Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. Dag : de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van
een dag, voor zover het geen ‘dagdeel’ betreft, als een hele dag wordt
aangemerkt;
b. Dagdeel : een periode van 5 uur, waarbij een dagdeel geldt voor de
periode van 08.00 uur tot 13.00 uur en van 13.00 uur tot 18.00 uur
respectievelijk tot 21.00 uur op de dag waarop krachtens de
Winkelsluitingswet avondverkoop is toegestaan;
c. Week : een aaneengesloten periode van zeven dagen;
d. Maand : het tijdvak dat loopt van n dag in een kalendermaand tot en met
n-1 dag in de volgende kalendermaand;
e. Jaar : het tijdvak dat loopt van n dag in een kalenderjaar tot en met n-1
dag in het volgende kalenderjaar;
f. Kalenderjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte
diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een
Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid,
van de Paspoortwet;
één en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende
tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse
identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of
de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
1. De leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet
ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden
verhaald;
- b
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of
gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging
van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die
aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een
inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een
omgevingsvergunning als bedoeld artikel 2.1, eerste lid, onderdeel
i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een
activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit
omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
- d.
stukken, welke ambtshalve ter voldoening aan wettelijke
voorschriften moeten worden afgegeven;
- e.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of
afschriften daarvan, inhoudende beslissingen op verzoek om een
subsidie uit de gemeentekas, dan wel een gemeentelijke
uitkering;
- f.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of
afschriften daarvan, inhoudende aanstelling, benoeming, bevordering,
ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel
verhoging hiervan, met betrekking tot enige gemeentelijke functies
of dienstverrichting jegens de gemeente;
- g.
bewijzen van in leven zijn, nodig voor de ontvangst van pensioenen,
lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging, gages of soldij;
- h.
uitreiking of toezending van aan de raad uitgebrachte adviezen en
gedane voorstellen en het raadsverslag, aan de redactie van
plaatselijk verschijnende nieuwsbladen, tot maximaal 1 exemplaar per
redactie;
- i.
uitreiking of toezending van aan de raad uitgebrachte adviezen en
gedane voorstellen en het raadsverslag, aan plaatselijk in de raad
vertegenwoordigde politieke partijen;
- j.
het afgeven van een bewijs van onvermogen.
- k.
voor non-profitorganisaties, waaronder begrepen serviceclubs,
politieke partijen, verenigingen, maatschappelijke instellingen, die
een liefdadig, sociaal-cultureel of maatschappelijk doel nastreven
en die overwegend met vrijwilligers activiteiten organiseren
overeenkomstig die doelstelling
2. Geen leges worden geheven voor het verrichten van diensten of
activiteiten als bedoeld in de tarieventabel behorende bij de
legesverordening voor zover de activiteit of dienst wordt verricht in
opdracht van gemeentelijke ambtenaren en ten behoeve van de uitoefening van
hun functie dan wel in opdracht van de gemeente als rechtspersoon zelf.
3. Lid 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op titel 2, hoofdstuk
3 geheel van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in
de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een
projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis-
en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op
grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in
behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het
kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor
zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze
besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis-
en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid
aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een
gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een
stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt
mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke
kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in
artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de
kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de
kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de
dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid
gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in bij
deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend
overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel
opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien deze
wijzigingen:
- a.
Van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
Een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in
werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van
de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en
het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de
tarieventabel betreft:
- 1.
onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand)
- 2.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten)
- 3.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen)
- 4.
onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens;
- 5.
hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming
persoonsgegevens);
- 6.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag)
- 7.
hoofdstuk 16 (kansspelen)
één en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen
of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is
gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en
wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
1. De ‘legesverordening 2013’ en de bijbehorende tarieventabel, laatstelijk
gewijzigd op 19 december 2012, worden ingetrokken met ingang van de in het
artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien
verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich
voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in
artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de
in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende
periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges
hiervoor in die periode plaatsvindt.
3. De in artikel 10 van de Legesverordening gebaseerde regels van het
college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze
verordening.
Artikel 13 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
2. De datum van ingang van deze heffing is 1 januari 2014.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “de Legesverordening Woerden
2014”.
Bijlage
O n d e r d e e l I
Tarieventabel behorende bij de
Legesverordening Woerden 2014
Indeling Tarieventabel
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Algemeen
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken
Hoofdstuk 3 RHC
Hoofdstuk 4 Burgerzaken
Hoofdstuk 5 Ontheffing route gevaarlijke stoffen
Hoofdstuk 6 Gemeentearchief
Hoofdstuk 7 Wet op de kansspelen
Hoofdstuk 8 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 9 Algemene Plaatselijke Verordening
Hoofdstuk 10 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 11 Diversen
Titel 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/
omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving
Hoofdstuk 2 Haalbaarheidsverzoeken
Hoofdstuk 3 De omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Gereserveerd
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikkingen
Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese
Dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Drank en Horecawet
Hoofdstuk 2 Evenementen
Hoofdstuk 3 In deze titel niet benoemde beschikkingen
Titel 1 Algemene dienstverlening
| Hoofdstuk 1 Algemeen | |
1.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verstrekken van: | |
1.1.1 | Gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor
niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke
regeling een tarief is opgenomen per pagina. | € 7,90 |
1.1.2.1 | Afschriften, doorslagen of fotokopieën, voor zover daarvoor
niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke
regeling een tarief is opgenomen voor 10 pagina’s of
minder. | € 10,00 |
1.1.2.2 | Per kopie boven het aantal van 10. | € 0,65 |
1.1.3 | Kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend
bij de in de onderdelen 1.1.1, 1.1.2.1 en 1.1.2.2 genoemde
stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in
een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen. | |
1.1.3.a | Per pagina op papier van A0 formaat in kleur. | € 10,75 |
1.1.3.b | Per pagina op papier van A0 formaat zwart/wit. | € 9,00 |
1.1.3.c | Per pagina op papier van A1 formaat in kleur. | € 5,75 |
1.1.3.d | Per pagina op papier van A1 formaat zwart/wit. | € 4,25 |
1.1.3.e | Per pagina op papier van A2 formaat in kleur. | € 4,25 |
1.1.3.f | Per pagina op papier van A2 formaat zwart/wit. | € 3,25 |
1.1.3.g | Per pagina op papier van A3 formaat in kleur. | € 3,00 |
1.1.3.h | Per pagina op papier van A3 formaat zwart/wit. | € 1,50 |
1.1.3.i | Per pagina op papier van A4 formaat of kleiner in
kleur. | € 2,00 |
1.1.3.j | Per pagina op papier van A4 formaat of kleiner
zwart/wit. | € 1,00 |
1.1.4 | Een beschikking op een aanvraag, voor zover daarvoor niet
elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling
een tarief is opgenomen, per pagina. | € 20,00 |
1.1.5 | Stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager
moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in
deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief
is opgenomen, per pagina. | € 10,00 |
1.1.6 | In afwijking van artikel 1.1.2.3.f en 1.1.3.j worden voor
kopieën die worden verstrekt vanuit het omgevingsloket het
tarief conform artikel 3.4.1 en 3.4.2 in rekening gebracht.
