Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Ondermandaatbesluit Concerndirecteur Dienstverlening 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOndermandaatbesluit Concerndirecteur Dienstverlening 2014
CiteertitelOndermandaatbesluit Concerndirecteur Dienstverlening 2014
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp2014-13

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Rotterdam 2012 (MVMR 2012)
  2. Algemene wet bestuurswet (Awb), afdeling 10.1.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-01-2014Onbekend

06-01-2014

Gemeenteblad 2014-13

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Ondermandaatbesluit Concerndirecteur Dienstverlening 2014

De Concerndirecteur Dienstverlening,

Gelet op het Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Rotterdam 2012 (MVMR 2012) en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuurswet (Awb);

overwegende, dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is de aan hem in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Rotterdam 2012 opgedragen en daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden onder te mandateren aan ondergeschikte ambtenaren of aan anderen, dan wel aan hen ondervolmacht te verlenen tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen of aan hen ondermachtiging te verlenen tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke handeling zijn;

 

besluit vast te stellen:

Ondermandaatbesluit Concerndirecteur Dienstverlening 2014

Inhoudsopgave

§ 1. Definities

 

I.Collegebevoegdheden

§ 2. Klachten

§ 3. Dwangsom

§ 4. Overeenkomsten

§ 5. Basisregistratie personen

§ 6. Huisvestingsvergunning

§ 7. Verkiezingen

§ 8. Nationaliteit

§ 9. Burgerlijke stand

§ 10.Cassatiebevoegdheden, invordering en aanwijzing deurwaarders

 

II. Burgemeesterbevoegdheden

§ 11. Verkiezingen

§ 12. Nationaliteit

§ 13. Burgerlijke stand

§ 14. Justitiële en strafvorderlijke gegevens

§ 15. Paspoorten

§ 16. Rijbewijzen

 

III. Overige bevoegdheden

§ 17. Parkeren

 

IV. Slotbepalingen

§ 18. Intrekking

§ 19. Inwerkingtreding

Artikel 1
  • 1.

    Het cluster dienstverlening kent de volgende vakeenheden met ieder een eigen leidinggevende:

    • a)

      Vakeenheid Publiekszaken, directeur Publiekszaken;

    • b)

      Vakeenheid Belastingen; directeur Belastingen;

    • c)

      Vakeenheid Stadsarchief, Stadsarchivaris;

    • d)

      Programma Dienstverlening en Verminderen regeldruk; programmamanager.

  • 2.

    Waar in dit besluit wordt gesproken over de directeur vakeenheid worden de functionarissen onder a tot en met d bedoeld tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.

I. Collegebevoegdheden

§ 2. Klachten

Artikel 2

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de clustersecretaris, voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het beslissen omtrent bejegeningsklachten bedoeld in artikel 9:1 Awb;

    • b.

      het beslissen omtrent klachten gericht aan het college van B&W en

de burgemeester.

  • 2.

    de directeur van de vakeenheid, het hoofd of manager en de teamchef of teamleider van de afdeling, voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het beslissen omtrent klachten gericht aan de Concerndirecteur Dienstverlening, behoudens klachten, bedoeld in artikel 2, lid 1 van dit besluit.

§ 3. Dwangsom

Artikel 3

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur van de vakeenheid, voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het beslissen over de verschuldigdheid van een dwangsom bij niet tijdig beslissen op grond van hoofdstuk 4 van de Awb;

    • b.

      de actieve en passieve openbaarmaking van documenten, bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

  • 2.

    het hoofd of manager van de afdeling waarop een ingekomen ingebrekestelling betrekking heeft en de medewerker van deze afdeling, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het in behandeling nemen van een ingebrekestelling bij niet tijdig beslissen, bedoeld in hoofdstuk 4 van de Awb.

§ 4. Overeenkomsten

Artikel 4

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging aan:

  • 1.

    de directeur van de vakeenheid, voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    het aangaan, wijzigen en beëindigen van overeenkomsten inzake dagelijks huishoudelijk beheer, bedrijfsactiviteiten of bedrijfsvoering, waaronder in ieder geval wordt begrepen het laten verrichten van diensten door derden, waarbij de bevoegdheid is beperkt tot € 250.000,-;

  • 2.

    de manager van een vakeenheid, in de functie van afdelingshoofd, voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het aangaan, wijzigen en beëindigen van overeenkomsten inzake dagelijks huishoudelijk beheer, bedrijfsactiviteiten of bedrijfsvoering, waaronder in ieder geval wordt begrepen het laten verrichten van diensten door derden, waarbij de bevoegdheid is beperkt tot € 50.000,-;

  • 3.

