanneer de gemeente een vrijstelling/ontheffing genoemd in de paragrafen 6.36., 6.37. of 6.38. weigert, wordt ambtshalve een deel van de verschuldigde leegs verrekend dan wel terugbetaald. Het terug te ontvangen bedrag is een percentage van de voor de aanvraag in rekening te brengen leges, welk percentage bedraagt 30%
De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot geheel of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a Huisvestingswet bedragen per woning die verloren gaat bedragen EUR 858,95
Teruggaaf: intrekken aanvraag, weigering vergunning Huisvestingswet
Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Huisvestingswet doch voor het verlenen van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken of indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend wordt ambtshalve teruggaaf verleend die een percentage is van de geheven leges, welk percentage bedraagt 40%
Algemeen: tarief indien niet elders een tarief
6.47.1.De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking, alsmede de leges voor het niet verder in behandeling nemen van een niet ontvankelijk aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen bedragen EUR 41,65
6.47.1. De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het schriftelijk verstrekken van adviezen inzake archeologische waarden en verwachtingen bedragen EUR 105,00
6.48. Archeologie: beoordeling programma van eisen
6.48.1. De leges voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma's van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie 3.1 bedragen EUR 315,00
6.49. Archeologie: beoordeling plannen van aanpak
6.49.1. De leges voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek bedragen EUR 210,00
6.50. Archeologie: archeologisch depot
6.50.1. De leges voor het controleren en in het gemeentelijk archeologisch depot opnemen van de archeologische documentatie en archeologische vondsten bedragen EUR 105,00
6.51. Archeologie: beoordeling rapportages
6.51.1. De leges voor de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex artikelen 39, tweede lid, 40, eerste lid en 41, eerste lid Monumentenwet bedragen EUR 525,00
7 Bebouwde omgeving: Omgevingsvergunning
Pagraaf 1: Begripsomschrijvingen
7.1.1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
7.1.1.1. investeringskosten: de investeringskosten als genoemd in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het inrichten geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder investering nodig voor de uitvoering verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het uitvoeren van het werk waarop de aanvraag betrekking heeft.
7.1.1.2. bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft
7.1.1.3. sloopkosten: de aannemingsom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft
7.1.1.4. Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschrijven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
7.1.2. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
7.1.3. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingkader is een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Paragraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning
7.2. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
7.2.1. voor het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is EUR 290,00
Paragraaf 3: Omgevingsvergunning
7.3. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 4 van dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
7.3.1.1. Indien de aanvraag om een bouwvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo, bedraagt het tarief:
7.3.1.1.1. indien de bouwkosten minder dan EUR 1.000.000,00 bedragen 2,26% van de bouwkosten, met een minimum van: EUR 130,00
7.3.1.1.2. indien de bouwkosten EUR 1.000.000,00 tot EUR 5.000.000,00 bedragen van de bouwkosten, 2,14% met een minimum van: EUR 22.600,00
7.3.1.1.3. indien de bouwkosten EUR 5.000.000,00 tot EUR 50.000.000,00 bedragen van de bouwkosten, 1,94% met een minimum van EUR 107.000,00
7.3.1.1.4. indien de bouwkosten meer dan EUR 50.000.000,00 bedragen EUR 970.000,00 vermeerderd met 0,17% berekend over de bouwkosten meer dan EUR 50.000.000,00
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 7.3.1.1. bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 150% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van EUR 260,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: EUR 290,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 7.3.1.:
3.1. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse afwijking), 2 (buitenplanse afwijking) of 3 (kleine afwijking) van de Wabo, dan wel artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke afwijking), van de Wabo, artikel 2.12, eerste lid, onder b (afwijking van exploitatieplan) van de Wabo of artikel 2.12, eerste lid, onder d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo wordt toegepast 16,00% van het op grond van onderdeel 7.3.1.1 verschuldigde bedrag
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast 16,00% van het op grond van onderdeel 7.3.1.1 verschuldigde bedrag
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid , van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt toegepast 16,00% van het op grond van onderdeel 7.3.1.1. verschuldigde bedrag
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake zal zijn van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
1. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse afwijking) of 2 (buitenplanse kleine afwijking) van de Wabo, artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke afwijking) van de Wabo, artikel 2.12, eerste lid onder b (afwijking van een exploitatieplan) of d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo wordt toegepast EUR 290,00
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bij een investering nodig voor de uitvoering: Categorie A: > EUR 0 en ≤ EUR 100.000 EUR 8.500,00 Categorie B: > EUR 100.000 en ≤ EUR 1.000.000 EUR 14.100,00 Categorie C: > EUR 1.000.000 en ≤ EUR 10.000.000 EUR 23.700,00 Categorie D: > EUR 10.000.000 en ≤ EUR 20.000.000 EUR 34.300,00 Categorie E: > EUR 20.000.000 en ≤ EUR 50.000.000 EUR 48.100,00 Categorie F: > EUR 50.000.000 EUR 55.300,00
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) EUR 290,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief voor het wijzigen van een monument 1,13% van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden, met een minimum van EUR 130,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief 2,2% van de kosten van de uit de voeren werkzaamheden, met een minimum van EUR 130,00
met een maximum van EUR 13.000,00
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: EUR 290,00
7.3.7.2. Asbesthoudende materialen
In afwijking van het bepaalde in onderdeel 7.3.7.1.2 bedraagt het maximumtarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een complex woningen, een woongebouw waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is, voor een paraplu- of overalltoestemming EUR 1.300,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief EUR 169,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief EUR 142,00 per m2 voor handelsreclame bestemde oppervlakte met een minimum van EUR 130,00 en een maximum van EUR 4590,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief EUR 290,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 EUR 290,00
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning EUR 290,00
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven bedraagt het tarief EUR 290,00
7.4.1. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten waarvoor leges zijn verschuldigd, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen, handelingen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 7.3.11, 7.3.12, 7.3.15 en 7.3.16 bedraagt 5% bij vijf en meer activiteiten waarvoor leges verschuldigd zijn van de voor de activiteiten verschuldigde leges
7.5.1. Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 7.3.1., 7.3.6., en 7.3.7., intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
7.5.2. Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten, met inbegrip van monumenten
Als de gemeente een verleende omgevinsgvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 7.3.1., 7.3.6 en 7.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25,0% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 7.3.1., 7.3.6. of 7.3.7.weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 30% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
Uitsluitend van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 7.3.1, 7.3.6 en 7.3.7 wordt teruggaaf verleend.
Paragraaf 6 Intrekking omgevingsvergunning
Paragraaf 7 Wijzigen omgevingsvergunning als gevolg van wijzigen project
7.7. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project 5% van het verschuldigde legesbedrag voor de oorspronkelijke omgevingsvergunning met een minimum van EUR 130,00 met een maximum van EUR 5.850,00
Paragraaf 8 In dit hoofdstuk niet genoemde beschikking