Verordening op de heffing en invordering watertoeristenbelasting 2014

Artikel 1 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf in het tot het territoir der gemeente behorende watergebied door personen, die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, op vaartuigen, wordt onder de naam "watertoeristenbelasting" een directe belasting geheven.

Artikel 2 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

Vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie of andere recreatieve doeleinden.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtige is:

• 1.

  De eigenaar, de pachter, de huurder of de gebruiker van het in artikel 1 bedoelde watergebied, die gelegenheid tot ligging biedt aan vaartuigen aan boord waarvan één of meer personen als bedoeld in artikel 1 verblijf houden;

• 2.

  Indien ingevolge het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene, die werkelijk verblijf houdt.

• 3.

  De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene terzake van diens verblijf belasting verschuldigd wordt.

Artikel 4: Maatstaf van de heffing

De belasting wordt geheven per etmaal of een gedeelte daarvan dat een niet-ingezetene verblijf heeft gehouden in het watergebied zoals bedoeld in artikel 1.

Artikel 5: Forfaitaire maatstaf van het aantal etmalen verblijf

Het aantal etmalen of delen daarvan dat door niet-ingezetenen verblijf is gehouden in het in artikel 1 bedoelde watergebied wordt bepaald op 100.000.

Artikel 6: Afwijkende maatstaf van heffing

Op een door de belastingplichtige gedane schriftelijke kennisgeving van het werkelijke aantal etmalen verblijf of delen daarvan door niet-ingezetenen wordt de maatstaf van de heffing vastgesteld op het door de belastingplichtige aangegeven werkelijke aantal (delen van) etmalen dat door niet-ingezetenen dat verblijf heeft gehouden in het in artikel 1 genoemde watergebied.

Artikel 7 Belastingtarief

De belasting bedraagt € 1,35 per persoon vanaf de leeftijd van 4 jaar, per etmaal of een gedeelte daarvan.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Vrijstellingen

• 1.

  De belasting wordt niet geheven ter zake van hen die verblijf houden aan boord van: een vaartuig, dat is ingericht en gebruikt wordt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of ouden van dagen; kano's, roei- en volgboten;

• 2.

  De belasting wordt niet geheven van hen; die op last of bevel van de overheid tijdelijk in de gemeente verblijf houdt die uit hoofd van zijn beroep tijdelijk binnen de gemeente werkzaam is.

Artikel 10 Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

De aanslagen moeten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de aanslag..

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  De "Verordening Watertoeristenbelasting 2013" van 17 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

• 3.

  De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

• 4.

  Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening watertoeristenbelasting 2014.