| |
| Hoofdstuk 2 Bestuursstukken | |
2.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verstrekken van: | |
2.1.1 | Een exemplaarvan de gemeentebegroting.
| € 100,00 |
2.1.2 | Een exemplaar van de bijlagen behorende bij de
gemeentebegroting. | € 55,00 |
2.2 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar
van: | |
2.2.1 | Één van de afdelingsplannen, per afdelingsplan. | € 65,00 |
2.2.2 | De investeringsplanning. | € 45,00 |
2.3 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar
van: | |
2.3.1 | De gemeentelijke jaarrekening. | € 100,00 |
2.3.2 | De bijlagen behorende bij de gemeenterekening. | € 55,00 |
2.3.3 | Één van de afdelingsjaarrekeningen. | € 55,00 |
2.3.4 | Het jaarverslag. | € 100.00 |
2.3.5 | De belastingmaatregelen. | € 100,00 |
2.4 | Het tarief bedraagt: | |
2.4.1 | Ter zake van verstrekken van een exemplaar van een
raadsvoorstel of notulen van een openbare raads- en
commissievergadering per pagina of gedeelte daarvan. | € 0,40 |
2.5 | Een afschrift van andere verordeningen of beleidsnota’s dan
onder 2.1.1 t/m 2.4.2. bedoelt, per pagina. | € 1,05 |
2.5.1 | Met een minimumbedrag van. | € 16,00 |
2.5.2 | Voor meer dan 10, maar minder dan 30 kopieën, per
kopie. | € 0,85 |
2.5.3 | Voor 30 kopieën of meer, per kopie. | € 0,50 |
| Hoofdstuk 3 Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en
Lopikerwaard (RHC) | |
| Voor het doen van onderzoek, het verstrekken van
afschriften, uittreksels en/of reproducties en het uitlenen
van archiefbescheiden door of vanwege de gemeentearchivaris,
ten behoeve van derden, worden kosten in rekening gebracht
overeenkomstig de in dit hoofdstuk opgenomen tarieven en
bepalingen: | |
3.1. | Voor een fotokopie van het originele archiefstuk: | |
3.1.1. | Op A4 formaat, per kopie. | € 0,65 |
3.1.2. | Op A3 formaat, per kopie. | € 1,15 |
3.1.3. | Op A2 formaat of groter, per kopie. | € 7,00 |
3.2 | Voor een gewaarmerkte kopie op A4 of A3 formaat, per
kopie. | € 13,60 |
3.3 | Voor een afdruk via readerprinter. | |
3.3.1 | Op A4 formaat, per kopie. | € 0,65 |
3.3.2 | Op A3 formaat, per kopie. | € 1,15 |
3.4 | Voor overige kopieën. | |
3.4.1 | Op A4 formaat, per kopie. | € 0,25 |
3.4.2. | Op A3 formaat, per kopie. | € 0,35 |
3.5 | Voor een Scan (inclusief CD-ROM) van 1200 dpi per
afdruk/foto. | € 4,50 |
3.6. | Gebruiksrecht foto’s voor commerciële activiteiten per
eenheid. | € 28,50 |
3.7. | Voor het op schriftelijk verzoek verrichten van onderzoek,
mits de zoektijd niet meer bedraagt dan een kwartier en alle
zoekspecificaties zijn gegeven worden de onder 3.1 t/m 3.6
genoemde kosten éénmalig verhoogd met. | € 7,50 |
3.8. | Voor het op schriftelijk verzoek verrichten van onderzoek in
de archieven door personeel van het RHC, ongeacht het
resultaat, voor elk kwartier of gedeelte daarvan. | € 10,00 |
3.9. | Indien de geschatte duur van de in 3.8 genoemde dienst meer
bedraagt dan een half uur wordt contact opgenomen met de
aanvrager over het eventueel doen van een vervolgonderzoek.
