Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Beleidsregels ambtshalve vermindering Wet WOZ 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels ambtshalve vermindering Wet WOZ 2014
CiteertitelBeleidsregels ambtshalve vermindering Wet WOZ 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp2014-5

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
  2. Wet waardering onroerende zaken, art. 1, tweede lid
  3. Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2015Onbekend

07-01-2014

Gemeenteblad 2014-5

Voorstel van de Concerndirecteur Dienstverlening van 16 december 2013; kenmerk AP1277229

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels ambtshalve vermindering Wet WOZ 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de Concerndirecteur Dienstverlening van 16 december 2013; kenmerk AP1277229;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken en het Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken;

 

besluit vast te stellen:

de beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve vermindering van de vastgestelde waarde ingevolge de Wet waardering onroerende zaken in Rotterdam (Beleidsregels ambtshalve vermindering Wet WOZ 2014)

Artikel 1 Reikwijdte en definities

  • 1.

    Deze beleidsregels gelden in aanvulling op het Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet WOZ: Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      heffingsambtenaar: de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet WOZ;

    • d.

      beschikking: de voor bezwaar vatbare beschikking bedoeld in artikel 22, eerste lid, artikel 26, eerste lid, artikel 27, eerste lid, en artikel 28, eerste lid, van de Wet WOZ, tenzij in deze beleidsregels anders wordt aangegeven;

    • e.

      belanghebbende: degene op wiens naam een beschikking is gesteld;

    • f.

      vermindering: verlaging van de eerder bij beschikking vastgestelde waarde.

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

Indien een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ vastgestelde waarde onherroepelijk is komen vast te staan doch binnen vijf jaren na het nemen van de beschikking ter zake blijkt dat deze waarde tot een te hoog bedrag is vastgesteld, vermindert de in artikel 1, tweede lid, van de wet bedoelde gemeenteambtenaar, in geval de waarde had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat ten minste 20 percent, met een minimum van € 5.000,-, lager is dan de te hoog vastgestelde waarde, zo spoedig mogelijk bij beschikking de te hoog vastgestelde waarde.

Artikel 3 Jurisprudentie

  • 1.

    Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de Wet WOZ besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de vaststelling van de beschikking gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van de waarde indien de beschikking onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het hof of de rechtbank is gewezen, tenzij het college op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

  • 2.

    Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap, alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.

Artikel 4 Mededeling van afwijzing

Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a.

Artikel 5 Inwerkintreding

Deze beleidsregels treden in werking in werking op 1 januari 2014.

Artikel 6 Intrekking oude regeling

De beleidsregels ambtshalve vermindering Wet WOZ 2012 worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2014 met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ambtshalve vermindering Wet WOZ 2014.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 januari 2014.

 

De secretaris, Ph. F. M. Raets

De burgemeester, A. Aboutaleb

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 15 januari 2014