Organisatie | Rijnwaarden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Drank- en Horecaverordening gemeente Rijnwaarden 2013 |
Citeertitel | Drank- en Horecaverordening gemeente Rijnwaarden 2013bekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel(en) 4, eerste tot en met derde lid en 25a van de Drank- en Horecawet;
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2014 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 GVOP, 06-01-2014 | 2013.5952 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
bijeenkomst van persoonlijke aard: bijeenkomst, waarbij meestal alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houdt met de activiteiten van de paracommerciële rechtspersoon, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke;
Artikel 4 Uitzonderingen voor andere bijeenkomsten dan voor hoofdactiviteiten
Met inachtneming van, en deels in afwijking van, het bepaalde in artikel 3, eerste lid is het verstrekken van alcoholhoudende drank na voorafgaande melding van tenminste vier weken voorafgaand aan het evenement toegestaan op de volgende bijeenkomsten die niet direct de hoofdactiviteiten van de rechtspersoon betreffen:
a.voor de paracommerciële rechtspersoon die zich richt op activiteiten van sportieve enrecreatieve aard:
De burgemeester kan op aanvraag ontheffing verlenen van het bepaalde in de artikelen 3 en 5 van
deze verordening. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
Artikel 7 Intrekken of wijzigen van een ontheffing
De burgemeester kan een ontheffing intrekken of wijzigen als:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door de burgemeester aangewezen toezichthouders.
De burgemeester kan één of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van voorkomen van oneerlijke mededinging door paracommerciële rechtspersonen, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Deze verordening wordt aangehaald als: Drank- en Horecaverordening gemeente Rijnwaarden 2013.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering
De raad van de gemeente Rijnwaarden,
Th.H.J. Bartels Mr. M. Slinkman
Per 1 januari 2013 is de gewijzigde Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden.
De gewijzigde DHW (artikel 4) verplicht gemeenten bij verordening regels te stellen ter voorkoming van oneerlijke mededinging, waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Een paracommerciële rechtspersoon is een rechtspersoon die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf (artikel 1 DHW).
Voorheen werden dergelijke regels in de vorm van voorschriften en beperkingen verbonden aan de horecavergunning op grond van artikel 4 van de DHW (oud) voor paracommerciële rechtspersonen. Die voorschriften en beperkingen worden nu overgeheveld van de vergunning naar een algemene regel (gemeentelijke verordening).
Deze verplichte verordening voor paracommerciële rechtspersonen moet door de raad zijn vastgesteld binnen één jaar na inwerkingtreding van de wet, dus vóór 1 januari 2014.
Daarnaast is de raad bevoegd om in een verordening bepalingen op te nemen die zijn gebaseerd op de artikelen 25a t/m 25d van de DHW. Deze bepalingen zien niet op de voorkoming van oneerlijke mededinging maar moeten in zijn algemeenheid de onverantwoorde verstrekking van alcohol aan in het bijzonder jongeren tegen gaan.
Het betreft hier o.a. bepalingen om
Bepalingen op grond van de artikelen 25a t/m 25d van de DHW mogen alleen worden opgenomen als ze echt nodig zijn; de lokale invulling mag niet verder gaan dan noodzakelijk. Dit met het oog op de toezichtslasten en het feit dat deze bepalingen zeer beperkend kunnen zijn voor het bedrijfsleven.
In de verordening is alleen toepassing gegeven aan artikel 25a, tweede lid DHW.
In artikel 3, tweede lid van de verordening is bepaald dat het de paracommerciële rechtspersoon verboden is om sterke drank te verstrekken.
Deze bepaling is opgenomen ter bescherming van jongeren. De meeste paracommerciële rechtspersonen in deze gemeente behoren tot de categorie rechtspersonen van sportieve en recreatieve aard en worden vooral door jongeren bezocht.
Bij veel verenigingen wordt al geen sterke drank geschonken.
Van de overige mogelijkheden op grond van de artikelen 25a t/m 25d DHW is geen gebruik gemaakt in deze verordening gezien de conclusies naar aanleiding van een bijeenkomst met paracommerciële rechtspersonen, horecabedrijven en supermarkten, en/of omdat zich op dit gebied geen excessen in de gemeente hebben voorgedaan en er dus geen noodzaak voor een regeling is.
Tijdens de bijeenkomst bleken er geen voorstanders voor invoering van een toelatingsleeftijd voor jongeren, bijv. 18 jaar (artikel 25b DHW). Een dergelijke regel zou ertoe kunnen leiden dat jongeren eerder op een avond uitgaan. Als ze eenmaal binnen zijn mogen ze blijven. Invoeren van een toelatingsleeftijd betekent extra controle en dus een extra last voor de ondernemer. Bovendien zou deze regel dan ook gelden voor snackbars en verenigingen die een Drank-en Horecavergunning hebben.
Wat betreft de mogelijkheid in artikel 25c DHW om tijdelijk alcoholverkoop te verbieden in detailhandel zonder DHW-vergunning door bijv. supermarkten, bierkoeriers, te verbieden wordt ook geen gebruik gemaakt. Er is geen noodzaak voor een dergelijk verbod, omdat niet gebleken is van overlast door alcoholverkoop door supermarkten tijdens evenementen in de gemeente of anderszins.
Een verbod van ‘happy hours’ is niet nodig (artikel 25d DHW), omdat ‘happy hours’ niet voorkomen in de horeca in deze gemeente.
Een verbod van prijsacties van alcoholhoudende drank bij supermarkten (artikel 25d DHW) werkt alleen zinvol als met supermarkten in buurgemeenten afspraken worden gemaakt.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Aansluiting is gezocht bij de begripsomschrijvingen in artikel 1 van de DHW. Voor het overige behoeven de begripsomschrijvingen geen nadere toelichting.
