Organisatie | Alkmaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op e heffing en de invordering afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening reinigingsrechten 2015.
Datum ingang van heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening vervangt per 1 januari 2014 de Verordening reinigingsheffingen 2013.
Deze verordening is ook bekend gemaakt op http://www.alkmaar.nl/mededelingen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 06-11-2013 Gemeenteblad, 02-01-2014 | Onbekend. |
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, bijlage nr. 2013-1237;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening;
Verordening op de heffing en de invordering afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014, (Verordening reinigingsheffingen 2014)
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder "gebruik maken": gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten, de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende temiijnen telkens één maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten bedoeld in 1.3 en hoofdstuk 3 van de tarieventabel behorende bij deze verordening worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving bekendgemaakt.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 11 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De reinigingsrechten wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
De rechten bedoeld in 1.3 en hoofdstuk 3 van de tarieventabel behorende bij deze verordening worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdnjk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving bekendgemaakt.
Artikel 13 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten;
a. de rechten bedoeld in 1.1 en 1.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet
in afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar, respectievelijk belastingkwartaal aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde, respectievelijk derde gedeelten van de voor dat jaar, respectievelijk kwartaal verschuldigde rechten als er in dat jaar, respectievelijk kwartaal, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendemaanden overblijven.
Indien de belastingschuld in de loop van het belastingjaar respectievelijk belastingkwartaal eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde, respectievelijk derde gedeelten van de voor dat jaar, respectievelijk kwartaal verschuldigde rechten als er in dat jaar respectievelijk kwartaal, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
In afwijking van het voorgaande lid vindt ontheffing van de rechten als bedoeld in 1.1 en 1.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening alleen plaats na restitutie van het aantal ter beschikking gestelde afvalzakken als in de periode waarover aanspraak op restitutie bestaat maximaal zou kunnen worden aangeboden.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 17 Machtiging van het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven die zijn opgenomen in hoofdstuk 2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening.
Artikel 18 Nadere regels door het college van byrgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Tarieventabel behorende bij de verordening reinigingsrechten 2014
Hoofdstuk 1 Bedrijfsafval van beperkte omvang
Hoofdstuk 2 Bedrijfsafval per container
Hoofdstuk 3 Dierplagen bestrijden
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2013 te Alkmaar.