Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2014 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn (Asv 2014). |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening vervangt de Subsidieverordeningen van de voormalige gemeenten Alphen a/ Rijn, -Boskoop en Rijnwoude |
Geen
Artikelen 147 en 149 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-01-2014 | 01-01-2014 | 09-07-2015 | Nieuwe regeling | 02-01-2014 Gemeenteblad 23-1-2014, nr. 2014, 3477; Witte Weekblad 29-1-2014, Gouwe Koerier 29-1-2014 en Rijnwoude Koerier 29-1-2014 | 2013/54739 |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
voorziening: vermogensbestanddelen voor toekomstige kosten die een periode van twee of meer jaren omvatten, die onvermijdelijk en nu reeds te voorzien zijn, die niet binnen de jaarlijkse exploitatie opgevangen kunnen worden, hun oorzaak in het verleden hebben en kwantificeerbaar en/of berekenbaar zijn;
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
Het college is bevoegd subsidie te verlenen voor de beleidsterreinen zoals opgenomen in de gemeentebegroting.
Ten aanzien van verleende subsidies die worden bekostigd ten laste van een begroting die nog niet door de gemeenteraad is vastgesteld, of ten laste van middelen die nog met een begrotingswijziging door de raad beschikbaar dienen te worden gesteld, geldt het voorbehoud dat zij zijn verleend onder de ontbindende voorwaarde dat de begroting of begrotingswijziging die voor de bekostiging noodzakelijk is, door de raad wordt vastgesteld.
Artikel 8 Structurele subsidies
In de subsidieaanvraag vermeldt de instelling de mate waarin en de manier waarop de prestaties of activiteiten van de instelling waarvoor subsidie wordt aangevraagd, bijdragen aan de vastgestelde beleidsdoelstellingen van de gemeente, afgezet tegen het jaarlijkse subsidiebedrag. De begroting vermeldt ook eventuele andere inkomsten van de instelling.
Het college verleent structurele subsidies in beginsel op basis van een onderliggende subsidieovereenkomst. Dit geldt in elk geval voor subsidies groter dan € 250.000. In die overeenkomst staan nadere procedurele voorwaarden en afspraken over de aanwending van de subsidie en de manier waarop de prestaties of activiteiten worden uitgevoerd.
Hoofdstuk VI Subsidievaststelling en betaling
Artikel 16 Subsidievaststelling grotere bedragen
Als het verleende subsidiebedrag meer bedraagt dan € 50.000 maar minder dan € 250.000, dan stuurt de instelling naast de in sub a genoemde inhoudelijke en financiële verantwoording ook een evaluatie van de voortzetting van de subsidierelatie op basis van de behaalde resultaten en een accountantsverklaring mee.
Als het verleende subsidiebedrag meer bedraagt dan € 250.000, dan stuurt de instelling naast de in sub a genoemde verantwoording ook een verantwoording van de bijdrage die de subsidieontvanger levert aan de gemeentelijke doelstellingen, een evaluatie van de voortzetting van de subsidierelatie op basis van de behaalde resultaten en een accountantsverklaring inclusief rechtmatigheidsverklaring mee.
2Het college kan in bijzondere gevallen besluiten af te wijken van de in het eerste lid bepaalde termijn en de genoemde voorwaarden.
Artikel 17 Lagere vaststelling van subsidiebedrag
Het college kan, zoals gesteld in artikel 4:46 van de wet, de subsidie lager vaststellen indien:
Hoofdstuk VII Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 19 Tussentijdse rapportage
Instellingen die meer dan € 50.000 aan subsidie ontvangen, sturen vóór 1 augustus van het jaar waar de subsidie betrekking op heeft, een tussentijdse rapportage aan de gemeente. De rapportage bevat rekening en verantwoording over de verrichte activiteiten van het eerste halfjaar en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten en een prognose voor het tweede halfjaar.
Zodra het waarschijnlijk is dat de instelling de gesubsidieerde activiteiten niet of niet geheel uit kan voeren, meldt de subsidieontvanger dit direct aan het college. Ook andere relevante feiten en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van de activiteiten of de subsidievaststelling, meldt de instelling direct bij bekend worden aan het college.
Hoofdstuk VIII Overige bepalingen
Het college kan in individuele gevallen voor één of meer subsidieverplichtingen van de subsidieaanvrager of de subsidieontvanger ontheffing verlenen van deze verordening.
Artikel 23 Bijzondere gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze verordening, voor zover een strikte toepassing ervan, gelet op het belang van een goede subsidieregeling, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het college motiveert een dergelijk besluit in de beschikking.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.
De subsidieverordeningen van Alphen aan den Rijn 2011, Boskoop 2010 en Rijnwoude 2008 worden per die datum ingetrokken.
Artikel 26 Overgangsbepalingen
Subsidies die zijn aangevraagd of verleend vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, worden behandeld overeenkomstig de regeling die gold ten tijde van hun aanvraag.
As bijlage bij deze toelichting treft u drie overzichten aan, met de belangrijkste wijzigingen van de oorspronkelijke verordeningen van Alphen aan den Rijn 2011, Boskoop 2010 en Rijnwoude 2008 ten opzichte van deze nieuwe subsidieverordening.
Voor Boskoop en Rijnwoude geldt dat een aantal begripsomschrijvingen (voorbeeld: beschikking) en artikelen (voorbeeld: vergoeding bij vermogensvorming) uit de respectievelijke verordeningen niet terugkeert in de Asv 2014, omdat deze teksten letterlijk afkomstig zijn uit de Algemene wet bestuursrecht.
Belangrijke Alphense veranderingen
Belangrijke Rijnwoudse veranderingen
Aanvraagtermijn structurele subsidieaanvragen 1 mei (was 1 april) |
||
Aanvraagtermijn eenmalige subsidieaanvragen 10 weken (was 19 weken) |
||
Direct vaststellen kleinere bedragen: tot € 5.000 (was € 2.500). |
||