Organisatie | Nederweert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Sanctiebeleid aanvullende en na-wettelijke uitkering |
Citeertitel | Regeling Sanctiebeleid aanvullende en na-wettelijke uitkering |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De bekendmaking van de regeling is niet meer te achterhalen.
De inwerkingtreding van de regeling is bij benadering ingevuld.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-01-2014 | nieuwe regeling | 21-01-2014 Onbekend. | Geen. |
Regeling Sanctiebeleid aanvullende en na-wettelijke uitkering
Deze regeling is van toepassing op de ambtenaar die op grond van artikel 8:3 CAR/UWO of artikel 8:6 CAR/UWO wordt ontslagen. Dit besluit is daarnaast van toepassing op de ambtenaar die op grond van artikel 8:3 CAR/UWO, artikel 8:6 CAR/UWO of 8:8 CAR/UWO is ontslagen en een aanvullende of na-wettelijke uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk 10d CAR/UWO.
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van deze regeling ligt bij het college van burgemeester en wethouders.
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder
re-integratiefase: de fase voorafgaand aan ontslag, waarin door middel van een re-integratieplan of VWNW-contract afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de re-integratie of bemiddeling van de ambtenaar het best tot stand kan komen en hieraan uitvoering wordt gegeven met als doel werkloosheid zoveel als mogelijk is te voorkomen;
Artikel 4 Indeling verplichtingen in categorieën
Als verplichtingen van de eerste categorie worden beschouwd verplichtingen die gericht zijn op het stroomlijnen van het administratieve proces.
Als verplichtingen van de tweede categorie worden beschouwd verplichtingen ter opvolging van controlevoorschriften.
Als verplichtingen van derde categorie worden beschouwd de verplichtingen in het kader van re-integratie en werkhervatting.
Als verplichtingen van de vierde categorie worden beschouwd de verplichtingen die gericht zijn op het beperken van het (financiële) risico van de gemeente.
In een nadere regeling wordt uitgewerkt welke verplichtingen in ieder geval onder welke categorie vallen.
Artikel 5 Verplichtingen voor de medewerker
Gedurende de re-integratiefase, de periode van de aanvullende uitkering en de periode van de na-wettelijke uitkering, gelden voor de medewerker de verplichtingen die zijn opgenomen in de nadere regeling, bedoeld in artikel 4, vijfde lid. In het individuele re-integratieplan of VWNW-contract kunnen aanvullende verplichtingen worden opgenomen.
Artikel 6 Weigering van de aanvullende en na-wettelijke uitkering
De aanvullende en na-wettelijke uitkering worden blijvend geheel geweigerd indien het ontslag waaruit het recht voortkomt, is te wijten aan eigen schuld of toedoen van betrokkene.
Artikel 7 Sancties tijdens re-integratiefase
Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie worden gesanctioneerd met een korting op de bezoldiging van 5% gedurende één maand, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 2 procent of ten hoogste 20 procent van de bezoldiging.
Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie worden gesanctioneerd met een korting op de bezoldiging van 10% gedurende twee maanden met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 5 procent of ten hoogste 30 procent van de bezoldiging.
Niet naleving van verplichtingen uit de derde categorie worden gesanctioneerd met een korting op de bezoldiging van 25% gedurende vier maanden met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15 procent of ten hoogste 100 procent van de bezoldiging.
Niet naleving van verplichtingen uit de vierde categorie worden gesanctioneerd met een onmiddellijke ingang van het ontslag op grond van artikel 8:3 CAR/UWO of artikel 8:6 CAR/UWO en het vervallen van het recht op de aanvullende en de na-wettelijke uitkering.
Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd tweemaal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van een categorie hoger beschouwd.
Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd drie maal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de vierde categorie beschouwd.
Artikel 8 Sancties tijdens aanvullende uitkering
Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie worden gesanctioneerd met een korting op de aanvullende uitkering van 5% gedurende één maand, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 2 procent of ten hoogste 20 procent van het uitkeringsbedrag.
Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie worden gesanctioneerd met een korting op de aanvullende uitkering van 10% gedurende twee maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 5 procent of ten hoogste 30 procent van het uitkeringsbedrag.
Niet naleving van verplichtingen uit de derde categorie worden gesanctioneerd met een korting op de aanvullende uitkering van 25% gedurende vier maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15 procent of ten hoogste 100 procent van het uitkeringsbedrag.
Niet naleving van verplichtingen uit de vierde categorie worden gesanctioneerd met een blijvende gehele weigering van de aanvullende uitkering en het vervallen van het recht op de na-wettelijke uitkering.
Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd tweemaal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van een categorie hoger beschouwd.
Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd drie maal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de vierde categorie beschouwd.
Artikel 9 Sancties tijdens na-wettelijke uitkering
Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie worden gesanctioneerd met een korting op de na-wettelijke uitkering van 5% gedurende één maand, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 2 procent of ten hoogste 20 procent van het uitkeringsbedrag.
Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie worden gesanctioneerd met een korting op de na-wettelijke uitkering van 10% gedurende twee maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 5 procent of ten hoogste 30 procent van het uitkeringsbedrag.
Niet naleving van verplichtingen uit de derde categorie worden gesanctioneerd met een korting op de na-wettelijke uitkering van 25% gedurende vier maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15 procent of ten hoogste 100 procent van het uitkeringsbedrag.
Niet naleving van verplichtingen uit de vierde categorie worden gesanctioneerd met een blijvende gehele weigering van de na-wettelijke uitkering.
Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd tweemaal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van een categorie hoger beschouwd.
Indien de medewerker binnen 6 maanden tijd drie maal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de vierde categorie beschouwd.
Indien aan de medewerker een maatregel is opgelegd en binnen 2 jaar na de bekendmaking daarvan opnieuw dezelfde verplichting niet of niet behoorlijk wordt de sanctie voor het nieuwe feit in percentage en tijd verdubbeld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7, vijfde lid, artikel 8, vijfde lid en artikel 9, vijfde lid.
Indien sprake is van het niet nakomen van meer dan één verplichting en het niet nakomen van deze verplichtingen voortkomt uit één oorzaak, wordt slechts één sanctie opgelegd. Wanneer de niet nagekomen verplichtingen behoren tot verschillende categorieën wordt de sanctie voor de hoogste categorie toegepast.
Artikel 12 Gevolgen voor na-wettelijke uitkering
Wanneer op grond van de Werkloosheidswet een sanctie wordt toegepast op de werkloosheidsuitkering, wordt deze sanctie evenredig toegepast op de na-wettelijke uitkering, te weten:
Artikel 13 Afstemmen sanctie op ernst en verwijtbaarheid
Het percentage van de sanctie wordt verlaagd of verhoogd indien de verminderde of verhoogde ernst of verwijtbaarheid van het niet naleven van de verplichting daartoe aanleiding geeft.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening indien toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 15 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Artikel 16 Citeertitel en inwerkingtreding
De verordening kan worden aangehaald als de ’Regeling Sanctiebeleid aanvullende en na-wettelijke uitkering’ en treedt in werking met ingang van heden.
Nadere regeling, bedoeld in artikel 4, vijfde lid
In 2008 is de bovenwettelijke sociale zekerheid ten aanzien van gemeenteambtenaren ingrijpend gewijzigd. Dit heeft geleid tot een nieuw hoofdstuk 10d CAR/UWO. Met deze nieuwe regeling staat het voorkomen van werkloosheid voorop. Met de introductie van de re-integratiefase worden afspraken gemaakt tussen de medewerker en de gemeente ter ondersteuning bij het vinden van en het begeleiden naar een nieuwe werkkring. Mocht het vinden van een nieuwe werkkring onverhoopt niet lukken, dan kan de medewerker na ontslag in drie gevallen aanspraak maken op een bovenwettelijke uitkering: namelijk in geval van een ontslag wegens disfunctioneren waarbij het ontslag moet zijn gelegen in de werksfeer, een ontslag wegens reorganisatie of een ontslag op andere gronden waarbij op de voet van artikel 10d:4 CAR/UWO een bovenwettelijke uitkering is toegekend. Deze bovenwettelijke uitkering komt in zijn geheel voor rekening van de gemeente, evenals de WW-uitkering.
