Organisatie | Brunssum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | ORGANISATIEVERORDENING GRIFFIE GEMEENTE BRUNSSUM 2014 |
Citeertitel | ORGANISATIEVERORDENING GRIFFIE GEMEENTE BRUNSSUM 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling treedt met terugwerkende kracht inwerking op 21-01-2014.
De delegatie aan het college van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten, die betrekking hebben op het vaststellen en wijzigen van en het aanvullen op de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) en de Aanvullende bepalingen, alsmede op de daaruit voortvloeiende regelingen, voor zover het de rechtspositie van de griffier en van de op de griffie werkzame ambtenaren betreft, zoals opgenomen in artikel 8 sub b van de “Organisatieverordening griffie Brunssum 2009”; wordt hierbij ingetrokken.
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten, die betrekking hebben op het vaststellen en wijzigen van en het aanvullen op de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) en de Aanvullende bepalingen, alsmede op de daaruit voortvloeiende regelingen, voor zover het de rechtspositie van de griffier en van de op de griffie werkzame ambtenaren betreft, worden gedelegeerd aan de werkgeverscommissie raadsgriffie zoals bedoeld “Verordening werkgeverscommissie raadsgriffie 2009”.
De “Organisatieverordening griffie Brunssum 2009” wordt hierbij ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-02-2014 | 21-01-2014 | 19-03-2020 | nieuwe regeling | 21-01-2014 Elektronisch gemeenteblad, 05-02-2014 | 473292 |
De Raad van de gemeente Brunssum;
gelet op het bepaalde in van artikelen 83, 107 t/m 107e, 149, en 156 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
In te trekken de delegatie aan het college van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten, die betrekking hebben op het vaststellen en wijzigen van en het aanvullen op de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) en de Aanvullende bepalingen, alsmede op de daaruit voortvloeiende regelingen, voor zover het de rechtspositie van de griffier en van de op de griffie werkzame ambtenaren betreft, zoals opgenomen in artikel 8 sub b van de “Organisatieverordening griffie Brunssum 2009”;
de bevoegdheid tot het nemen van besluiten, die betrekking hebben op het vaststellen en wijzigen van en het aanvullen op de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) en de Aanvullende bepalingen, alsmede op de daaruit voortvloeiende regelingen, voor zover het de rechtspositie van de griffier en van de op de griffie werkzame ambtenaren betreft, te delegeren aan de werkgeverscommissie raadsgriffie zoals bedoeld “Verordening werkgeverscommissie raadsgriffie 2009”;
Ter bevordering van de afstemming tussen de griffie en het college heeft de griffier regelmatig overleg met de individuele portefeuillehouders in het portefeuillehouderoverleg. Tijdens dit overleg vindt een terugkoppeling plaats van de B&W vergadering en de commissie- en raadsvergaderingen en vindt afstemming tussen agenda’s plaats.
De bestaande gemeentelijke rechtspositie van overeenkomstige toepassing te verklaren op de griffier en op de griffie werkzame ambtenaren. Daar waar in de bestaande gemeentelijke rechtspositie melding wordt gemaakt van gemeentesecretaris, leidinggevende of een andere term waarmee een leidinggevende wordt bedoeld, dient griffier gelezen te worden en daar waar melding wordt gemaakt van het college, dient en werkgeverscommissie raadsgriffie gelezen te worden;
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten, die betrekking hebben op het vaststellen van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en het vaststellen, wijzigen en het aanvullen op de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) en de Aanvullende bepalingen, alsmede op de daaruit voortvloeiende regelingen, voor zover het de rechtspositie van de griffier en van de op de griffie werkzame ambtenaren betreft, te delegeren aan de werkgeverscommissie raadsgriffie.
Voorzover er in het overleg met de ondernemingsraad als bedoeld in artikel 23 van de WOR (hierna: de overlegvergadering) onderwerpen worden besproken die de griffie en/of het griffiepersoneel rechtstreeks of middellijk aangaan, vindt er voorafgaand aan de overlegvergadering overleg plaats tussen de griffier en de gemeentesecretaris / algemeen directeur. Indien dat door de griffier wenselijk wordt geacht is de gemeentesecretaris / algemeen directeur gehouden om het standpunt van de griffier in de overlegvergadering kenbaar te maken.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 21 januari 2014
De raad voornoemd.
De voorzitter, De griffier,
Ingevolge artikel 107e, eerste lid, van de Gemeentewet, kan de raad regels stellen over de organisatie van de griffie. De raad is daarom bevoegd om een organisatieverordening ten aanzien van de griffie vast te stellen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2 Inrichting van de griffie
Naast de (wettelijk verplichte) functie van griffier zijn op de griffie de een aantal griffiemedewerkers aanwezig. Op grond van het tweede lid van dit artikel is de werkgeverscommissie raadsgriffie, gehoord het presidium, belast met de invulling van het raadswerkgeverschap, bevoegd om de structuur van de griffie en de formatieomvang van de op de griffie aanwezige functies vast te stellen. Zie ook de toelichting bij artikel 4.
Artikel 3 Ondersteunende faciliteiten
Het gegeven dat de raad bevoegd gezag is over de medewerkers van de griffie neemt niet weg dat het voor de hand ligt dat door de griffie gebruik wordt gemaakt van binnen de ambtelijke organisatie bestaande ondersteunende faciliteiten, zoals de salarisadministratie en personeelsadviseurs, de financiële administratie, facilitaire zaken en automatisering. Op deze wijze kunnen de werkgeverscommissie griffie en de raadsgriffier de aan hun toekomende PIOFAH taken op adequate wijze invulling geven.
Aangezien het vanwege de schaalgrootte van de gemeente Brunssum inefficiënt is om de ondersteunende faciliteiten onder te brengen bij de griffie, dienen de met de ondersteuning belaste ambtenaren in ieder geval bij de uitvoering van werkzaamheden ten behoeve van de griffie overeenkomstig de aanwijzigen van de griffier te handelen. Deze ontwikkeling dient tevens gezien te worden in het licht van de meest recente wijziging van de gemeentewet (2008-2009, 30 902). In de memorie van antwoord wordt gesteld dat er weliswaar geen wettelijke plicht tot geheimhouding geldt voor ambtenaren die werkzaam zijn in het kader van de ambtelijke ondersteuning voor de raad, dat deze zich wel te onthouden hebben van uitlatingen over de inhoudelijke werkzaamheden richting college.
Dit laat onverlet dat het college de ondersteunende ambtenaren kan aanspreken indien zij hun taken niet naar behoren vervullen.
Artikel 4 Algemeen en dagelijks beheer
Het dagelijks beheer van de griffie ligt bij de griffier. Het algemeen beheer van aan de griffier ligt bij de werkgeverscommissie raadsgriffie. Het dagelijks beheer van de griffie, betreft bijvoorbeeld de PIOFAH taken, het vaststellen en waarderen van de functies van de griffiemedewerkers, het overeenkomen van detacheringsregelingen met het college, het aanstellen van en voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met griffiemedewerkers. Deze zaken vallen wat betreft de griffier onder het algemene beheer, welke evenals de formatieomvang van de griffie behoort tot de algemene beheerstaak van de werkgeverscommissie raadsgriffie.
Artikel 5 Benoeming van griffiepersoneel
Ingevolge artikel 107 van de Gemeentewet wordt de griffier benoemd, geschorst en ontslagen door de raad. Hij is tevens bevoegd de griffier te schorsen en te ontslaan. Op basis van artikel 107e, tweede lid, van de Gemeentewet, is de raad eveneens bevoegd de op de griffie werkzame ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan. De gemeenteraad delegeert deze bevoegdheid met betrekking tot medewerkers van de griffie, niet zijnde de griffier, aan de werkgeverscommissie raadsgriffie. De werkgeverscommissie raadsgriffier mandateert op haar beurt de bevoegdheden wat betreft het benoemen, schorsen en ontslaan van medewerkers van de griffie, aan de griffier. De plaatsvervangend griffier wordt op voordracht door de griffier, gehoord hebbende de werkgeverscommissie raadsgriffie, ter benoeming, schorsing en ontslag aan de raad voorgedragen.
De benoemingsprocedures en beoordelingsprocedure aangaande de griffier en plaatsvervangend griffier dienen middels een separate werkinstructie door de werkgeverscommissie raadsgriffie vastgelegd te worden.
Artikel 6 Verhindering en vervanging
Ingevolge artikel 107d van de Gemeentewet, regelt de raad de vervanging van de griffier. Er is gekozen voor een volledige vervanging van de griffier door de plaatsvervanger. Bij deze keuze ligt het voor de hand dat na benoeming van de betreffende medewerker door de griffier, de raad deze formeel als plaatsvervanger aanwijst op basis daarvan ook in rechte kan vertegenwoordigen. Hiervoor is tot op heden niet gekozen.
In het kader van de bewaking van de eenheid in de uitoefening van de aan de griffie opgedragen taken, daarbij rekening houdend met het klimaat, de werksfeer en de cultuur van de griffie, dient periodiek overleg plaats te vinden tussen de griffier en het griffiepersoneel. De frequentie van dit griffieoverleg is gesteld op minimaal eenmaal per maand.
Omwille van een goede afstemming tussen raad en burgemeester en wethouders wordt wekelijks het griffieoverleg gehouden tussen de burgemeester, de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de griffier. De griffier is secretaris van dit overleg. Ter bevordering van de afstemming tussen de griffie en het college heeft de griffier, dan wel dienst plaatsvervanger, regelmatig overleg met de individuele portefeuillehouders in het portefeuillehouderoverleg. Tijdens dit overleg vindt een terugkoppeling plaats van de B&W vergadering en de commissie- en raadsvergaderingen en vindt afstemming tussen agenda’s plaats.
De griffier neemt op eigen initiatief deel aan de vergaderingen van het management Team, voor zover het agendapunten betreft die van invloed zijn op de organisatie en rechtspositie van de griffie en haar medewerkers. Ten behoeve hiervan ontvangt de griffier de agenda van dit overleg om het eventuele nut van deelname aan de vergadering te kunnen beoordelen.
