Organisatie | Aalsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2013.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2013 De Nieuwe Meerbode, 23-12-2013 | Z-2013/049383 |
De raad van de gemeente Aalsmeer;
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders met registratienummer Z-2013/049383
gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder 'gebruik maken': gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit
de afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien in de loop van het belastingjaar het aantal ter beschikking gestelde rolemmers, als bedoeld in de artikelen 1.2.1,1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4.van de bij de verordening behorende tarieventabel afneemt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na de wijziging van het aantal rolemmers, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien in de loop van het belastingjaar de beschikbaar gestelde rolemmer(s) met een inhoud van 240-liter resp. 120-liter wordt (worden) omgewisseld voor (een) rolemmer(s) met een inhoud van 120-liter resp. 80-liter, als bedoeld in de artikelen 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3 van de bij de verordening behorende tarieventabel, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na deze omwisseling, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien in de loop van het belastingjaar het aantal ter beschikking gestelde rolemmers, als bedoeld in de artikelen 1.2.1,1.2.2,1.2.3 en 1.2.4.van de bij de verordening behorende tarieventabel, toeneemt, dan is de hogere belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat Jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na toename van het aantal rolemmers, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien in de loop van het belastingjaar de beschikbaar gestelde rolemmer(s) met een inhoud van 80-liter resp. 120-liter wordt (worden) omgewisseld voor (een) rolemmer(s) met een inhoud van 120-liter resp. 240-liter, als bedoeld in de artikelen 1.1.1,1.1.2 en 1.1.3 van de bij de verordening behorende tarieventabel, dan is de hogere belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na deze omwisseling, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan € 100 doch minder is dan € 3500 en zolang het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in 9 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Een verzoek tot kwijtschelding van de afvalstoffenheffing moet worden ingediend bij de invorderingsambtenaar van de gemeente.
Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Tarieventabel, behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2014
Behoort bij raadsbesluit van 19 december 2013, nr. Z2013/049383