Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit re-integratie 2014 Kaag en Braassem |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit Re-integratie 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Uitvoeringsbesluit Re-integratie Wet werk en bijstand ISD De Rijnstreek 2010
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-02-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 21-01-2014 | Onbekend |
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem op 21 januari 2014,
de gemeentesecretaris,
M.E. Spreij
de burgemeester,
mr. K.M. van der Velde-Menting
Nota-toelichting 1 Memorie van toelichting op het Uitvoeringsbesluit Re-integratie 2014
Algemene toelichting uitvoeringsbesluit 2014
Met dit uitvoeringsbesluit stelt het college nadere regels over de vergoeding van kosten die horen bij een traject gericht op arbeidsinschakeling. Bij deze regels geldt dat een voorliggende voorziening altijd voorgaat. Dat betekent dat wanneer het mogelijk is een vergoeding van bijvoorbeeld een werkgever of een belastingdienst te krijgen, deze vergoeding voor gaat.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Er is voor gekozen om hierbij aan te haken bij de begripsomschrijvingen uit de Re-integratieverordening 2014, omdat alle begrippen hier al beschreven zijn.
Indien een belanghebbende reiskosten moet maken voor het deelnemen aan een re-integratietraject dan wel aan sollicitatieactiviteiten kunnen de hiermee gemoeide reiskosten worden vergoed. Dit voor de volledige kosten, op het moment dat belanghebbende meer dan 10 kilometer (enkele reis) moet reizen. Het kan hierbij ook gaan om de kosten van een veerpont, wanneer dit de meest adequate oplossing is.
De kosten worden vergoed op basis van de kosten van het openbaar vervoer 2e klasse. In uitzonderingsgevallen kan worden overgegaan tot vergoeding van de kosten van eigen vervoer; voor de bepaling van de kosten wordt aangesloten bij de maximale onbelaste vergoedingen volgens de belastingwetgeving waarbij de kortste reisafstand wordt gehanteerd.
Voor doelgroepouders is het mogelijk een tegemoetkoming in kinderopvangkosten te geven, in aanvulling op de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst, maar nooit meer dan de kosten zouden zijn op basis van de normprijs per uur. Dit staat in de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in artikel 1.13 en artikel 1.7 lid 4.
Lid 2 regelt dat het hier niet alleen gaat om uitkeringsgerechtigden die een re-integratietraject volgen, maar ook om minderjarigen die scholing of een opleiding volgen (artikel 1.6 lid 1 onder e, Wk) en studenten (artikel 1.6 lid 1 onder j, Wk). Deze aanvulling is noodzakelijk omdat de raad in de re-integratieverordening alleen kosten noodzakelijk bepaalt voor doelgroepouders die in een re-integratietraject zitten. De doelgroep waarvoor het college deze kosten mag vergoeden is echter breder.
Naast deze kosten bepaalt het gestelde in artikel 3 lid 2 dat het college een vergoeding kan geven voor tussenschoolse opvang, wanneer de kinderen van belanghebbende tussen de middag op school moeten blijven, zodat belanghebbende deel kan nemen aan het traject richting arbeidsinschakeling.
Overige kosten zijn bijvoorbeeld verwervingskosten. Verwervingskosten zijn de kosten die het gevolg van het verwerven van werk en het aanvaarden van werk zoals de aanschaf van (persoonlijk) gereedschap of kleding (bijv. veiligheidsschoenen, overall etc.) voor zover de werkgever die niet vergoedt. Het kan echter ook gaan om kosten die noodzakelijk zijn voor het deelnemen aan aangeboden voorzieningen binnen het traject, zoals een stage of opleiding. De hoogte van de tegemoetkoming wordt afgestemd op de daadwerkelijke resterende kosten en het gaat hierbij om de meest doelmatige, adequate en economisch meest voordelige oplossing.