Organisatie | Medemblik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Medemblik 2014 |
Citeertitel | Reglement van orde voor de raad van de gemeente Medemblik 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Griffie |
Deze regeling is vervangen door het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Medemblik 2016.
Het Reglement van orde voor de raad van Medemblik 2013 vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 2012 wordt hierbij ingetrokken.
Huishoudelijk reglement voor het presidium Medemblik 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2014 | 30-12-2016 | nieuwe regeling | 12-12-2013 Digitaal gemeenteblad, 02-01-2014 | IVR-13-02088 |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.
Bij de benoeming van een wethouder wordt, overeenkomstig het eerste lid, een commissie ingesteld die onderzoek verricht naar de benoembaarheid van een of meerdere wethouders en de raad hierover schriftelijk adviseert.
De ad hoc commissie bestaat uit vier leden van de raad. Bij tussentijdse benoeming van (een) wethouder(s) zal in deze commissie geen raadslid zitting hebben, behorende tot de fractie van waaruit de kandidaat wordt voorgedragen. Bij een compleet nieuwe collegebenoeming wordt deze voorwaarde losgelaten.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
De vergaderingen van de raad vinden doorgaans op een donderdag plaats in het gemeentehuis volgens een jaarlijks door het presidium vastgesteld vergaderschema. De vergaderingen vangen aan om 19.30 uur en eindigen om 22.30 uur. De raad kan na een verzoek daartoe van de voorzitter, bij meerderheid van stemmen, bepalen dat tot uiterlijk 23.00 uur wordt door vergaderd.
Als het agendapunt als hamerstuk is geagendeerd vindt er geen discussie meer plaats, tenzij de raad bij meerderheid anders bepaalt. Als een amendement/motie ingediend wordt over een als hamerstuk geagendeerd punt dan zal ter voorbereiding op de definitieve besluitvorming alleen over het amendement/de motie gesproken worden.
De wethouders zijn bij de vergadering aanwezig en kunnen op uitnodiging van de raad, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 aan de beraadslagingen deelnemen.
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het beschikbaar stellen van de oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het beschikbaar stellen aanvullende stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder aanwezig lid van de raad de presentielijst.
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen, deelt de voorzitter mede bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
De griffier stelt namens de raad de wijze van afdoening van de ingekomen stukken voor, waarbij de stukken worden onderverdeeld in een categorie “voor kennisgeving aannemen”, een categorie “in handen stellen van het college ter afdoening”, een categorie “in handen stellen van het college voor nader advies” en een categorie “diversen”.
Een lid van de raad kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag kort te motiveren.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Indien beantwoording niet binnen bovengenoemde termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Na instemming van de voorzitter kan een raadslid, als de actualiteit dat vraagt, de raad voorstellen een vooraf schriftelijk ingediende raadsvraag te agenderen voor mondelinge beantwoording door het college. De betreffende vraag wordt uiterlijk 24 uur voor de raadsvergadering schriftelijk ingediend via de griffie.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. Minimaal eenvijfde van de raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of in een andere organisatie of institutie, heeft het recht om verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan aan de orde zijn. De raad besluit bij het vaststellen van de agenda op welk moment dit gebeurt.
Indien een uitspraak van de raad inhoudende de opzegging van zijn vertrouwen in een door de raad aangewezen lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, als bedoeld in het eerste lid, er niet toe leidt dat het betrokken lid zijn ontslag van dat orgaan indient, kan de raad hiertoe besluiten.
Tot beslotenheid van een vergadering wordt gekomen op basis van artikel 23 uit de Gemeentewet.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86 tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.