Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting Maastricht 2014 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting Maastricht 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage bij Verordening Reclamebelasting Maastricht 2014 (2) |
Regeling vervangt de Verordening reclamebelasting Maastricht 2013
Gemeentewet, artikel 227
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 Gemeenteblad 2013, C no. 62 | volgno. 125-2013 |
Deze verordening is van toepassing binnen het centrumgebied van de gemeente Maastricht zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart onder bijlage 1 waarop de exacte grenzen van de grensstraten zijn aangegeven.
Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
Maatstaf van heffing en belastingtarief
Voor de toepassing van dit artikel worden de op basis van artikel 6 bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één vestiging, bouwwerk of deel daarvan behoren, bij elkaar opgeteld. Indien meerdere bouwwerken of delen daarvan naast elkaar zijn gelegen en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige voor één vestiging, worden de oppervlakten van reclameobjecten die bij deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.
Berekening van de reclamebelasting
De oppervlakte van een reclameobject wordt vastgesteld als volgt:
a.indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortelijk aankondigingvoorwerp, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp waarop de aankondiging wordt gedaan. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingvoorwerp bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit; Indien sprake is van een voorziening voor het doen van de aankondiging, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van de voorziening. Indien de voorziening niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorziening omsluit. Indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, een bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingvoorwerp, waarop door verschillende belastingplichtigen een aankondiging wordt gedaan, wordt de oppervlakte van de aankondiging van de belastingplichtige bepaald op de aan hem voor het doen van de aankondiging ter beschikking staande oppervlakte van het aankondigingvoorwerp.
indien de openbare aankondiging wordt gedaan door middel van een combinatie van verschillende losse voorwerpen of een opschrift met losse letters of symbolen, wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorwerpen of het opschrift omsluit.
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt of leidt tot een hoger belastingbedrag, is de reclamebelasting dan wel het hogere bedrag verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na hettijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Het hogere bedrag wordt aan belastingplichtige opgelegd onder aftrek van het eerder over hetzelfde jaar geheven bedrag.
4.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt dan wel vermindert, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:
a.die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn op de laatste dag van de maand daarna.
In afwijking van het eerst lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische belastingincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Bijlage bij Verordening Reclamebelasting Maastricht 2014
Bijlage bij Verordening Reclamebelasting Maastricht 2014 (2)
Tarieven behorende bij Verordening op de heffing en invordering reclamebelasting Maastricht 2014
Vast te stellen het tarief voor het hebben van een reclameobject, per jaar, per vestiging,
c.indien de oppervlakte van het reclameobject 20 m² of meer is: €1.158,98.