Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Instellingsbesluit kunstadviescommissie gemeente Overbetuwe 2014 |
Citeertitel | Instellingsbesluit kunstadviescommissie gemeente Overbetuwe 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | instellingsbesluit kunstadviescommissie 2014 01 14.pdf |
Geen.
Gemeentewet, artikel 84
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-01-2014 | 29-05-2019 | nieuwe regeling. vervangt het instellingsbesluit kunstadviescommissie gemeente Overbetuwe 2007, zoals vastgesteld bij besluit van 6 maart 2007. | 14-01-2014 De Betuwe 22 januari 2014 | 13bwb00104 |
Er is een commissie die adviseert gevraagd en ongevraagd op het gebied van kunst en kunstbeleid in de openbare ruimte binnen de gemeente, hierna te noemen: de kunstadviescommissie.
De kunstadviescommissie vergadert slechts als ten minste de helft van de stemgerechtigde leden, onder wie de voorzitter of zijn plaatsvervanger, plus één aanwezig is. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.
Elk (vast of tijdelijk) lid van de kunstadviescommissie heeft één stem en stemt vrij van last. Een lid van de kunstadviescommissie neemt niet deel aan de stemming als het gaat om een aangelegenheid die hem rechtstreeks of indirect persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.
De voorzitter is bevoegd deskundigen en ambtenaren uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergaderingen van de kunstadviescommissie.
Aldus besloten in de vergadering van 14 januari 2014.
Burgemeester en wethouders,
de gemeentesecretaris,
Th. Hoex MMO.
de burgemeester,
drs A.S.F. van Asseldonk.
Sinds 2001 functioneert er een kunstadviescommissie (KAC) in de gemeente Overbetuwe. Pas bij instellingsbesluit van 3 maart 2007 heeft de KAC een formele grondslag gekregen. De KAC is immers een andere commissie, als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet. Een andere commissie dan de commissies, als bedoeld in artikel 82 (voorbereidingscommissie besluitvorming) en 83 (bestuurscommissie) Gemeentewet.
Het steeds meer en frequenter inwoners laten meepraten over onder andere hun leefomgeving kan ook worden bezien vanuit het oogpunt van kunst in de openbare ruimte. Dit betekent bijvoorbeeld voor de samenstelling van de Kunstadviescommissie dat er niet alleen gekeken wordt naar professionele kunstenaars (die hun eigen kwaliteiten inbrengen) maar ook naar de inbreng van inwoners die wellicht een andere kijk op de invulling van de omgeving hebben. Met ook de kantelingsgedachte in het achterhoofd is het wenselijk dat er naast de vaste leden ook tijdelijke leden aan de commissie toegevoegd kunnen worden.
Een commissie die immers bestaat uit professionele kunstenaars (vaste leden) en betrokken inwoners (tijdelijke leden) kan een breed gedragen voorstel aan burgemeester en wethouders voorleggen. Het instellingsbesluit moet dan ook op dit punt worden aangepast.
Op grond van dit artikel moet onder gemeente de gemeente Overbetuwe worden verstaan.
Dit artikel regelt de instelling van de kunstadviescommissie (KAC).
In het eerste lid van dit artikel is de taak van de kunstadviescommissie neergelegd: het gevraagd en ongevraagd adviseren over de toepassing van kunst in de openbare ruimte binnen de gemeente Overbetuwe (onder a.) en andere aangelegenheden die van belang zijn voor de behartiging van het gemeentelijk kunstbeleid in de openbare ruimte binnen de gemeente Overbetuwe (onder b.).
In het tweede lid is een belangrijke beperking neergelegd: De kunstadviescommissie adviseert uitsluitend over aspecten die verband houden met de uiterlijke verschijningsvorm van een kunstwerk in de openbare ruimte binnen de gemeente Overbetuwe.
Artikel 4 Samenstelling, lidmaatschap en vergoeding
De commissie bestaat uit ten minste vier en ten hoogste zeven leden. Daaronder zijn begrepen de voorzitter, zijn plaatsvervanger en twee tijdelijke leden vanuit de bevolking (eerste lid). De twee tijdelijke leden worden per kunstproject gevraagd om zitting te nemen in de kunstadviescommissie. Het is aan de kunstadviescommmissie om dit in de praktijk vorm te geven.
Bij de benoeming moeten burgemeester en wethouders rekening houden met bepaalde vereisten. Welke dat zijn is neergelegd in het derde lid van dit artikel. Ook geldt op grond van het vierde lid van dit artikel dat er minimaal twee professioneel werkzame beeldende kunstenaars in de kunstadviescommissie zitting moeten hebben.
In het vijfde tot en met achtste lid is het nodige bepaald over benoeming en ontslag, al dan niet op verzoek, aftreden en herbenoemen.
Tot slot is in het negende lid bepaald dat burgemeester en wethouders een vergoeding voor de vaste leden van de commissie vaststellen. De vergoeding voor de tijdelijke leden wordt daarvan afgeleid, namelijk de helft ervan. Omdat de voorzitter van de kunstadviescommissie tevens wethouder is, ontvangt deze uit hoofde van zijn functie geen vergoeding. De voorzitter kan tevens wethouder zijn, omdat de kunstadviescommissie is ingesteld door burgemeester en wethouders. Zou de kunstadviescommissie zijn ingesteld door de raad, dan was er sprake geweest van een incomptabiliteit (artikel 84, tweede lid jo. artikel 83, tweede lid Gemeentewet).
De secretaris draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning. Die ondersteuning strekt zich uit tot de administratieve hulp en tot de beleidsmatige advisering in de kunstadviescommissie.
De strekking van dit artikel is dat de kunstadviescommissie zelf zijn werkwijze bepaalt, uiteraard met inachtneming van het bepaalde in dit besluit en onverminderd de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om terzake voorschriften te stellen. Op grond van het tweede lid wijst de kunstadviescommissie uit de vaste leden een plaatsvervangend voorzitter aan.
Met de bepaling in het eerste lid dat de kunstadviescommissie vergadert zo dikwijls als zij dat nodig acht, wordt voldaan aan het vereiste van een periodiek overleg. Van belang is in dit verband dat er wel zaken voorhanden moeten zijn om advies over uit te kunnen brengen. Het zou daarmee onzinnig zijn om te bepalen dat de kunstadviescommissie bijvoorbeeld eens in de vier weken bijeen zou moeten komen, als er geen adviezen te geven zijn.
Voor het overige behoeft dit artikel geen verdere toelichting, behalve dat zowel een vast als een tijdelijk lid één stem heeft en vrij van last stemt (vierde lid) en dat aan (een vertegenwoordiger van een) wijk- en/of dorpsraad spreekrecht kan worden gegeven als het de toepassing van kunst in de openbare ruimte in hun wijk en/ of dorp betreft. In dat geval heeft deze (vertegenwoordiger van) wijk- en/of dorpsraad een adviserende stem.
Dit artikel behoeft geen toelichting. Uiteraard geldt dat als burgemeester en wethouders een besluit nemen dat afwijkt van het advies van de kunstadviescommissie, zij de reden van afwijking in de motivering van het besluit moeten vermelden.
Op grond van deze bepaling kan de voorzitter deskundigen en ambtenaren uitnodigen om aan de vergaderingen van de kunstadviescommissie deel te nemen, zodat zij tot een afgewogen advies kan komen.
Artikel 10 Intrekking oude regeling
Met dit artikel wordt het Instellingsbesluit kunstadviescommissie gemeente Overbetuwe 2007 ingetrokken.