| |
3.10 | Voor een spoedopdracht worden de conform de artikelen 3.1
t/m 3.9 geheven tarieven verhoogd met. | € 11,00 |
3.10 | Op de onder 3.1 tot en met 3.9 zijn de onder hoofdstuk II
van deze verordening vastgestelde leveringsvoorwaarden van
toepassing. | |
Hoofdstuk 4 Burgerzaken |
4.1. | Het sluiten van huwelijken en partnerschapregistraties. | |
4.1.1. | Het tarief bedraagt ter zake van de sluiting van een
huwelijk, de registratie van een partnerschap, of de
omzetting van een huwelijk of een geregistreerd
partnerschap: In het stadhuis van Woerden: In de
Schulenburgh te Kamerik: In de Milandhof te
Zegveld: | |
4.1.1.1. | Op maandag t/m donderdag tussen 10.30 en 15.30
uur. | € 310,00 |
4.1.1.2 | Op vrijdag tussen 10.30 en 15.30 uur | € 420,00 |
4.1.1.3 | Op zaterdag tussen 10.30 en 15.30 uur. | € 595,00 |
4.1.1.4 | Buiten de onder 4.1.1.1.1. t/m 4.1.1.1.4. genoemde uren,
maar op dezelfde dag, wordt het tarief. | € 700,00 |
4.1.1.5 | Op zondag of een daarmee gelijk gestelde feestdag | € 1.305,00 |
4.1.1.6 | Als ingevolge artikel 64 BW1 de huwelijksvoltrekking dient
plaats te vinden in een andere locatie dan de locaties
genoemd in artikel 4.1.1, 4.1.2.1 en 4.1.3.1 gelden de
tarieven genoemd onder 4.1.1 1 tot en met 4.1.1.5, met een
verhoging van | € 200,00 |
4.1.1.7 | In het stadhuis van Woerden, op een door de gemeente
bepaalde plaats, datum en tijd. | € 0,00 |
4.1.2.1 | Het tarief bedraagt ter zake van de sluiting van een
huwelijk, de registratie van een partnerschap, of de
omzetting van een huwelijk of een geregistreerd
partnerschap: In het stadsmuseum Woerden of in het
voormalige gemeentehuis van Kamerik: In het restaurant
De Kloosterhoeve te Harmelen: | |
4.1.2.2 | Op maandag t/m donderdag tussen 10.30 en 15.30 uur. | € 580,00 |
4.1.2.3 | Op vrijdag tussen 10.30 en 15.30 uur. | € 700,00 |
4.1.2.4. | Op zaterdag tussen 10.30 en 15.30 uur. | € 855,00 |
4.1.2.5 | Buiten de onder 4.1.1.4.1. t/m 4.1.1.4.3. genoemde uren,
maar op dezelfde dag, wordt het bedrag. | € 945,00 |
4.1.2.6 | Op zondag of een daarmee gelijk gestelde feestdag | € 1.785,00 |
4.1.3.1 | Het tarief bedraagt ter zake van de sluiting van een
huwelijk, de registratie van een partnerschap, of de
omzetting van een huwelijk of een geregistreerd
partnerschap In het Kasteel
Woerden: | |
4.1.3.2 | Op maandag t/m donderdag tussen 10.30 en 15.30 uur. | € 625,00 |
4.1.3.3 | Op vrijdag tussen 10.30 en 15.30 uur. | € 800,00 |
4.1.3.4 | Op zaterdag tussen 10.30 en 15.30 uur. | € 1.005,00 |
4.1.3.5 | Buiten de onder 4.1.1.6.1. t/m 4.1.1.6.3. genoemde uren,
maar op dezelfde dag, wordt het bedrag. | € 1.100,00 |
4.1.3.6 | Op zondag of een daarmee gelijk gestelde feestdag | € 2.105,00 |
4.1.5 | Indien ten behoeve van een te sluiten huwelijk of
geregistreerd partnerschap een Buitengewoon Ambtenaar
Burgerlijke Stand van buiten de gemeente moet worden benoemd
wordt het ingevolge artikel 4.1.1 tot en met 4.1.3.6 geheven
legesbedrag verhoogd met | € 100,00 |
4.1.6 | Indien ten behoeve van een te sluiten huwelijk of
geregistreerd partnerschap een Buitengewoon Ambtenaar
Burgerlijke Stand van buiten de gemeente moet worden benoemd
en beëdigd wordt het ingevolge artikel 4.1.1 tot en met
4.1.3.6 geheven legesbedrag verhoogd met | € 300,00 |
4.1.7 | Vervallen | |
4.1.8. | Het tarief voor het afgeven van een
kunstlederen
huwelijjksboekje/partnerschapsboekje bij een gratis huwelijk
bedraagt. | € 27,50 |
4.1.9 | De meerprijs voor het afgeven van een
lederen huwelijksboekje /
partnerschapboekje of een duplicaat daarvan bedraagt. | € 15,00 |
4.1.10. | Voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen,
bedragen de daarvoor verschuldigde leges per getuige. | € 35,00 |
4.1.11 | Indien een in de gemeente te sluiten huwelijk wordt
geannuleerd nadat huwelijksaangifte in de gemeente heeft
plaatsgevonden, worden administratiekosten in rekening
gebracht worden ter hoogte van. | € 70,00 |
4.1.12 | Het tarief bedraagt ter zake van sluiting van een huwelijk
in de trouwzaal van het stadhuis door ambtenaar burgerlijke
stand zonder persoonlijke toespraak : Op dinsdagochtend om
9:30 uur | € 150,00 |
4.2. | Bewijsstukken ontleend aan de Gemeentelijke
Basisadministratie Persoonsgegevens. | |
| Voor de toepassing van het gestelde onder 4.2.1 t/m 4.2.1.6.
wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens
omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens (GBA) met inbegrip van
de zogenaamde verwijsgegevens moet worden geraadpleegd. | |
4.2.1. | Het tarief bedraagt: | |
4.2.1.1. | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verstrekken van gegevens, per verstrekking. | € 10,00 |
4.2.1.2. | (W.M.)Voor
het in behandeling nemen van een aanvraag van een afnemer
tot het verstrekken van gegevens, die niet via het netwerk
zijn gevraagd, kan per verstrekking een bedrag worden
geheven van. | € 2,27 |
4.2.1.3. | Voor het vervaardigen van een uitdraai van de
leeftijdsopbouwstatistiek. | € 40,00 |
4.2.1.4. | Voor het verstrekken van een persoonslijst uit de GBA. | € 20,00 |
4.2.1.5. | Voor het vervaardigen van incidentele overzichten uit de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, indien
gebruik wordt gemaakt van standaard selectieprogrammatuur
gelden de volgende tarieven: | |
4.2.1.6.1. | Voor vaste voorbereidingskosten, per opdracht. | € 100,00 |
4.2.1.6.2. | Voor verwervingskosten, inclusief het afdrukken per lijst,
per geselecteerde persoon. | € 0,50 |
4.2.1.6.3. | Voor het afdrukken op etiketten, per etiket. | € 0,50 |
4.2.1.7. | Voor het afgeven van verklaringen, overigens niet genoemd in
dit hoofdstuk van de legesverordening, welke in het
bijzonder belang van betrokken personen worden opgemaakt,
per verklaring. | € 17,50 |
4.2.1.8 | Voor een als zodanig door de verzoeker aangeduide
spoedaanvraag om inlichtingen uit de basisregistratie
persoonsgegevens, ontvangen en per ommegaande te
beantwoorden per fax of e-mail, wordt het conform artikel
4.1.1.1. tot en met 4.1.1.7 geheven bedrag verhoogd met
| € 20,00 |
4.3. | Reisdocumenten | |
4.3.1. | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
verstrekking van een reisdocument bedragen de leges: | |
4.3.1.1. | (W.M.)Voor een
nationaal paspoort met 32 pagina’s en een
faciliteitenpaspoort. | € 65,00 |
4.3.1.2. | (W.M.) Voor een nationaal
paspoort met 64 pagina’s (zakenpas). | € 65,00 |
4.3.1.4. | (W.M.) Voor een paspoort voor
staatloze vreemdelingen en vluchtelingen. | € 50,00 |
4.3.1.6. | (W.M.) Voor een paspoort voor
andere vreemdelingen. | € 50,00 |
4.3.2.1. | (W.M.) Voor een nationaal
paspoort met 32 pagina's en een faciliteitenpaspoort tot en
met 17 jaar. | € 50,00 |
4.3.2.2 | (W.M.) Voor een nationaal
paspoort met 64 pagina's (zakenpas) tot en met 17 jaar. | € 50,00 |
4.3.2.3. | vervallen | |
4.3.3. | (W.M.)