Duidelijke afspraken tussen de medewerker en de gemeente, daar draait het om. Daarbij blijft de verantwoordelijkheid liggen bij de medewerker. Hij is immers zelf verantwoordelijk voor zijn eigen loopbaan.
Bij duidelijke afspraken over re-integratie horen ook duidelijke afspraken over naleving ervan. Daartoe dient onderhavig voorstel tot nadere regelgeving. De rechtsgrondslag hiervoor is te vinden in artikel 10d:28, lid 2 CAR/UWO. Doel hiervan is te voorkomen dat medewerkers hun re-integratieafspraken niet nakomen. Er gaat dus een preventieve werking van uit.
In de re-integratie worden 3 fasen onderscheiden.
Om te kunnen bepalen welk gedrag gesanctioneerd kan worden, moet duidelijk zijn welke verplichtingen rusten op de medewerker. In elke fase is dat gerelateerd aan een eigen rechtskader.
Binnen elke fase bestaan er categorieën van verplichtingen. Aan elke categorie hangt een zwaarte van een sanctie.
Categorie 1: Onder deze categorie vallen verplichtingen die gericht zijn op het stroomlijnen van het administratieve proces. | - De medewerker vraagt toestemming om op vakantie te gaan, zodra hij zijn vakantieplanning weet, maar minimaal 4 weken van tevoren. - De medewerker meldt zich op zijn eerste ziektedag ziek volgens de daarvoor geldende interne afspraken. - De medewerker voldoet binnen de gestelde tijd aan een verzoek om alle feiten en omstandigheden mede te delen, waarvan redelijkerwijs duidelijk is dat zij van invloed kunnen zijn op de re-integratiefase. - De medewerker dient een kopie van de afsprakenbevestiging* van het intakegesprek te overleggen. | |
Categorie 2: Bij deze categorie gaat het om het nakomen van plichten ter opvolging van controlevoorschriften. | - De medewerker schrijft zich binnen een week na het ontslagbesluit in bij het UWV Werkbedrijf . - De medewerker overlegt een kopie van het inschrijvingsbewijs bij het UWV Werkbedrijf*. - De medewerker moet zich inschrijven bij het (regionale) mobiliteitsbureau. - De medewerker moet zich inschrijven bij een nader bepaald aantal uitzendbureaus, indien hierover individuele afspraken worden gemaakt, geldt dezelfde verplichting voor specifieke uitzendbureaus. - De medewerker schrijft zich in bij werving- en selectiebureaus, indien hierover individuele afspraken gemaakt zijn. - De medewerker schrijft zich in bij een re-integratiebureau, indien hierover individuele afspraken gemaakt zijn. - De medewerker onderhoudt* zijn inschrijving(en) bij: b het regionale mobiliteitsbureau c de (specifieke) uitzendbureaus d de werving- en selectiebureaus - De medewerker moet komen op de afspraak om het voorstel voor het re-integratieplan of VWNW-contract te bespreken. - De medewerker overhandigt het formulier ‘Werkzoekenden sector O&O’* aan de werkcoach tijdens het intakegesprek bij het UWV Werkbedrijf. - De medewerker zorgt binnen twee werkdagen voor een mondelinge terugkoppeling van de uitkomsten van het intakegesprek bij het UWV Werkbedrijf aan de werkgever. - De medewerker verschijnt op de afgesproken evaluatiemomenten. - De medewerker meldt de werkgever of het re-integratiebureau tijdig als re-integratieverplichtingen niet (kunnen) worden nagekomen, met vermelding van de reden hiervan. | |