De raad is het bevoegd gezag over de griffier en het griffiepersoneel. Daarmee is de raad tevens bevoegd om de rechtspositie van deze ambtenaren vast te stellen. In de toelichting op de Wet dualisering gemeentebestuur wordt aangegeven dat de CAR als verplichte rechtspositie voor de sector gemeenten ook op deze ambtenaren van toepassing is. Aangezien Brunssum een UWO-gemeente betreft, geldt dat ook de UWO verplicht de rechtspositie van de griffier en het griffiepersoneel bepaalt. Het LOGA (brief Lbr. 02/78 CvA/LOGA 02/11) adviseert om de overige rechtspositionele voorschriften zoals die binnen de gemeente gelden en toekomstige wijzigingen daarin, van toepassing te verklaren op de griffier en het griffiepersoneel.
De ambtelijke organisatie en de griffie vormen twee aparte ondernemingen in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De rechtspersoon gemeente is de (enige) ondernemer. De griffiemedewerkers hebben geen actief en passief kiesrecht voor de ondernemingsraad van de ambtelijke organisatie. V.w.b. de griffie is niet de secretaris maar de griffier bestuurder in de zin van de WOR.
De WOR biedt de ondernemer met meer dan één onderneming de mogelijkheid om de medezeggenschap binnen de ondernemingen te combineren. Als er in de ondernemingen samen ten minste 50 personen werkzaam zijn, kan een gemeenschappelijke OR worden ingesteld (artikel 3 WOR). De ondernemingen worden dan beschouwd als één onderneming in de zin van de WOR. Het alternatief is dat de griffie en daarmee de op de griffie werkzame personen aansluiting zoeken bij de reeds bestaande OR van de ambtelijke organisatie. Voor dit alternatief is in deze verordening gekozen. Dit is wenselijk wanneer de ondernemingen zo sterk met elkaar samenhangen dat de instelling van aparte ondernemingsraden minder effectief is of een van de ondernemingen te klein is voor de instelling van een eigen ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging (PVT). Ook is e.e.a. als wenselijk aan te merken wanneer er zaken aan de orde zijn die alle ondernemingen betreffen, zoals belangrijke investeringen (bijv. ingrijpende verbouwingen, milieuvoorzieningen, technologische voorzieningen). Tenslotte kunnen aangelegenheden aan de orde zijn die het personeelsbeleid of de arbeidsomstandigheden in alle ondernemingen betreffen.
Om tot uniformiteit van beleid te komen is ervoor gekozen om de gemeentesecretaris / algemeen directeur ook v.w.b. de griffie als bestuurder in de zin van de WOR aan te merken. Om ingeval van bespreking van onderwerpen m.b.t. de griffie in de overlegvergadering de inbreng van de griffier te waarborgen, is bepaald dat de gemeentesecretaris / algemeen directeur en de griffier voorafgaand aan de overlegvergadering overleg voeren. Dit overleg is in beginsel op overeenstemming gericht. Voor het geval er in het vooroverleg tussen de gemeentesecretaris / algemeen directeur en de griffier niet tot overeenstemming wordt gekomen, is bepaald dat de gemeentesecretaris / algemeen directeur in voorkomende gevallen gehouden is het standpunt van de griffier kenbaar te maken.
Artikel 10 Georganiseerd overleg griffiepersoneel
De werkgeverscommissie raadsgriffie is bevoegd om de rechtspositie van de griffie vast te stellen. Echter, het reguliere GO overleg wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van het college van burgemeesters en wethouders. Voor zover op het griffiepersoneel de gemeentelijke rechtspositie geheel van toepassing is vormt dit geen probleem; de vertegenwoordiger uit het college vertegenwoordigt het gemeentebestuur in zijn algemeenheid. Anders ligt het bij toekomstige ingrijpende organisatieveranderingen op de griffie. De organisatie van de griffie is
geen zaak van het college. Voor overleg daaromtrent kan een vertegenwoordiger door de werkgeverscommissie raadsgriffie aangewezen worden om overleg met de vakorganisaties te voeren. In dit artikel wordt bepaald dat de aanwijzing geschiedt door en uit de werkgeverscommissie.
De werkgeversvertegenwoordiging, die gelet op artikel 12:1, tweede lid, CAR niet het college maar het gemeentebestuur vertegenwoordigt, wordt in die gevallen geacht de raad (dan wel de personen die de raad als werkgever vertegenwoordigen) te betrekken bij het bepalen van een werkgeversstandpunt. De raad is op grond van de Gemeentewet immers bevoegd tot aanstelling en vervanging, instructie, schorsing en ontslag van de griffier en zijn medewerkers, en de raad kan regels stellen over de organisatie van de griffie.
Daarnaast kan de griffier als adviseur aan het GO deelnemen voor aangelegenheden over de rechtspositie van de griffier en de medewerkers van de griffie. Hij kan dan net als ieder ander hoofd van dienst of medewerker die bij een onderwerp ondersteuning kan verlenen, aan het overleg deelnemen. De griffier heeft evenmin als andere hoofden van dienst of medewerkers stemrecht in het GO (artikel 12:2:7, tweede lid CAR).
Dit artikel behoeft geen toelichting.