Het tarief bedraagt voor een Nederlandse
identiteitskaart. | € 52,00 |
4.3.3.1 | In afwijking van 4.3.3. is het tarief voor een Nederlandse
identiteitskaart tot en met 17 jaar | € 28,00 |
4.3.4. | Vervallen | |
4.3.5. | (W.M.)
De onder 4.3.1.1. tot en met 4.3.4.
vermelde leges worden in geval van een spoedbehandeling
verhoogd met. | € 47,00 |
4.3.6 | Voor het afleveren van een reisdocument binnen de grenzen
van de gemeente wordt het conform artikel 4.3.1. tot en met
4.3.5. geheven bedrag verhoogd met | € 40,00 |
4.4. | Rijbewijzen. | |
4.4.1. | (W.M.)
Voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een
rijbewijs bedragen de leges. | € 38,00 |
4.4.2. | Vervallen. | |
4.4.3 | (W.M.)
De onder 4.4.1 vermelde leges wordt in
geval van een spoedbehandeling verhoogd met | € 38,00 |
4.4.4. | Voor het verstrekken van een formulier omtrent de
lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen
van motorrijtuigen worden de daarvoor door het CBR
vastgestelde kosten verhoogd met. | € 5,50 |
4.5. | Verklaring omtrent het gedrag. | |
4.5.1. | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
afgeven van een verklaring omtrent het gedrag bedragen het
van rijkswege hiervoor vastgestelde maximum tarief. | |
4.6. | Legalisatie. | |
4.6.1. | Voor het legaliseren van een handtekening of document
bedragen de leges. | € 8,00 |
4.6.2 | Geen leges worden geheven voor het verrichten van diensten
of activiteiten als bedoeld in deze tarieventabel onder
hoofdstuk 4 indien wegens bijzondere omstandigheden
legesheffing niet redelijk is. | |
| Hoofdstuk 5 ontheffing route gevaarlijke
stoffen | |
5.1 | Het tarief voor de afgifte van een ontheffing route
gevaarlijke stoffen bedraagt: | |
5.1.1 | Voor een éénmalige/kortdurende ontheffing (geldig voor
maximaal 3 maanden) | € 162,00 |
5.1.2 | Voor een langdurige ontheffing (geldig voor maximaal 12
maanden) | € 243,00 |
5.1.3 | Voor het verlengen van een langdurige ontheffing met
maximaal 12 maanden | € 121,50 |
5.1.4 | Voor een zelfstandige bijzondere toestemming | € 81,00 |
| Hoofdstuk 6 Gemeentearchief | |
6.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van
nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken,
voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte
daarvan. | € 25,50 |
6.2 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van: | |
6.2.1 | Een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief
berustend stuk, per pagina op A4 formaat. | € 1,55 |
6.2.2 | Een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend
stuk. | € 13,00 |
| Hoofdstuk 7 Wet op de Kansspelen | |
7.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de
Wet op de kansspelen: | |
7.1.1 | Voor één speelautomaat. | € 104,00 |
7.1.2 | Voor twee speelautomaten. | € 123,00 |
7.2 | (fv)Het tarief bedraagt voor het in
behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van
een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de
kansspelen (loterijvergunning). | € 52,00 |
| | |
| Hoofdstuk 8 Winkeltijdenwet | |
8.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag: | |
8.1.1. | Voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of
het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. | € 78,00 |
8.1.2. | Tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 8.1.1
bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander. | € 52,00 |
8.1.3. | Tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 8.1.1
bedoelde ontheffing. | € 52,00 |
8.1.4 | Voor een ontheffing op basis van artikel 6 Verordening
Winkeltijden | € 278,00 |
| Hoofdstuk 9 Algemene Plaatselijke Verordening
(APV) | |
9.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
standplaatsenvergunning als
bedoeld in artikel 5.18 van Algemene Plaatselijke
Verordening. | |
9.1.1 | Voor één week of gedeelte daarvan. | € 78,00 |
9.1.2 | Voor één maand of gedeelte daarvan, langer dan 2 weken. | € 104,00 |
9.1.3 | Voor één jaar of gedeelte daarvan, langer dan 3 maanden.