    Bij afwezigheid van een onder lid 1 tot met 2 gemandateerde is bevoegd de naast hogere leidinggevende.

§ 5. Basisregistratie personen

Artikel 5

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, de manager Uitvoering KCC, teamleiders uitvoering KCC, de teamchefs Expertise Burgerzaken en de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het inschrijven van personen in de Basisregistratie personen (Brp) en het opnemen en wijzigen van gegevens in de Brp;

    • b.

      het vragen van inlichtingen, geschriften, beëdigde vertalingen of persoonlijke verschijning, bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de Wet Brp;

    • c.

      het starten en verrichten van een administratief onderzoek naar de juistheid van de gegevens in de Brp, bedoeld in hoofdstuk 2 van de Wet Brp;

    • d.

      het al dan niet op verzoek verstrekken van gegevens uit de Brp aan burgers en het doen van mededelingen, bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 6 van de Wet Brp;

    • e.

      het beslissen op verzoeken om inlichtingen te verstrekken uit de Brp, bedoeld in hoofdstuk 3 paragraaf 2 tot en met 4, alsmede artikel 4.4 van de Wet Brp;

    • f.

      de afgifte van gewaarmerkte afschriften, uittreksels en verklaringen op basis van de Wet Brp, alsmede het legaliseren van handtekeningen en een attestatie de vita.

  • 2.

    de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het afnemen van verklaringen onder eed of belofte over gegevens over de burgerlijke staat, voor zover het feiten betreft die zich buiten Nederland hebben voorgedaan, als bedoeld artikel 2.8 lid 2 onder e Wet Brp;

    • b.

      het nemen van een beslissing als bedoeld in artikel 2.60 van de Wet Brp.

  • 3.

    de (senior) expert van Expertise Burgerzaken, voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het aanwijzen van instellingen waarbij daar verblijvende burgers kunnen kiezen voor een briefadres;

    • b.

      het aanwijzen van rechtspersonen die hun zetel in Nederland hebben zoals bedoeld in artikel 2.42 van de Wet Brp;

    • c.

      het nemen van een beslissing namens de burgemeester zoals bedoeld in artikel 2.41, lid 1 van de Wet Brp.

§ 6. Huisvestingsvergunning

Artikel 6

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, de manager Expertise Burgerzaken, de teamchefs Expertise Burgerzaken, de teamleider Uitvoering KCC en de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het in ontvangst nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een huisvestingsvergunning;

    • b.

      het verlenen en weigeren van een huisvestingsvergunning;

    • c.

      het intrekken van een huisvestingsvergunning.

§ 7. Verkiezingen

Artikel 7

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, de project- en programmamanager Expertise Burgerzaken en de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het registreren van de kiesgerechtigden van de gemeente Rotterdam;

    • b.

      het benoemen van de leden van elk stembureau bij alle verkiezingen en een voldoende aantal plaatsvervangende leden;

    • c.

      het registreren van de kiesgerechtigdheid van de onderdanen van andere lidstaten van de Europese Unie.

§ 8. Nationaliteit

Artikel 8

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, de manager Uitvoering KCC, de manager Expertise Burgerzaken, de teamchefs Expertise Burgerzaken, de teamleiders Uitvoering KCC en de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het in verband met erkenning bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap in ontvangst nemen en beoordelen van DNA-bewijs, bedoeld in het eerste en vierde lid van artikel 1 van het Besluit DNA-onderzoek vaderschap.

§ 9. Burgerlijke stand

Artikel 9

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de Directeur Publiekszaken en de manager Expertise Burgerzaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het aanwijzen van een huis der gemeente, alsmede het intrekken van deze aanwijzing.

Artikel 10

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de Directeur Publiekszaken en de manager Expertise Burgerzaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het benoemen en ontslaan van buitengewoon ambtenaren burgerlijke stand.

  • 2.

    de manager Expertise Burgerzaken, voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het benoemen en ontslaan van buitengewoon ambtenaren burgerlijke stand voor de periode van één dag.

Artikel 11

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, vermeld in artikel 5, lid 4 van het Reglement Burgerlijke Stand 2014, voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het besluiten op een verzoek om af te wijken van de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde openingstijden van een·stadswinkel.

