Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Alphen aan den Rijn 2014 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Alphen aan den Rijn 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 4 Wet op het primair onderwijs, artikel 4 Wet op het voortgezet onderwijs en -de Wet op de expertisecentra (WEC)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2014 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 02-01-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 2014,3916; Witte Weekblad 29-1-2014, Gouwe Koerier 29-1-2014 Rijnwoude Koerier 29-1-2014 | 2013/42585 |
Artikel 1: Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school, dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag (volgens de schoolgids), minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag (volgens de schoolgids), een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;
voor wat betreft scholen voor primair onderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertise-centrum in stand houden;
vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of vergoeding van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een school voor primair onderwijs of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;
Voor kinderen uit deze doelgroep bestaat naast het reguliere onderwijs (Wpo of Wvo) een indeling in vier typen scholen:
Artikel 2: Vergoeding van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke vergoeding van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op vergoeding vervallen.
Artikel 3: Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Vergoeding van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders vergoeding van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op meer dan zes kilometer van de woning is gelegen, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op vergoeding naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4: Uitbetaling van de vergoeding
Het college bepaalt bij het verstrekken van vergoeding van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte vergoeding. Met dien verstande dat de tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor meerdere jaren of de hele schoolperiode wordt vastgesteld.
Artikel 6: Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte vergoeding is verstrekt, vervalt de aanspraak op vergoeding van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw vergoeding van de vervoerskosten. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
TITEL 2: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS (INCLUSIEF SPECIALE SCHOLEN VOOR BASISONDERWIJS)
Artikel 9: Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt vergoeding verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:
Artikel 10: Commissie voor de toelaatbaarheidsverklaring
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een speciale school voor basisonderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking de beslissing te betrekken van de commissie voor de toelaatbaarheidsverklaring over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.
Artikel 11: Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor primair onderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders vergoeding op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets en indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt.
Artikel 12: Vergoeding van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op vergoeding zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van 1 begeleider, indien de leerling op de peildatum (artikel 7) tien jaar of jonger is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 13: Vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor primair onderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes km bedraagt, en
Artikel 14: Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan 1 leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
TITEL 3: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR SPECIAAL ONDERWIJS (voor voortgezet speciaal onderwijs gelden de bepalingen in Titel 6)
Artikel 15: Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets, e-bike of bromfiets
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders vergoeding op basis van de kosten van het vervoer per fiets, e-bike dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, e-bike of bromfiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per fiets, e-bike of bromfiets en indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.
Artikel 15a: Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de toelaatbaarheidsverklaring is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Artikel 16: Commissie voor de toelaatbaarheidsverklaring
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de toelaatbaarheidsverklaring of het advies van andere deskundigen te betrekken.
Artikel 17: Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op vergoeding zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of psychische aandoening, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 19: Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, vergoeding van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders vergoeding van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 20: Vergoeding vervoerskosten van leerlingen voor scholen voor speciaal onderwijs
Het college verstrekt eveneens een vervoersvoorziening aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan zes kilometer, indien het college van oordeel is dat de leerling door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of psychische aandoening niet, of niet zelfstandig, van het openbaar vervoer gebruik kan maken.
TITEL 4: BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER
Artikel 21: Vergoeding van de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend speciaal onderwijs in een internaat verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.
Artikel 22: Vergoeding kosten weekeinde en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders vergoeding van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
TITEL 5: EIGEN BIJDRAGE EN VERGOEDING NAAR FINANCIËLE DRAAGKRACHT
Aan de ouders van een leerling die een school voor primair onderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan €24.300 wordt slechts vergoeding verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor primair onderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 24.300.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
Het bedrag van €24.300,-, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van €24.300.
Artikel 24: Financiële draagkracht
In geval het college in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5.
TITEL 6: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN LEERLINGENMET EEN LICHAMELIJKE, VERSTANDELIJKE OF ZINTUIGLIJKE HANDICAP OF PSYCHISCHE AANDOENING, NAAR SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Artikel 25: Vergoeding op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college vergoeding op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling, die naar het oordeel van het college niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken, door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of psychische aandoening, die een school voor primair onderwijs (inclusief speciale school voor basisonderwijs) of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders vergoeding op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 27: Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan 1 leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een vergoeding op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders vergoeding van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 28: Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 29: Afwijken van bepalingen (hardheidsclausule)
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de commissie voor de toelaatbaarheidsverklaring of andere deskundigen.
Artikel 30: Intrekking oude regelingen
De verordeningen leerlingenvervoer:
worden met het vaststellen van deze verordening ingetrokken.
Deze gewijzigde verordening heeft direct gevolgen voor de leerlingen uit het voormalige Boskoop die negen jaar of jonger zijn. In Boskoop gold dat leerlingen van negen jaar of jonger automatisch recht hadden op aangepast vervoer. Voor het schooljaar 2014-2015 geldt dat alle voormalig Boskoopse kinderen die op de peildatum negen jaar of jonger zijn en in vorige schooljaren (of schooljaar) gebruik maakten van aangepast vervoer, het aangepast vervoer toegekend krijgen met de aankondiging dat zij vanaf schooljaar 2015-2016 niet meer automatisch recht hebben op aangepast vervoer. Hun situatie zal voor het schooljaar 2015-2016 conform deze verordening beoordeeld worden. Hierbij wordt uitgegaan van de stelregel ‘Openbaar vervoer, tenzij’. Voor leerlingen uit voormalig Alphen aan den Rijn en voormalig Rijnwoude gold deze bepaling al.