| € 158,00 |
9.2 | Vervallen | |
9.3 | Vervallen | |
9.4 | Het tarief ter zake van het verkrijgen van een afschrift van
een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening
bedraagt. | € 154,00 |
9.5 | (fv) Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling
nemen van een aanvraag om een vergunning, ontheffing of
toestemming op grond van het gestelde in de Algemene
Plaatselijk Verordening en zover niet elders in deze tabel
genoemd. | € 158,00 |
| | |
| Hoofdstuk 10 Verkeer en vervoer | |
10.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag: | |
10.1.1 | Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel
87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
1990. | € 60,00 |
10.1.2 | Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel
5.5.1., 5.5.2 en 5.5.3 van het Voertuigreglement. | € 60,00 |
10.1.3 | Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel
5:8 van de APV Woerden. | € 200,00 |
10.1.4 | Gereserveerd | |
10.1.5. | Tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als
bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve
bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). | € 25,00 |
10.1.6.1 | Tot het verkrijgen van een verkeersbesluit voor een
gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats conform artikel 26
sub c van het RVV, inhoudende het realiseren van een
gehandicaptenparkeerplaats. | € 150,00 |
10.1.6.2 | Het conform artikel 10.1.6.1 geheven legesbedrag wordt
verhoogd met de kosten van het realiseren van de
gehandicaptenparkeerplaats met dien verstande dat deze
kosten vóóraf schriftelijk kenbaar zijn gemaakt aan de
aanvrager tot een maximum van. | € 500,00 |
10.1.6.3 | Indien de behandeling van een aanvraag tot het realiseren
van een gehandicaptenparkeerplaats leidt tot een afwijzend
besluit of binnen zes weken door middel van een schriftelijk
ingediend verzoek wordt afgezien van het gebruik van de
vergunning wordt in afwijking van lid 10.1.6.1 een
legesbedrag geheven van. | € 75,00 |
10.2. | (fv) Het tarief bedraagt ter zake van het
in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning ten behoeve van een
wegafsluiting: | |
10.2.1 | (fv) waarbij sprake is van een enkele
afsluiting en waarvoor geen verkeersplan noodzakelijk
is. | € 60,00 |
10.2.2 | (fv) Voor overige wegafsluitingen die
zich niet beperken tot de in 10.2.1 vermelde criteria. | € 85,00 |
| Hoofdstuk 11 Diversen | |
11.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als
bedoeld in de artikelen 29 en 32 van de Wet
Persoonsregistraties. | € 6,90 |
11.2 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een melding in
verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip,
plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als
bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de
Telecommunicatiewet. | € 312,00 |
11.3 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een melding in
verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip,
plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als
bedoeld in artikel 4 van de Algemene Verordening
Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) | € 312,00 |
11.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
11.4.1 | Tot het verkrijgen van een vergunning, bedoeld in artikel
14, lid 1 van de Wet openlucht recreatie, tot het houden van
een kampeerplaats. | € 156,00 |
11.4.2 | Tot het verlenen van vrijstellingen, c.q. Ontheffing
ingevolge de Wet openluchtrecreatie. | € 52,00 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke
leefomgeving/omgevingsvergunning
| Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving | |
1.1.1 | Aanlegkosten: Onder aanlegkosten wordt in deze titel verstaan de
aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve
voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor
het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een
raming van de aanlegkosten (exclusief omzetbelasting) als
bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit
normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk
door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder
aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken
of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking
heeft. | |
1.1.2 | Bouwkosten: Onder bouwkosten wordt in deze titel verstaan de
aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve
voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor
het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een
raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als
bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit
normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder
bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot
stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking
heeft. | |
1.1.3 | Vervallen | |
1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht | |
1.1.5 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn
omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens
de Wabo bedoeld | |
1.1.6 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de
Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op
activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander
wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde
betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| Hoofdstuk 2 Haalbaarheidsverzoeken | |
2.2.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om
een haalbaarheidsverzoek in verband met het verkrijgen van
een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de
Wabo vergunbaar is bedraagt: | € 415,00 |
2.2.2 | Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt
ingediend op basis van het haalbaarheidsverzoek, in
behandeling wordt genomen worden de leges verminderd met het
op grond van artikel 2.2.1 in rekening gebrachte bedrag | |
| Hoofdstuk 3 De omgevingsvergunning | |
2.3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som
van de verschuldigde leges voor de verschillende
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft
en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend
naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de
vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere
grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, indien de vastgestelde bouwkosten
minder bedragen dan | |
| € 0,00 tot € 2.500,00 | € 312,00 |
| € 2.501,00 tot € 5.000,00 | € 416,00 |
| € 5.001,00 tot € 10.000,00 | € 679,00 |
| € 10.001,00 tot € 50.000,00, basistarief | € 364,00 |
| € 50.001,00 tot € 500.000,00, basistarief | € 2.288,00 |
| € 500.001,00 en meer, basistarief | € 13.733,00 |
2.3.1.1.1 | Indien de vastgestelde bouwkosten meer bedragen dan €
10.000,00 maar minder dan € 50.001,00 wordt het conform
2.3.1.1 geheven bedrag vermeerderd met een bedrag dat gelijk
is aan 2,98% van de vastgestelde bouwkosten | |
2.3.1.1.2 | Indien de vastgestelde bouwkosten meer bedragen dan €
50.001,00 wordt het conform 2.3.1.1 geheven bedrag
vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan 2,51 van de
meerdere vastgestelde bouwkosten boven € 50.000,00 | |
2.3.1.1.3 | Indien de vastgestelde bouwkosten meer bedragen dan €
500.001,00 wordt het conform 2.3.1.1 geheven bedrag
vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan 1,59% van de
meerdere vastgestelde bouwkosten boven de € 500.000,00 | |
2.3.1.2 | Welstandstoets | |
2.3.1.2.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit
waarvoor toetsing aan de welstandscriteria als bedoeld in
artikel 12a van de Woningwet moet plaatsvinden en advies van
Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) wordt
ingewonnen, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende
bedrag verhoogd met de advieskosten zoals deze door WMMN
worden berekend op grond van de laatstelijk door het
Algemeen bestuur van WMMN vastgestelde tarieven. | |
2.3.1.2.2 | Indien voor de beoordeling om een haalbaarheidsverzoek als
bedoeld in 2.2.1 toetsing aan welstandscriteria moet
plaatsvinden en een schriftelijk advies van WMMN wordt
verkregen, wordt het overeenkomstig 2.2.1 berekende bedrag
verhoogd met de advieskosten zoals deze door WMMN worden
berekend op grond van de laatstelijk door het Algemeen
bestuur vastgestelde tarieven. | |
2.3.1.3 | Verplicht advies agrarische
commissie | |