§ 10 Cassatiebevoegdheden, invordering en aanwijzing deurwaarders

Artikel 12

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan de directeur van de vakeenheid Belastingen tot:

  • a)

    het instellen van beroep in cassatie en beslissen tot het voeren van verweer in belastingzaken;

  • b)

    het nemen van alle conservatoire maatregelen in belastingzaken en het doen van al wat mogelijk is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit van de gemeente Rotterdam;

  • c)

    het nemen van procesbesluiten in belastingzaken, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder f, van de Gemeentewet;

  • d)

    de invordering van de op grond van artikel 97 van de Woningwet verschuldigde bestuursdwangkosten, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, overeenkomstig de artikelen 5:25 en 5:26 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e)

    de aanwijzing van gemeenteambtenaren die werkzaam zijn bij zijn vakeenheid dan wel bij een ander onderdeel van de gemeentelijke organisatie als gemeentelijk belastingdeurwaarder als bedoeld in artikel 231, tweede lid, aanhef en onder e, van de Gemeentewet;

  • f)

    het invorderen van bestuursrechtelijke geldschulden voor zover deze bevoegdheid niet is opgedragen aan deconcerndirecteur Werk en Inkomen;

  • g)

    het uitvoeren van draagvlakmetingen, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de Experimentenwet BI-zones;

  • h)

    het beslissen op administratieve beroepen in het kader van uitstel van betaling en kwijtschelding, bedoeld in artikel 25, respectievelijk 26 van de Invorderingswet.

II. Burgemeesterbevoegdheden

§ 11. Verkiezingen

Artikel 13

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, de project- en programmamanager Expertise Burgerzaken en de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het inrichten van het stemlokaal en het aanwijzen van personen die het stembureau ten dienste worden gesteld;

    • b.

      het aanwijzen van ambtenaren die het proces-verbaal en de verzegelde pakken in ontvangst nemen, respectievelijk bewaren.

  • 2.

    de directeur Publiekszaken, de project- en programmamanager Expertise Burgerzaken en de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft, tot het uitoefenen van de volgende bevoegdheden op grond van de Kieswet en Kiesbesluit:

    • a.

      het aanwijzen van ambtenaren die aanwezig zijn bij het ondertekenen van een verklaring van ondersteuning door een kiezer, de identiteit en kiesgerechtigdheid nagaan en daarvan aantekening maken;

    • b.

      het uitreiken van een nieuwe stempas;

    • c.

      het aanwijzen van ambtenaren die een beslissing nemen op een schriftelijk verzoek om een kiezerspas voor het stemmen in een andere gemeente;

    • d.

      het aanwijzen van ambtenaren die een beslissing nemen op een mondeling verzoek om een kiezerspas voor het stemmen in een andere gemeente;

    • e.

      het aanwijzen van ambtenaren die een beslissing nemen op een verzoek om bij volmacht te stemmen.

§ 12. Nationaliteit

Artikel 14

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, de manager Uitvoering KCC, de manager Expertise Burgerzaken, de teamchefs Expertise Burgerzaken, de beleidsadviseur Expertise Burgerzaken, de teamleiders Uitvoering KCC en de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het nemen van beslissingen, het afdoen van stukken, het ondertekenen van uitgaande brieven, het uitreiken van naturalisatiebesluiten en de bevestiging van de verkrijging van het Nederlanderschap en het verrichten van overige handelingen ten aanzien van aangelegenheden die verband houden met de aan de burgemeester bij of krachtens de Rijkswet op het Nederlanderschap verleende bevoegdheden en opgedragen taken;

    • b.

      het namens de Minister nemen van beslissingen, afdoen van stukken en ondertekenen van brieven ten aanzien van de aangelegenheden, bedoeld in artikel 8 van de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap.

§ 13. Burgerlijke stand

Artikel 15

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, de manager Uitvoering KCC, de manager Expertise Burgerzaken, de teamleiders Uitvoering KCC en de teamchefs Expertise Burgerzaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het doen van aangiften van geboorte en overlijden;

    • b.

      het stellen van een andere termijn voor begraving of crematie;

    • c.

      het geven van schriftelijk verlof tot ontleding, uiterlijk op de derde dag na die van het overlijden;

    • d.

      het afgeven van een laissez-passer betreffende het vervoer van lijken dan wel de verklaring bedoeld in artikel 11, lid 4 van het Besluit op de lijkbezorging.

