Organisatie | Brielle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening Brielle 2011 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Brielle 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2011 | Nieuwe regeling | 28-06-2011 Briels Nieuwsland | sector samenleving |
Afdeling 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Subsidies worden onderscheiden in:
a. Incidentele activiteitensubsidie: een subsidie die bestemd is om activiteiten van eenmalige, incidentele aard uit te voeren.
b. Investeringssubsidie: een subsidie als tegemoetkoming in de kosten van het doen van investeringen.
c. Projectsubsidie: een subsidie als tegemoetkoming in de kosten van het realiseren van een activiteit die door de gemeente wordt geduid als een project. De subsidie kan voor ten hoogste vier jaar worden verstrekt. De activiteiten worden nader vastgesteld in een uitvoeringsovereenkomst.
d. Structurele activiteitensubsidie: een subsidie om jaarlijks terugkerende activiteite.
Er kan subsidie worden verstrekt voor activiteiten die, naar inzicht van het college:
a. passen binnen het door de raad vastgestelde beleid, en
b. blijken uit de door de raad vastgestelde begroting en de door het college vastgestelde productenraming, en
c. voorzien in een (aantoonbare) behoefte van Brielse ingezetenen, e
d. in overwegende mate ten dienste staan van Brielse ingezetenen, e
e. niet het vormen en/of verspreiden van partijpolitieke, godsdienstige en/of levensbeschouwelijke gedachten en beginselen tot doel hebben.
Subsidieverstrekking aan instellingen die niet statutair gevestigd zijn in de gemeente kan geschieden als:
a. Het activiteiten betreft waaraan inwoners van de gemeente deelnemen, én;
b. De activiteiten niet door een reeds door de gemeente gesubsidieerde instelling (zouden kunnen) worden verzorgd, én;
c. De activiteiten niet reeds (toereikend) worden gesubsidieerd door een ander overheidsorgaan, dan wel;
d. De activiteiten zijn gericht op uitwerking van gemeentelijke beleidsdoelstellingen die een regionaal draagvlak vereisen en daardoor niet door een al in de gemeente gevestigde instelling (kunnen) worden uitgevoerd.
Alleen de wachtgeldverplichtingen en/of uitkeringen aanvullend op de bij enigerlei wet vastgestelde uitkeringen, die rechtstreeks voortvloeien uit een gemeentelijk besluit tot vermindering en / of beëindiging van subsidie kunnen in aanmerking komen voor subsidiering, één en ander te beoordeling van het college.
Artikel 6 Rechtspersoonlijkheid / rechtsbevoegdheid
In bijzondere gevallen kan het college, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, subsidie verlenen aan instellingen zonder volledige rechtsbevoegdheid of aan (een groep van) natuurlijke personen. De in deze verordening opgenomen bepalingen vinden dan, voor zover mogelijk, overeenkomstige toepassing.
Afdeling 2 DE SUBSIDIEVERLENING
Artikel 9 Meerjarige subsidieverlening
Het college kan een subsidie voor een periode van ten hoogste vier aaneengesloten jaren verlenen.
Tenzij elders anders is bepaald, beslist het college op de aanvraag tot subsidieverlening binnen acht weken nadat de raad de begroting voor het kalenderjaar waarin de activiteit aanvangt heeft vastgesteld of, indien deze begroting reeds is vastgesteld, binnen acht weken na indiening van de aanvraag.
Artikel 13 Verminderen, stopzetten, terugvorderen of intrekken subsidie
Het college kan, na een instelling de gelegenheid te hebben geboden te worden gehoord, een bij beschikking verleende subsidie verminderen, intrekken, terugvorderen of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien:
a. De instelling onjuiste en/of onvolledige gegevens heeft verstrekt;
b. De instelling zich niet of onvoldoende houdt aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening en hierin, geen verandering brengt;
c. De doelstelling van de instelling is gewijzigd, dan wel de instelling niet of onvoldoende overeenkomstig haar doelstelling werkzaam is;
d. Het effect en/of de omvang van de activiteiten daartoe aanleiding geven.
Artikel 14 Beëindiging subsidies
Subsidie aan een instelling wordt in ieder geval beëindigd wanneer:
a. Deze bij een rechterlijk vonnis geacht wordt geen rechtspersoon (meer) te zijn;
b. Deze bij een rechterlijk vonnis wordt ontbonden;
c. Bij haar conservatoir beslag is gelegd op het vermogen of een deel daarvan;
Afdeling 3 VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Artikel 15 Subsidieverplichtingen
Het college kan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen als bedoeld in de artikelen 4:37 Awb, 4:38 Awb, 4:39 Awb en 4:41 Awb.