2.3.1.3.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische
commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 577,00 |
2.3.1.4 | Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.4.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt
ingediend na aanvang of gereedkomen van de
bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges | 50% |
2.3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende
gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag al in behandeling is
genomen | € 55,00 |
2.3.1.6 | Voor het inbehandeling nemen van een omgevingsvergunning
voor de activiteit "bouwen" dat voorziet in de plaatsing
c.q. realisatie van een reclameobject een vast bedrag
van: | € 156,00 |
2.3.1.7 | Indien een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor een
reclame object waarvoor zowel de activiteiten
"bouwen"(2.3.1) als "monument" als bedoeld onder 2.3.7 van
toepassing zijn, is alleen het tarief dat behoort bij de
activiteit "monument" verschuldigd. | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 208,00 |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van
een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 312,00 |
2.3.3.2 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 312,00 |
2.3.3.3 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 4.121,00 |
2.3.3.4 | Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € 312,00 |
2.3.3.5 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking exploitatieplan): | € 312,00 |
2.3.3.6 | Indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 312,00 |
2.3.3.7 | Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 312,00 |
2.3.3.8 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 312,00 |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van
een aanlegactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een
aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 2.3.2: | |
2.3.4.1 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 312,00 |
2.3.4.2 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 312,00 |
2.3.4.3 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 4.121,00 |
2.3.4.4 | Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € 312,00 |
2.3.4.5 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking exploitatieplan): | € 312,00 |
2.3.4.6 | Indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 312,00 |
2.3.4.7 | Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 312,00 |
2.3.4.8 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 312,00 |
2.3.5 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een
bouwactiviteit dan wel een aanlegactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een
bouwactiviteit dan wel een aanlegactiviteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder a, en onder b, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | |
2.3.5.1 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 312,00 |
2.3.5.2 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 312,00 |
2.3.5.3 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 4.121,00 |
2.3.5.4 | Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € 312,00 |
2.3.5.5 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking exploitatieplan): | € 312,00 |
2.3.5.6 | Indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 312,00 |
2.3.5.7 | Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 312,00 |
2.3.5.8 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 312,00 |
2.3.6 | In gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief | € 260,00 |
| Vermeerderd met: | |
| 0 tot 100 m2 | € 312,00 |
| 100 tot 500 m2 | € 780,00 |
| 500 tot 2.000 m2 | € 1.248,00 |
| 2.000 tot 5.000 m2 | € 1.560,00 |
| 5.000 tot 15.000 m2 | € 1.872,00 |
| 15.000 tot 25.000 m2 | € 2.288,00 |
| 25.000 tot 50.000 m2 | € 3.017,00 |
| 50.000 m2 en meer | € 3.849,00 |
2.3.6.2 | Vervallen | |
2.3.6.3 | Het tarief bedraagt voor een gebruiksvergunning voor een
tijdelijk evenementen, zoals circussen, braderieën,
kermissen, tenten en andere eenmalige evenementen van enige
omvang; per evenement: | € 265,00 |
2.3.6.4 | (fv) In afwijking van artikel 2.3.6.3
bedraagt het tarief voor een gebruiksvergunning voor een
tijdelijk evenement in een tent, indien de tent een maximale
capaciteit heeft van maximaal 100 personen | € 135,00 |
2.3.7 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde
stads- of dorpsgezichten | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f,
van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een
krachtens provinciale verordening aangewezen monument,
waarvoor op grond van die provinciale verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het
tarief: | € 260,00 |
2.3.7.1.1 | Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
wijzigen van een monument: | € 260,00 |
2.3.7.1.2 | Voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een
monument op wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar
gebracht: | € 260,00 |
2.3.7.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads-
of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een
krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of
dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c,
van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale
verordening een vergunning of ontheffing is vereist,
bedraagt het tarief: | € 260,00 |
2.3.8 | Sloopactiviteiten | |
2.3.8.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het
tarief: | |
2.3.8.1.1 | In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,
beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald,
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de
Wabo. | € 260,00 |
2.3.8.1.2 | Vervallen | |
2.3.8.2 | Vervallen | |
2.3.8.3 | Vervallen | |
2.3.9 | Gereserveerd | |
2.3.10 | Uitweg / inrit | |
2.3.10.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het
gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 2.1.5.4 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist als bedoeld in artikel 2.2, eerste
lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | € 156,00 |
2.3.10.2 | Het in artikel 2.3.10.1 bedoelde tarief wordt verhoogd met
de geraamde kosten voor het uitvoeren van de in de
vergunning aangegeven maatregelen. | |
2.3.12 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale verordening of
artikel 2, eerste lid van de Bomenverordening gemeente
Woerden 2006 een vergunning of ontheffing is vereist, als
bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van
de Wabo, bedraagt het tarief: | € 156,00 |
2.3.13 | Opslag van roerende zaken | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald
gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.13.1 | Indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van
roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j,
van de Wabo: | € 156,00 |
2.3.13.2 | Indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt
gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of
gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld
in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 156,00 |
2.3.14 | Gereserveerd | |
2.3.15 | Gereserveerd | |
2.3.16 | Gereserveerd | |
2.3.17 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in
twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste
lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.17.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanraag voor de
eerste fase betrekking heeft. | |
2.3.17.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
tweede fase betrekking heeft. | |
2.3.18 | Aanvullende onderzoeken | |
2.3.18.1 | Het bodemgesteldheidsonderzoek | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.18.1.1 | indien de aanvraag alleen een historisch onderzoek als
bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999, naar het historisch
gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft, voor een
bouwplan van maximaal 2 woningen: | € 162,00 |
2.3.18.1.2 | indien de aanvraag alleen een historisch onderzoek als
bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999, naar het historisch
gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft, voor een
bouwplan vanaf 3 woningen en van overige functies: | € 234,00 |
2.3.18.1.3 | indien de aanvraag een historisch en verkennend onderzoek