§ 14. Justitiële en strafvorderlijke gegevens

Artikel 16

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, de manager Uitvoering KCC, de manager Expertise Burgerzaken, de teamchefs Expertise Burgerzaken, de teamleiders Uitvoering KCC en de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het aanvragen van inlichtingen op grond van de artikelen 9, 10, 11, 12 en 13 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens juncto artikel 13, eerste lid en derde lid, onderdeel c van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens juncto artikel 111 van de Wegenverkeerswet;

    • b.

      het aanvragen van inlichtingen op grond van de artikelen 9, 10, 11, 12 en 13 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens juncto artikel 12, onderdeel c van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens juncto artikel 31 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

    • c.

      het aanvragen van inlichtingen op grond van de artikelen 9, 10, 11, 12 en 13 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens juncto artikel 20 van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens;

    • d.

      het aanvragen van inlichtingen op grond van de artikelen 9, 10, 11, 12 en 13 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens juncto artikel 16, onder b van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens.

§ 15. Reisdocumenten

Artikel 17

De Concerndirecteur Dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de manager Uitvoering KCC en de teamleiders uitvoering KCC, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het aanwijzen van ambtenaren als autorisatiebevoegden reisdocumenten, bedoeld in artikel 79 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN).

  • 2.

    de teamleiders uitvoering KCC en de teamchefs Expertise Burgerzaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het aanwijzen en registreren van ambtenaren, bedoeld in artikel 78 PUN, met inachtneming van de functionele beschrijvingen met betrekking tot het aanvraagsysteem reisdocumenten en overeenkomstig de beveiligingsprocedure;

    • b.

      de registratie van de parafen van de personen die tot parafering van aanvraagformulieren bevoegd zijn;

    • c.

      de aanmelding van de uitgiftelocaties bij het agentschap BPR;

    • d.

      het vastleggen van een tijdstip met het bestelkantoor waarop de reisdocumenten, identificatiekaarten en aanvraagformulieren worden afgeleverd.

  • 3.

    de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering binnen de vakeenheid Publiekszaken van de afdeling Expertise Burgerzaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft, tot:

    • a.

      het weigeren of vervallen laten verklaren van het reisdocument;

    • b.

      de kennisgeving van de beslissing inzake weigering of vervallenverklaring;

    • c.

      het opvragen van informatie over gesignaleerde personen bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bedoeld in artikel 44 van de Paspoortwet en artikel 58 PUN;

    • d.

      de verwijzing van de betrokken persoon in het geval van onbevoegdheid tot het in ontvangst nemen van de aanvraag;

    • e.

      de verwijzing van de betrokken persoon die een mededeling van een vermissing wil doen naar de gemeente waar hij in de basisregistratie personen als ingezetene is ingeschreven;

    • f.

      de doorzending van het ingehouden reisdocument dan wel het reisdocument van een gesignaleerde persoon, bedoeld in artikel 62 PUN.

  • 4.

    de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het in ontvangst nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen en vreemdelingen en een Nederlandse identiteitskaart;

    • b.

      het in ontvangst nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een faciliteitenpaspoort en een tweede paspoort;

    • c.

      het uitreiken van de in artikel 17 lid 4 sub a en b genoemde documenten;

    • d.

      het aanbrengen van wijzigingen en bijzondere vermeldingen in het reisdocument;

    • e.

      het doen van mededelingen aan het agentschap BPR inzake vermelding en verwijdering van de vermelding in het register paspoortsignaleringen, bedoeld in artikel 65 PUN;

    • f.

      de kennisgeving aan het Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee inzake een gevonden reisdocument, niet zijnde een nooddocument, bedoeld in artikel 66 PUN;

    • g.

      de definitieve onttrekking van reisdocumenten aan het verkeer in de gevallen, bedoeld in de artikelen 67 en 98, lid 2 PUN;

    • h.

      de registratie van de definitieve onttrekking in de basisregistratie personen;

    • i.

      het nagaan of kosteloze verstrekking van een reisdocument ingevolge artikel 6, derde lid, van het Besluit paspoortgelden mogelijk is;

    • j.

      het inhouden van een reisdocument in de gevallen, bedoeld in artikel 54 van de Paspoortwet.

  • 5.

    de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties van de Stadswinkel binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het doorzenden van het definitief aan het verkeer te onttrekken reisdocumenten, bedoeld in artikel 63 PUN.

