Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening 2014 Alphen aan den Rijn |
Citeertitel | Re-integratieverordening 2014 Alphen aan den Rijn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Verordening vervangt de Re-integratieverorde -ningen van de voormalige gemeenten Alphen aan de Rijn, Boskoop en Rijnwoude |
Geen
Artikelen 7, 8 eerste lid onderdeel a., 10 tweede lid en 10a van de Wet werk en bijstand (WWB), de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomens-voorzieningen oudere en gedeeltelijk arbeidson-geschikte werknemers (IOAW) en de artikelen 34, 35, 36 en 38a van de Wet inkomensvoorzie --ning oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 02-01-2014 Onbekend | 2013/25107 |
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Aan niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-ers waarvan het inkomen 110% van de van toepassing zijnde norm of meer bedraagt en/of het vermogen meer bedraagt dan de van toepassing zijnde vermogensgrens, bedoeld in de WWB, vraagt het college een bijdrage in de kosten van het traject. Deze bijdrage wordt bepaald op basis van de draagkrachtregels bijzondere bijstand die door het college vastgesteld zijn.
Artikel 5 Inzet van voorzieningen
Bij de keuze van het aanbieden van voorzieningen, wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij bekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een belanghebbende, het meest doelmatig, adequaat en toereikend is met het oog op aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid.
Het college kan aan belanghebbende activiteiten aanbieden in het kader van participatie in de maatschappij als arbeidsinschakeling (nog) niet mogelijk is.
Als een persoon additionele werkzaamheden verricht als bedoeld in artikel 10a van de wet en niet beschikt over een startkwalificatie, bekijkt het college, na een periode van zes maanden na aanvang van die werkzaamheden in hoeverre scholing of opleiding, onverminderd artikel 5 en 6 lid 2 en 3, de toegang tot de arbeidsmarkt kan bevorderen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van debepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden vanoverwegende aard leidt.