als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999, naar het
historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft, voor
een bouwplan van maximaal 2 woningen: | € 445,50 |
2.3.18.1.4 | indien de aanvraag een historisch en verkennend onderzoek
als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999, naar het
historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft, voor
een bouwplan vanaf 3 woningen en overige functies: | € 648,00 |
2.3.18.1.5 | indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in de
Leidraad bodembescherming betreft, voor een bouwplan van
maximaal 2 woningen: | € 324,00 |
2.3.18.1.6 | indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in de
Leidraad bodembescherming betreft, voor een bouwplan vanaf 3
woningen en overige functies: | € 648,00 |
2.3.18.2 | Akoestisch onderzoek | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een akoestisch rapport wordt beoordeeld en zo nodig
een procedure Hogere Waarde wordt gevoerd: | |
2.3.18.2.1 | voor maximaal 2 woningen: | € 648,00 |
2.3.18.2.2 | vanaf 3 woningen en van overige functies: | € 1.863,00 |
2.3.18.3 | Onderzoek luchtkwaliteit | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachten wettelijk
voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een
rapport inzake de luchtkwaliteit wordt beoordeeld: | |
2.3.18.3.1 | voor maximaal 2 woningen: | € 648,00 |
2.3.18.3.2 | vanaf 3 woningen: | € 1.863,00 |
2.3.19 | Gereserveerd | |
2.3.20 | Gereserveerd | |
| Hoofdstuk 5 Teruggaaf | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, of
sloopactiviteiten | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning
voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.8, intrekt terwijl deze reeds
in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat
aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De
teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | Indien de aanvraag wordt ingetrokken: van de op grond van de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2 en 2.3.8
verschuldigde leges. | 50% |
2.5.1.2 | Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor
hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit
bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2 en 2.3.8 wordt ingediend kan,
indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning,
teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende
onderdelen worden verleend. | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, of
sloopactiviteiten | |
2.5.2.1 | Als een gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-,
aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen
2.3.1, 2.3.2, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.10, 2.3.11 en 2.3.12 intrekt
op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op
teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is
ingediend binnen 5 jaar na verlening van de vergunning en
van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf
bedraagt:van de op grond van die onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges. | 30% |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, of
sloopactiviteiten | |
2.5.3.1 | Als een gemeente een omgevingsvergunning voor een project
dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, of
sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1,
2.3.2 en 2.3.8, weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van
een deel van de leges, De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | 35% |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede
verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de
vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |
2.5.3.3 | Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor
hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit
bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.8 wordt ingediend kan, indien
deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf
van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden
verleend. | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
2.5.4.1 | Een bedrag minder dan € 45,00 wordt niet teruggegeven. | |
2.5.5 | Met betrekking tot de onderdelen 2.5.3.1 tot en met 2.5.3.3
geldt dat de teruggaaf van de leges niet hoger is dan de
reeds in rekening gebrachte leges | |
| Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | |
6.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke
ordening: | € 1.560,00 |
6.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a. van de Wet
ruimtelijke ordening: | € 936,00 |
| Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking | |
7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
beschikking: | € 130,00 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese
dienstenrichtlijn
| Hoofdstuk 1 Drank en Horecawet | |
1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning
ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet: | |
1.1 | Voor een nieuwe vergunning. | € 832,00 |
1.2 | Voor het wijzigen van een bestaande vergunning. | € 208,00 |
1.3 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing of
een verklaring als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en
Horecawet. | € 78,50 |
1.4 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
exploitatievergunning voor een horecabedrijf als bedoeld in
artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening. | € 416,00 |
1.5 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het wijzigen van een
exploitatievergunning voor een horecabedrijf als bedoeld in
artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening. | € 208,00 |
1.6 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het wijzigen van de terrasafmeting van
de exploitatievergunning voor een horecadrijf als bedoeld in
artikel 2:28 van de Algemen plaatselijke Verordening. | € 98,00 |
1.7 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een terrasvergunning
voor een horecabedrijf zonder exploitatievergunning. | € 208,00 |
1.8 | Vermeerderd met per markeerpunaise die door de gemeente
noodzakelijk wordt geacht in verband met de ordelijke
markering van het terras | € 32,00 |
1.9 | Wijzigen leidinggevende en toevoegen van nieuw aanhangsel
van reeds bestaande vergunning ingevolge artikel 30a van de
Drank en Horecawet | € 95,00 |
| Hoofdstuk 2 Evenementen | |
2 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
tot het verkrijgen van een vergunning voor het houden van
evenementen en openbare vermakelijkheden als bedoeld in
artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening: | |
2.1 | (fv) Voor een klein evenement,
gedefinieerd als een evenement waarbij standaard
vergunningvoorwaarden van toepassing zijn | € 52,00 |
2.2 | (fv)Voor een middelgroot evenement,
gedefinieerd als een evenement waarvoor adviesaanvragen
noodzakelijk zijn van de wijkopzichter en/of marktmeester
en/of hulpdiensten en aanvullende voorwaarden in de
vergunning worden opgenomen. | € 104,00 |
2.3 | (fv) Voor een groot evenement,
gedefinieerd als een evenement waarvoor adviesaanvragen
noodzakelijk zijn van de wijkopzichter en/of marktmeester
en/of hulpdiensten, aanvullende voorwaarden in de vergunning
worden opgenomen en waarvoor overleg en toezicht is
vereist | € 208,00 |
3 | Hoofdstuk 3 In deze titel niet benoemde beschikkingen | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
beschikking: | € 208,00 |
O n d e r d e e l II
Leveringsvoorwaarden producten en
diensten Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard
Beperkingen in verband met materiële staat
Fotokopieën en scans worden vervaardigd onder voorbehoud van de materiële staat
of vorm van de bescheiden. In sommige gevallen maakt het formaat dan wel de
slechte materiële staat van de stukken fotokopiëren of scannen niet
mogelijk.
Standaard leveringstijd
Fotokopieën A4/A3: dezelfde dag (uitgezonderd grote hoeveelheden) bij contante
betaling. Kopieën bouwtekeningen groter dan A3 kunnen worden opgestuurd, nadat
contante betaling bij opdrachtverstrekking heeft plaatsgevonden. De levertijd
bedraagt maximaal 10 werkdagen na ontvangst van de aanvraag.
De levering van scans en de behandeling van verzoeken om inlichtingen wordt
eveneens binnen hooguit 10 werkdagen afgewikkeld; indien dit niet mogelijk is,
wordt de aanvrager hierover geïnformeerd.