Categorie 3: Onder deze categorie verplichtingen valt gedrag dat de re-integratie en werkhervatting bevordert. | - De medewerker stelt zich niet belemmerend op bij het vinden van werk. Dit houdt concreet in dat de medewerker: a meewerkt aan het opstellen van het re-integratieplan of VWNW-contract; b de afspraken zoals deze zijn vastgesteld in het re-integratieplan of VWNW-contract nakomt; c solliciteert op door de werkgever aangereikte functies en zelf actief op zoek gaat naar passende vacatures* en hierop solliciteert; d meewerkt en gemotiveerd deelneemt aan noodzakelijk geachte scholing, opleiding en/of activiteiten gericht op inschakeling in de arbeid; e medewerking verleent aan onderzoek over de inhoud, passendheid, voortgang en uitvoering van de re-integratieactiviteiten. - De medewerker is verplicht zich tijdens ziekte te blijven inzetten voor zijn re-integratie of VWNW-traject voor zover de gezondheidstoestand van de medewerker dit toelaat. - De medewerker voorkomt voortduring van de werkloosheid door onvoldoende sollicitatieactiviteiten. - De medewerker voorkomt voortduring van de werkloosheid door het stellen van eisen die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren. - De medewerker dient mee te werken aan gestelde voorschriften of maatregelen die erop gericht zijn de medewerker in staat te stellen om arbeid te verrichten. Inzet van re-integratie-instrumenten en/of middelen - De medewerker moet meewerken aan het opstellen van een arbeidsmarktprofiel. Hiervoor moet hij de volgende aspecten in kaart brengen. b Motivatie: De medewerker moet hiervoor de vragenlijst van het UWV Werkbedrijf gebruiken. c Competenties: De medewerker moet hiervoor de vragenlijst van het UWV Werkbedrijf gebruiken. De medewerker moet hiervoor de procedure Erkenning Verworven Competenties (EVC) volgen. d Gewenste functie(s): De medewerker moet hiervoor de interessevragenlijst van het UWV Werkbedrijf gebruiken. De medewerker moet hiervoor naar een loopbaanadviseur. De medewerker moet een beroepskeuzetest afleggen. - De medewerker is verplicht een eigen portfolio bij te houden en deze ter beoordeling mee te nemen naar de evaluatiegesprekken. - Wanneer de medewerker gebruik wil maken van re-integratieinstrumenten en/of middelen die niet zijn opgenomen in het re-integratieplan of VWNW-contract dient dit eerst overlegd te worden met de werkgever. - Wanneer een re-integratiebureau/outplacementbureau is ingeschakeld, is de medewerker verplicht informatie te leveren aan het bureau die nodig is voor zijn begeleiding. - De medewerker doet de werkgever maandelijks schriftelijk opgave van zijn sollicitatieactiviteiten conform de afspraken in het re-integratieplan. - De medewerker is verplicht gebruik te maken van de instrumenten en activiteiten van het UWV Werkbedrijf, wanneer de werkgever hiertoe opdraagt. | |
Categorie 4: Onder deze categorie vallen handelingen die gemeente kunnen benadelen. | - De medewerker benadeelt de werkgever niet. Dit houdt concreet in dat: a de medewerker zonder toestemming van zijn werkgever geen (betaald) werk voor zichzelf en/of derden verricht; b de medewerker niet langer dan toegestaan met vakantie is; c de medewerker zich tijdens ziekte niet schuldig maakt aan gedragingen die het herstel belemmeren; d de medewerker geen onjuiste en/of onvolledige informatie verstrekt over zijn persoonlijke situatie, werkhervatting, vakantieopname en andere zaken die van invloed zijn op de re-integratiefase op grond van hoofdstuk 10d CAR/UWO; | Direct ingaan van ontslag waarbij de rechten op een aanvullende uitkering en een na-wettelijke uitkering op grond van hoofdstuk 10d CAR/UWO komen te vervallen. |
Op dit formulier kan de werkgever aangeven welke re-integratieactiviteiten al worden ondernomen. Het is de bedoeling dat de medewerker dit formulier vervolgens meeneemt naar het intakegesprek bij UWV Werkbedrijf, zodat de werkcoach bij de inzet van de standaard dienstverlening rekening kan houden met wat de werkgever al doet. Zie bijlage 5 van de werkwijzer ‘Artikel 72a WW’.