  • 6.

    de (senior) experts van Expertise Burgerzaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het onderzoeken van een reis- of identiteitsdocument op onregelmatigheden;

    • b.

      het melden van de onregelmatigheid aan het Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee.

  • 7.

    de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      de registratie van de ontvangen kennisgevingen in de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 75 PUN.

Artikel 18

De bevoegdheden, bedoeld in § 15 van dit Ondermandaatbesluit, komen tevens toe aan de directeur publiekszaken voor zover het zijn taakgebied betreft.

§ 16. Rijbewijzen

Artikel 19

De concerndirecteur dienstverlening verleent ondermandaat aan:

  • 1.

    de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het ongeldig verklaren van een rijbewijs in de gevallen, genoemd in artikel 124, lid 2, sub c, d en f jo lid 1, sub a, b, c en e van de Wegenverkeerswet;

    • b.

      het weigeren van een aanvraag voor het verstrekken van een rijbewijs.

  • 2.

    de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het in ontvangst nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een rijbewijs;

    • b.

      het verstrekken van een rijbewijs;

    • c.

      het vernietigen van het ongeldig geworden rijbewijs;

    • d.

      het innemen van het ongeldig verklaarde rijbewijs;

    • e.

      het registreren van de ontvangst van de afgeleverde rijbewijzen in het rijbewijzenregister en het controleren van de levering op juistheid en volledigheid;

    • f.

      het afgeven van een rijbewijs alsmede het afgeven van een internationaal rijbewijs.

  • 3.

    de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het maandelijks controleren van de rijbewijzen aan de hand van de in het rijbewijzenregister opgeslagen gegevens;

    • b.

      het terugzenden van onjuist vervaardigde dan wel onjuist afgeleverde rijbewijzen met een proces-verbaal aan de Dienst Wegverkeer;

    • c.

      het terugzenden van niet uitgereikte rijbewijzen met een proces-verbaal aan de Dienst Wegverkeer;

    • d.

      het opmaken van een proces-verbaal aan de Dienst wegverkeer van niet ontvangen rijbewijzen.

  • 4.

    de medewerkers behorende tot de functiefamilie uitvoering, alsmede de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het bestellen van rijbewijzen door middel van het elektronisch versturen van de aanvraag naar de Dienst Wegverkeer.

  • 5.

    de beveiligingsfunctionaris Rijbewijzen, voor zover het zijn taakgebied betreft tot:

    • a.

      het beheer van en het toezicht op de naleving van de beveiligingsprocedure, bedoeld in artikel 128, lid 6 van het Reglement rijbewijzen.

Artikel 20

De bevoegdheden, bedoeld in § 16 van dit Ondermandaatbesluit, komen tevens toe aan de Directeur Publiekszaken voor zover het zijn taakgebied betreft.

III. Overige bevoegdheden

§ 17. Parkeren

Artikel 21

De concerndirecteur Dienstverlening verleent op grond van het door concerndirecteur Stadsbeheer verleende ondermandaat zoals opgenomen in de bijlage, nader ondermandaat aan:

  • 1.

    de directeur Publiekszaken, de teamleiders Uitvoering KCC en de medewerkers behorende tot de functiefamilie publieksfuncties binnen de vakeenheid Publiekszaken, ieder voor zover het zijn taakgebied betreft, tot:

    • a.

      het verlenen, wijzigen en intrekken van ontheffingen van de parkeerverboden, bedoeld in hoofdstuk 5, paragraaf 1, van de APV Rotterdam 2012 met uitzondering van de haven- en industriegebieden;

    • b.

      het verstrekken en ongeldig verklaren van gehandicapten-parkeerkaarten, bedoeld in de artikelen 49 tot en met 55 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

    • c.

      het verlenen, intrekken, overschrijven en wijzigen van parkeervergunningen en het verlenen, intrekken, overschrijven en wijzigen van ontheffingen, bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen.

IV. Slotbepalingen

§ 18. Intrekking

Artikel 22

Het Ondermandaatbesluit Concerndirecteur dienstverlening 2012, d.d. mei 2012 wordt ingetrokken.

§ 19. Inwerkingtreding

Artikel 23

Dit besluit treedt in werking met ingang van 6 januari 2014.

Artikel 24

Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaatbesluit Concerndirecteur Dienstverlening 2014.

 

Aldus vastgesteld op 6 januari 2014.

 

Y.J. van Stiphout

Concerndirecteur Dienstverlening

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 22 januari 2014