Artikel 2 Categorieën paracommerciële rechtspersonen
Volgens artikel 4, derde lid van de DHW moeten er in elk geval voor paracommerciële rechtspersonen regels worden gesteld voor:
In artikel 4, tweede lid van de DHW is bepaald dat het toegestaan is bij verordening rekening te houden met de aard van de rechtspersoon.
In artikel 2 van deze Drank- en Horecaverordening is onderscheid gemaakt in vier categorieën rechtspersonen. Deze onderverdeling sluit aan bij de soorten activiteiten genoemd in de begripsomschrijving van een paracommerciële rechtspersoon in artikel 1 DHW. Door onderscheid te maken naar aard van de activiteiten van de rechtspersoon kan beter aangesloten/gestuurd worden op de behoefte van de onderscheiden rechtspersonen.
Artikel 3 Verbod verstrekken alcoholhoudende en sterke drank
Zoals bij de toelichting op artikel 2 vermeld moeten er op grond van artikel 4, derde lid van de DHW voor paracommerciële rechtspersonen regels worden gesteld voor het schenken van alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten van derden.
In artikel 3, eerste lid van de verordening is dan ook bepaald, dat het verboden is alcoholhoudende drank te verstrekken op bijeenkomsten van persoonlijke aard of op bijeenkomsten van derden. Dit is een voortzetting van de huidige situatie waarin dit verbod is opgenomen in de vergunning op grond van de DHW.
De burgemeester kan ontheffing verlenen op grond van artikel 4, vierde lid van de DHW.
In artikel 3, tweede lid is op grond van artikel 25a, tweede lid van de DHW bepaald dat het de paracommerciële rechtspersoon verboden is sterke drank te verstrekken.
De burgemeester kan ontheffing verlenen op grond van artikel 6 van deze verordening.
Artikel 4 Uitzonderingen voor andere bijeenkomsten dan voor hoofdactiviteiten
Alcoholverstrekking op de in dit artikel genoemde bijeenkomsten is algemeen geaccepteerd.
Voor de duidelijkheid en ter voorkoming van oneerlijke mededinging wordt hier een aantal bijeenkomsten specifiek genoemd en sommige tot een aantal per jaar beperkt.
Deze bijeenkomsten hebben niet direct betrekking op de hoofdactiviteiten van de rechtspersoon, zoals bijvoorbeeld trainingen en wedstrijden van een sportclub, maar worden wel in verenigingsverband georganiseerd. Het zijn geen bijeenkomsten van persoonlijke aard of van derden, want alcoholverstrekking op die bijeenkomsten is verboden op grond van artikel 3, eerste lid van deze verordening.
In het eerste lid van dit artikel zijn per categorie rechtspersoon vaste schenktijden bepaald.
Nu is in de vergunning (op grond van artikel 4 DHW oud) opgenomen dat het schenken van alcoholhoudende drank uitsluitend is toegestaan vanaf één uur voor tot één uur na de in verenigingsverband georganiseerde activiteiten die direct verband houden met de statutaire doelstelling van de vereniging.
In de huidige situatie is niet altijd eenvoudig vast te stellen wanneer de activiteiten eindigen.
Vaste schenktijden zoals opgenomen in de verordening zijn duidelijk en daardoor goed te controleren en te handhaven.
De schenktijden van alcoholhoudende dranken staan los van de sluitingstijden. De sluitingstijden zijn geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Op grond van de nieuwe DHW is de burgemeester bevoegd gezag.
In dit artikel is bepaald dat de burgemeester ontheffing kan verlenen van het verbod om sterke drank te verstrekken.
Verder kan op grond van artikel 4, vierde lid van de DHW de burgemeester met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van bepalingen in deze verordening.
Artikel 7 Intrekken of wijzigen van een ontheffing
Dit artikel geeft de burgemeester de bevoegdheid om een ontheffing in te trekken of te wijzigen.
Dit artikel regelt dat toezicht op naleving van deze verordening geschiedt door toezichthouders die door de burgemeester aangewezen zijn.
Bij een overtreding van de DHW of deze verordening wordt de procedure gevolgd zoals omschreven in het door de burgemeester vastgestelde Interventiebeleid Drank- en Horecawet.
Op grond van dit artikel kan de burgemeester één of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van het voorkomen van oneerlijke mededinging door paracommerciële rechtspersonen, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het gaat hier om gevallen zoals die ten tijde van het vaststellen van de verordening niet waren voorzien. Wordt eenmaal van de hardheidsclausule gebruik gemaakt, dan moet de verordening worden aangepast, omdat het geval immers voorzienbaar is geworden.
In dit artikel is het overgangsrecht geregeld voor geldende voorschriften en beperkingen en verleende ontheffingen, in die zin dat deze vervallen op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. Voor aanvragen waarop nog niet is beslist en voor bezwaarschriften, gericht tegen een beschikking op een aanvraag om ontheffing, wordt beslist met toepassing van deze verordening.
De bepaling in het eerste lid is conform het overgangsrecht zoals opgenomen in artikel III, tweede lid van de Invoeringswet van de nieuwe DHW. Daarin is bepaald dat op het moment van inwerkingtreding van de gemeentelijke verordening op grond van artikel 4 van de nieuwe DHW, de oude voorschriften en beperkingen met betrekking tot paracommercie komen te vervallen. Voor paracommerciële rechtspersonen gelden dan de voor die categorie inrichtingen nieuwe gemeentelijke bepalingen. In artikel III, vierde lid van de Invoeringswet is bepaald dat de burgemeester zo nodig aan een rechtspersoon een gewijzigde vergunning verstrekt, waarin de voorschriften en beperkingen die voor hem voortvloeien uit de nieuwe verordening zijn opgenomen.