Een object waar een subsidie voor is verleend, mag niet binnen een periode van tien jaar na realisering daarvan worden vervreemd, verhuurd, met hypotheek of andere zakelijke rechten worden bezwaard dan wel geheel of gedeeltelijk aan de in de aanvraag omschreven bestemming worden onttrokken, tenzij het college daar uitdrukkelijk toestemming voor heeft verleend. In het laatste geval kan het college bepalen dat een vergoeding is verschuldigd, waarbij bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de economische waarde van het object.
De subsidieontvanger is verplicht het boekjaar gelijk te stellen met het kalenderjaar, tenzij het college ontheffing verleent van deze verplichting.
Artikel 20 Toestemming voor bepaalde handelingen
De subsidieontvanger heeft voorafgaande schriftelijke toestemming nodig van het college voor:
a. Het oprichten van, dan wel deelnemen in, een rechtspersoon;
b. Het wijzigen van één van de volgende onderdelen van de statuten of het huishoudelijk reglement: de naam en/of vestigingsplaats van de organisatie, het doel van de vereniging of stichting, welke verplichtingen de leden hebben of hoe die verplichtingen bepaald kunnen worden, waar het geld naar toe gaat als de vereniging of stichting wordt opgeheven;
c. Het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidieontvanger zich verbindt tot zekerheidsstelling, met inbegrip van zekerheidsstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt;
d. Het ontbinden van de rechtspersoon;
e. Het doen van aangifte tot faillissement of aanvragen van surseance van betaling.
Artikel 21 Afwijkende verplichtingen
Indien de gemeente subsidie verstrekt voor activiteiten die mede door andere bestuursorganen worden gesubsidieerd, kan het college afwijken van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidie verbonden verplichtingen, voor zover dit wenselijk is met het oog op de afstemming met de door die andere bestuursorganen opgelegde verplichtingen.
Afdeling 4 DE SUBSIDIEVASTSTELLING
Artikel 22 De aanvraag tot subsidievaststelling
De subsidieaanvrager maakt bij het indienen van een aanvraag tot subsidievaststelling gebruik van het door het college vastgestelde formulier voor subsidievaststelling en levert alle daarop gevraagde documenten aan. De aanvrager handelt daarbij in overeenstemming met de door het college vastgestelde richtlijnen.
Afdeling 5 VOORZIENINGEN EN RESERVES
Een voorziening kan gevormd worden voor toekomstige kosten die een periode van tenminste twee jaar omvatten en:
a. Niet binnen de jaarlijkse exploitatie of via de egalisatiereserve opgevangen kunnen worden, en;
b. Nu reeds te voorzien zijn, en;
d. Hun oorzaak in het verleden hebben, en;
e. Kwantificeerbaar / berekenbaar zijn.
Een voorziening kan in ieder geval niet worden gevormd voor:
a. De kosten die samenhangen met ziekte van werknemers;
b. Reeds ontvangen maar nog niet volledig bestede subsidiegelden;
Het verzoek om toestemming voor het vormen van een voorziening bevat een plan waarin in ieder geval de volgende gegevens zijn opgenomen:
a. Het doel van de voorziening;
b. De onderbouwing van de noodzakelijke maximale hoogte van de voorziening;
c. Een planmatige onderbouwing van de meerjarige opbouw van en onttrekkingen uit de voorziening.
Een subsidieontvanger van een structurele activiteitensubsidie kan slechts met daarvoor voorafgaande schriftelijke toestemming van het college een bestemmingsreserve vormen wanneer er bij de instelling sprake is van een positief jaarresultaat. Dit voor zover dat niet wordt veroorzaakt door het niet, of slechts gedeeltelijk uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.
Het verzoek om toestemming voor het vormen van een in lid 1 genoemde reserve bevat in ieder geval de volgende gegevens:
b. een onderbouwing van de noodzakelijke maximale hoogte van de reserve;
c. een motivering van het tijdstip waarop de organisatie de middelen nodig heeft. Het college kan daarnaast aanvullende gegevens verlangen.
Een subsidieontvanger van een structurele subsidie kan slechts met daarvoor voorafgaande schriftelijke toestemming van het college een egalisatiereserve vormen wanneer er bij de instelling sprake is van een positief jaarresultaat. Dit voor zover dat niet wordt veroorzaakt door het niet, of slechts gedeeltelijk uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.