Verantwoordelijkheid
Voor alle opdrachten geldt dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het
juist en duidelijk aangeven van de productspecificaties (naam archief/collectie,
archiefcode, inventarisnummer/ stamnummer, datum, folio/bladzijde, nummer/akte,
formaat, bijzonderheden etc.
Het RHC is niet verantwoordelijk voor onjuist uitgevoerde opdrachten, die te
wijten zijn aan onvolledige of onjuiste specificaties.
Auteursrecht
Bij het maken van scans van foto’s waarop auteursrecht berust, is de
opdrachtgever zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van toestemming van de
houder van het auteursrecht. Het RHC is niet aansprakelijk voor eventuele
gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting.
Inwerkingtreding
Deze tarievenlijst en leveringsvoorwaarden treden in werking met ingang van 1
januari 2014 en maken deel uit van de legesverordening 2014.
Artikelgewijze toelichting op de verordening op de heffing en de invordering van
de legesverordening 2014
De begripsomschrijvingen (artikel 1 van de
verordening)
Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de tarieventabel
voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1.
Het belastbaar feit (artikel 2 van de
verordening)
De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor leges worden geheven.
Daarom is het niet mogelijk om in artikel 2 een algemene omschrijving van het
belastbare feit op te nemen die betrekking heeft op alle in de heffing te
betrekken diensten. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene
omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere
omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen. Dat is dan
ook de reden dat in artikel 2 wordt gesproken van ‘diensten, bedoeld in deze
verordening en de daarbij behorende tarieventabel’. Omdat ingevolge artikel 217
van de Gemeentewet het voorwerp der belasting en het tarief moeten zijn vermeld
in de belastingverordening, mag er geen twijfel over bestaan dat de
tarieventabel deel uitmaakt van de verordening. Vandaar dat de woorden ‘daarbij
behorende’ zijn gebruikt. In de tarieventabel en in de bij de verordening en de
tarieventabel behorende bijlagen wordt dit eveneens uitdrukkelijk
aangegeven.
De belastingplicht (artikel 3 van de
verordening)
Ingevolge artikel 217 van de Gemeentewet dient in de belastingverordening te
worden vermeld wie de belastingplichtige is. Vanwege het uiteenlopende karakter
van de verschillende diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de
belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen
belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden.
De vrijstellingen (artikel 4 van de
verordening)
Dit artikel geeft aan in welke gevallen er geen leges worden opgelegd. De
vrijstelling geldt niet voor de tarieven die worden geheven conform hoofdstuk 3
van de legestabel (RHC).
De tarieven (artikel 5 van de verordening)
Tariefstelling en kostendekkendheid
Op 1 januari 1990 is in werking getreden de Wet van 3 juli 1989 (Stb. 1989,
302), tot wijziging van de gemeentewet op het stuk der belastingen (limitering
leges en rechten). Deze wet had tot gevolg dat vanaf 1 januari 1990 een
legesverordening niet werd goedgekeurd indien de
geraamde baten van de leges uitgaan boven de
geraamde gemeentelijke lasten ter zake.
Vanaf 1 januari 1994 mag de legesverordening maximaal kostendekkend zijn. Dit is
geregeld in artikel 229b van de Gemeentewet. Zowel directe als indirecte kosten
kunnen worden doorberekend. Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks
samenhangen met de door de gemeente verrichte dienstverlening. Daarbij valt te
denken aan directe loonkosten, directe kapitaallasten en directe materiële
kosten. Indirecte kosten zijn kosten die niet rechtstreeks met de door de
gemeente verleende diensten samenhangen. Voor zover deze in enig verband staan
met de specifieke dienstverlening kunnen ook deze kosten worden
doorberekend.
Eerste lid
Voor de tarieven wordt in dit artikel verwezen naar de bij de verordening
behorende tarieventabel die, zoals in de toelichting op artikel 2 reeds is
opgemerkt, deel uitmaakt van de verordening.
Tweede lid
In het tweede lid van dit artikel is een regeling opgenomen voor die diensten,
waarbij als maatstaf van heffing het aantal uren, bladzijden en dergelijke is
gehanteerd.
Door deze bepaling behoeft in de tarieventabel niet steeds te worden vermeld dat
gedeelten van bijvoorbeeld uren of bladzijden voor een geheel uur of een gehele
bladzijde zullen worden gerekend.
De wijze van heffing (artikel 6 van de
verordening)
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden
geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere
wijze. In de belastingverordening zal moeten worden geregeld welke wijze van
heffing geldt.
In de verordening is in beginsel gekozen voor de heffing op andere wijze, omdat
deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid,
hetgeen goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges.
De termijnen van betaling (artikel 7 van de
verordening)
Kan de aanvraag onmiddellijk in behandeling worden genomen, dan ligt het voor de
hand dat de leges onmiddellijk worden betaald. Hierin voorziet het bepaalde in
artikel 7 van de verordening. Indien de kennisgeving mondeling wordt gedaan dan
dient er betaald te worden op het moment van het doen van de kennisgeving.
Wordt de kennisgeving toegezonden, dan wordt in artikel 7, onderdeel b, bepaald
dat binnen 14 dagen na dagtekening betaald moet worden.
Kwijtschelding (artikel 8 van de verordening)
In de verordening is gekozen voor een bepaling die regelt dat in het geheel geen
kwijtschelding van leges wordt verleend. Reden hiervan is dat het heffen van
leges als een betaling voor een bepaalde prestatie van de gemeente is aan te
merken. De gemeente verleent om die reden geen kwijtschelding van leges.
Teruggaaf (artikel 9 van de verordening)
Degene die ingevolge de belastingverordening aanspraak kan maken op een gehele
of gedeeltelijke vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf, kan binnen
zes weken nadat de omstandigheid welke die aanspraak deed ontstaan, zich heeft
voorgedaan een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstelling, vermindering,
ontheffing of teruggaaf indienen bij de invorderingsambtenaar.
De nadere regelgeving door het college van burgemeester en wethouders
(artikel 10 van de verordening
Deze nadere regelgeving heeft betrekking op de regelgeving inzake zaken als
aangifte, voorlopige aanslagen en invorderingsrente.