De raad van de gemeente Vlieland;
gezien: het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26
november 2013;
gelet op: artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de
Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN
2014
Artikel 1 Begripsomschrijvinqen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
gevaarlijke afvalstoffen:
afvalstoffen die als zodanig zijn aangewezen in het "Besluit
Aanwijzing Gevaarlijke Afvalstoffen" ( BAGA).
- 2.
inzameldienst:
de dienst als bedoeld in artikel 2 van de "Afvalstoffenverordening
gemeente Vlieland 2012".
- 3.
bedrijfsafvalstoffen:
afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, autowrakken
of gevaarlijke afvalstoffen.
- 4.
bedrijf:
- 1.
Als bedrijf wordt beschouwd een bedrijf dat:
- 1.
is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of in de
nabije toekomst ingeschreven zal moeten worden
krachtens de Handelsregisterwet 2007 en:
ofwel:
- 2.
opereert vanuit een functie-eenheid zoals geregeld
in het bestemmingsplan 'Vlieland bebouwde kom' en
opgenomen in de bijlage bezettingen centrumfuncties
bestemmingsplan kom:
ofwel:
- 3.
geheel of gedeeltelijk werkt vanuit een volgens het
bestemmingsplan aangewezen bedrijfslocatie op het
bedrijventerrein, dan wel vanuit een in een ander
bestemmingsplan specifiek bestemde
bedrijfslocatie:
ofwel:
- 4.
opereert vanaf een locatie waarvoor op grond van de
Algemeen Plaatselijke Verordening Vlieland een
standplaatsvergunning is verleend.
- 2.
Niet als bedrijf wordt beschouwd een bedrijf dat:
- 1.
valt onder een van de beroepen die worden
uitgeoefend volgens de bestemmingsplandefinitie van
een ‘aan-huis-verbonden beroep';
- 2.
”een beroep of het beroepsmatig verlenen van
diensten op administratief, juridisch, medisch,
therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of
hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn
beperkte omvang in een woning en de daarbij
behorende gebouwen met behoud van de woning kan
worden uitgeoefend";
- 3.
waarbij specifiek voor deze verordening ook in of
vanuit de woning opererende kinderopvang,
schoonmaak- en klusbedrijven en ondergeschikte
reparatie- verhuur- en verkoopactiviteiten hieronder
worden begrepen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het
genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik
van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen werken en of
inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve
van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen,
werken of inrichtingen bedoeld in artikel 2 gebruik maakt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Belastinqjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het
belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
- 1.
De rechten bedoeld in artikel 1 van de tarieventabel worden geheven bij
wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een
afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
- 2.
De rechten bedoeld in artikel 2 van de tarieventabel worden geheven door
middel van toezending of uitreiking van een gedagtekende schriftelijke
kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
- 3.
De rechten bedoeld in artikel 3 van de tarieventabel worden geheven door
middel van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving waarop het
gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tiidsgelang voor
de jaarlijks verschuldigde rechten
- 1.
De rechten bedoeld in artikel 1 en 3 van de tarieventabel zijn
verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of zo dit later is, bij
de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn
de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaarverschuldigde rechten als er in dat jaar na de aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar na het einde van
de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de
belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voorde overige rechten
De rechten bedoeld in artikel 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij
de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de
bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de in artikel 6 lid 1 genoemde aanslagen inclusief de daarop
betrekking hebben de omzetbelasting worden betaald binnen dertig dagen
na dagtekening van de aanslag.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde
bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden
afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke
termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het
aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand
later.
- 3.
In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten
de in artikel 6, lid 2 genoemde rechten inclusief de daarop betrekking
hebben de omzetbelasting worden betaald binnen 21 dagen na dagtekening
van de schriftelijke kennisgeving.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande
leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de
invordering van de reinigingsrechten.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De “Verordening reinigingrechten 2013” van 17 december 2012 wordt
ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
- 2.
De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na
die van bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening
reinigingsrechten 2014".
- 5.
Op de "Verordening reinigingsrechten 2014" is tevens van toepassing
de "Afvalstoffenverordening gemeente Vlieland".