Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014
Gemeentewet, art. 228
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2015 | 17-05-2017 | intrekking | 18-12-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 79987 | 2014/077/1 | |
07-01-2015 | 17-05-2017 | intrekking | 18-12-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 79987 | 2014/077/1 | |
04-01-2014 | 07-01-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2013 Dagblad De Limburger, 27 december 2014 | 2013/083/1 |
De raad van de gemeente Roermond,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013,
raadsvoorstelnummer 2013/083/1;
gelet op het bepaalde in artikel 228 van de Gemeentewet
vast te stellen de “verordening op de heffing en invordering van precariobelasting”
Deze verordening verstaat onder:
a. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;
b. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
e. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en tarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.
Artikel 7 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan en de vergunning is ingetrokken. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2013.
De griffier,
J.Vervuurt
De voorzitter,
mr. P.A.G. Cammaert
Bijlage bij de Verordening op de heffing en invordering van de precariobelasting 2014
voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, indien voor het hebben van die voorwerpen in de navolgende rubrieken niet in een bijzonder tarief is voorzien:
Hoofdstuk 2 Bouwmaterialen e.d.
bouwmaterialen, containers, grond, keten, loodsen, steigers, bouwwerktuigen (inclusief rails en kraanbanen) en stellingen, -voor een periode van maximaal 6 weken (week 1 t/m 6) | |||
Hoofdstuk 3 Diverse voorwerpen
olietanks e.d. ten behoeve van verwarmingsinstallatie a.voor een olietank, deel uitmakende van een verwarming installatie, inclusief leidingen, per stuk per jaar: | |||
buizen en transportleidingen voor zover niet vallend onder 4.2 | |||
kabels, gasbuizen tot een werkdruk van 10 bar, waterleiding- € 0,85 |
Hoofdstuk 6 Standplaatsen op openbare gemeentegrond
standplaats voor de verkoop van waren, anders dan op markten, | |||
het innemen van een standplaats door een circusbedrijf, |
Hoofdstuk 8 Benzineservice-installaties
aftappunten voor levering van benzine, olie of persgas, | |||
elke in een aftappunt als bedoeld in 8.1 aangebrachte extra | |||
Hoofdstuk 10 Openbare aankondigingen voor het hebben van: