2.3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een
project: de som van de verschuldigde leges voor de
verschillende activiteiten of handelingen waaruit
het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop
de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde
leges voor de extra toetsen die in verband met de
aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de
tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In
afwijking van de vorige volzin kan ook per
activiteit, handeling of andere grondslag een
legesbedrag worden gevorderd. | |
2.3.1.1. 2.3.1.1.1. 2.3.1.1.2. 2.3.1.1.3. 2.3.1.1.4. 2.3.1.1.5. 2.3.1.1.6. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief bij een bedrag aan bouwkosten
van: € 5.000,00 of minder 45,5 ‰ van die bouwkosten met
een minimum van: meer dan € 5.000,00 doch niet meer dan €
25.000,00 vermeerderd met 39,9 ‰ van het bedrag waarmede die
bouwkosten € 5.000,00 te boven gaan; meer dan € 25.000,00 doch niet meer dan €
50.000,00 vermeerderd met 32,4 ‰ van het bedrag waarmede die
bouwkosten € 25.000,00 te boven gaan; meer dan € 50.000,00 doch niet meer dan €
250.000,00 vermeerderd met 30,3 ‰ van het bedrag waarmede die
bouwkosten € 50.000,00 te boven gaan; meer dan € 250.000,00 doch niet meer dan €
500.000,00 vermeerderd met 22,6 ‰ van het bedrag waarmede die
bouwkosten € 250.000,00 te boven gaan; meer dan € 500.000,00 vermeerderd met 17,6 ‰ van het bedrag waarmede die
bouwkosten € 500.000,00 te boven gaan; | € 184,00 € 227,50 € 1.025,50 € 1.835,50 € 7.895,50 € 13.545,50 |
2.3.1.2. | Achteraf ingediende aanvraag Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of
gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde
leges, met een maximum van | 50% € 2.500,00 |
2.3.2. | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo,
bedraagt het tarief per te onderscheiden werk of
werkzaamheid: voor het eerste werk voor elk volgend werk met een maximum van Met onderscheiden werken of werkzaamheden worden
bedoeld de in het bestemmingsplan apart benoemde uit
te voeren werken en/of werkzaamheden die tezamen
moeten worden uitgevoerd om het doel van de
gevraagde vergunning te bereiken. | € 99,00 € 214,00 € 1.374,00 |
2.3.2.2. | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel
2.3.2.1. wordt, indien de aanvraag slechts kan
worden afgehandeld op basis van een advies door een
externe instantie (bijv. Werkgroep Uitvoering
Bestemmingsplannen Buitengebied), verhoogd met | € 63,00 |
2.3.3. | Planologisch strijdig gebruik Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo
bedraagt het tarief: | |
2.3.3.1.1. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º,
van de Wabo (binnenplanse afwijking) of artikel
2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo
wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, met een minimum van en een maximum van indien de aanvraag betrekking heeft op een
klein initiatief. Onder klein
initiatief wordt verstaan ·het uitbreiden en verbouwen van woningen; ·het uitbreiden van gebouwen, niet zijnde woningen,
met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500
m2; ·het verbouwen van gebouwen, niet zijnde woningen,
voor zover genoemd in artikel 4 van bijlage II van
het Besluit omgevingsrecht; ·het bouwen, uitbreiden en verbouwen van bouwwerken,
geen gebouw zijnde, voor zover genoemd in artikel 4
van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht; ·het wijzigen van het gebruik als bedoeld in artikel
4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht met
een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500
m2; ·het realiseren van mantelzorg door het verbouwen
van de woning, het bouwen of verbouwen van een
bijgebouw; ·het toevoegen van een woning door splitsing van een
bestaande woning. | 20% € 517,00 € 1.036,00 |
2.3.3.1.2. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º,
van de Wabo (binnenplanse afwijking) of artikel
2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo
wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, met een minimum van en een maximum van indien de aanvraag betrekking heeft op een
groot initiatief. Onder groot
initiatief wordt verstaan ·het bouwen van maximaal 3 woningen; ·het bouwen van een nieuw hoofdgebouw, niet zijnde
een woning, met een gebruiksoppervlakte van niet
meer dan 500 m2; ·het uitbreiden van gebouwen, niet zijnde woningen,
met een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m2 doch
niet meer dan 2500 m2; ·het verbouwen van gebouwen, niet zijnde woningen,
voor zover niet genoemd in artikel 4 van bijlage II
van het Besluit omgevingsrecht; ·het bouwen, uitbreiden en verbouwen van bouwwerken,
geen gebouw zijnde, voor zover niet genoemd in
artikel 4 van bijlage II van het Besluit
omgevingsrecht. ·het wijzigen van het gebruik als bedoeld in artikel
4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht met
een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m2 | 20% € 2.591,00 € 5.184,00 |
2.3.3.1.3. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º,
van de Wabo (binnenplanse afwijking) of artikel
2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo
wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking): van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde
bedrag, met een minimum van en een maximum van indien de aanvraag betrekking heeft op een
projectinitiatief. Onder
projectinitiatief wordt verstaan ·het bouwen van 4 of meer woningen; ·het bouwen van een nieuw hoofdgebouw, niet zijnde
een woning, met een gebruiksoppervlakte van meer dan
500 m2; ·het uitbreiden van gebouwen, niet zijnde woningen,
met een gebruiksoppervlakte van meer dan 2500
m2; ·het bouwen, uitbreiden en verbouwen van bouwwerken,
geen gebouw zijnde, in de vorm van een
civieltechnisch werk (kunstwerk), zoals een brug,
tunnel, viaduct en daarmee vergelijkbare
bouwwerken. | 20% € 5.184,00 € 10.368,00 |
2.3.3.1.4. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º,
van de Wabo (binnenplanse afwijking) of artikel
2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo
wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): het
bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling
nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan
de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld, voor zover de aanvraag
geen betrekking heeft op een klein
initiatief, groot initiatief of projectinitiatief,
als bedoeld in de onderdelen 2.3.3.1.1., 2.3.3.1.2.
en 2.3.3.1.3. Indien voornoemde begroting is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3.2.1. | Indien bij de toepassing van de artikelen
2.3.3.1.1., 2.3.3.1.2. en 2.3.3.1.3 niet tevens
sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder a. van de Wabo is het
tarief gelijk aan het minimumtarief als genoemd in
de voornoemde onderdelen. | |
2.3.3.2.2. | Indien bij de toepassing van de artikelen
2.3.3.1.1., 2.3.3.1.2., 2.3.3.1.3 en 2.3.3.1.4. de
aanvraag betrekking heeft op een initiatief waarvoor
beleidsregels als bedoeld in Titel 4.3 van de
Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn en
voor de motivering van de beslissing op de aanvraag
kan worden volstaan met een verwijzing naar die
beleidsregel, vindt vermindering plaats van het
volgens artikel 2.3.3.1.1., 2.3.3.1.2., 2.3.3.1.3.,
2.3.3.1.4. bepaalde tarief met: | 50% |
2.3.3.3.1. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
: indien de aanvraag betrekking heeft op een
klein initiatief. Onder klein
initiatief wordt verstaan ·het uitbreiden en verbouwen van woningen ·het uitbreiden van gebouwen, niet zijnde woningen,
met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500
m2; ·het verbouwen van gebouwen, niet zijnde woningen,
voor zover niet genoemd in artikel 4 van bijlage II
van het Besluit omgevingsrecht; ·het bouwen, uitbreiden en verbouwen van bouwwerken,
geen gebouw zijnde, voor zover niet genoemd in
artikel 4 van bijlage II van het Besluit
omgevingsrecht. ·het wijzigen van het gebruik als bedoeld in artikel
4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht met
een gebruiksoppervlakte van meer dan 1500 m2; ·het realiseren van mantelzorg door het verbouwen
van de woning, het bouwen of verbouwen van een
bijgebouw; ·het toevoegen van een woning door splitsing van een
bestaande woning; ·het wijzigen van het gebruik van gronden buiten de
bebouwde kom met een perceelsoppervlakte van niet
meer dan 5000 m2. Onder bebouwde kom wordt verstaan de bebouwde kom als bedoeld in artikel 1.3 van de
bouwverordening. | € 4.147,00 |
2.3.3.3.2. | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking): per eenheid, met een minimum van en een maximum van indien de aanvraag betrekking heeft op een
groot initiatief. Onder groot
initiatief wordt verstaan ·het bouwen van maximaal 3 woningen; ·het bouwen van een nieuw hoofdgebouw, niet zijnde
een woning, met een gebruiksoppervlakte van niet
meer dan 500 m2; ·het uitbreiden van gebouwen, niet zijnde woningen,
met een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m2 doch
niet meer dan 1500 m2; ·het verbouwen van gebouwen, niet zijnde woningen,
voor zover niet genoemd in artikel 4 van bijlage II
van het Besluit omgevingsrecht; ·het bouwen, uitbreiden en verbouwen van bouwwerken,
geen gebouw zijnde, voor zover niet genoemd in
artikel 4 van bijlage II van het Besluit
omgevingsrecht; ·het wijzigen van het gebruik van gronden binnen de
bebouwde kom met een perceelsoppervlakte van niet
meer dan 1500 m2; ·het wijzigen van het gebruik van gronden buiten de
bebouwde kom met een perceelsoppervlakte van meer
dan 5.000 m2 maar niet meer dan 15.000 m2. Onder eenheid wordt verstaan
een woning bij het
bouwen van woningen. In andere gevallen geldt iedere
500 m2 gebruiksoppervlakte, 500 m2
perceelsoppervlakte binnen de bebouwde kom of 5000
m2 perceelsoppervlakte buiten de bebouwde kom als
eenheid. De gebruiksoppervlakte of
perceelsoppervlakte wordt hiertoe naar boven
afgerond in veelvouden van 500 m2 resp. 5000 m2.
Onder bebouwde kom wordt verstaan de bebouwde kom
als bedoeld in artikel 1.3 van de
bouwverordening. | € 6.220,00 € 12.441,00 € 18.663,00 |
2.3.3.3.3. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking): per eenheid, met een minimum van en een maximum van indien de aanvraag betrekking heeft op een
projectinitiatief. Onder
projectinitiatief wordt verstaan ·het bouwen van 4 maar niet meer dan 20
woningen; ·het bouwen van een nieuw hoofdgebouw, niet zijnde
een woning, met een gebruiksoppervlakte van meer dan
500 m2 maar niet meer dan 5000 m2; ·het uitbreiden van gebouwen, niet zijnde woningen,
met een gebruiksoppervlakte van meer dan 1500 m2
maar niet meer dan 5000 m2; ·het bouwen, uitbreiden en verbouwen van bouwwerken,
geen gebouw zijnde, in de vorm van een
civieltechnisch werk (kunstwerk), zoals een brug,
tunnel, viaduct en daarmee vergelijkbare
bouwwerken; ·het wijzigen van het gebruik van gronden binnen de
bebouwde kom met een perceelsoppervlakte van meer
dan 1500 m2 maar niet meer dan 5000 m2; ·het wijzigen van het gebruik van gronden buiten de
bebouwde kom met een perceelsoppervlakte van meer
dan 15.000 m2. Onder eenheid wordt verstaan
een woning bij het
bouwen van woningen. In andere gevallen geldt iedere
500 m2 gebruiksoppervlakte, 500 m2
perceelsoppervlakte binnen de bebouwde kom of 5000
m2 perceelsoppervlakte buiten de bebouwde kom als
eenheid. De gebruiksoppervlakte of
perceelsoppervlakte wordt hiertoe naar boven
afgerond in veelvouden van 500 m2 resp. 5000 m2.
Onder bebouwde kom wordt verstaan de bebouwde kom
als bedoeld in artikel 1.3 van de
bouwverordening. | € 4.665,00 € 18.663,00 € 62.212,00 |
2.3.3.3.4. | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand
aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde
kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld,
voor zover de aanvraag geen betrekking
heeft op een klein initiatief, groot initiatief of
projectinitiatief, als bedoeld in de onderdelen
2.3.3.3.1., 2.3.3.3.2. en 2.3.3.3.3. Indien
voornoemde begroting is uitgebracht, wordt een
aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag
na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze
vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3.3.5. | Indien de goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld
in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van
de Wabo door of vanwege het gemeentebestuur wordt
opgesteld, wordt het tarief als bedoeld in artikel
2.3.3.3.1., 2.3.3.3.2., 2.3.3.3.3. of 2.3.3.3.4.
verhoogd met aan de aanvrager meegedeelde kosten van
het opstellen, blijkend uit een begroting die door
het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. Indien voornoemde begroting is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3.3.6. | Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning
waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast wordt ingetrokken binnen
een termijn van 8 weken na het in behandeling nemen
ervan, vindt vermindering plaats tot het volgens
artikel 2.3.3.3.1.bepaalde tarief. | |
2.3.3.3.7. | Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning
waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast, wordt ingetrokken op
een later tijdstip dan binnen een termijn van 8
weken na het in behandeling nemen ervan maar op een
tijdstip voordat het ontwerp van het te nemen
besluit als bedoeld in artikel 3:11 van de Algemene
wet bestuursrecht, ter inzage is gelegd, vindt
vermindering plaats van het volgens artikel
2.3.3.3.2., 2.3.3.3.3., 2.3.3.3.4. bepaalde tarief
met: met dien verstande dat minimaal verschuldigd is het
volgens artikel 2.3.3.3.1. bepaalde tarief. | 25% |
2.3.3.3.8. | Indien de omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12,
eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt
toegepast, wordt geweigerd, waarbij tevens het
ontwerp van het te nemen besluit als bedoeld in
artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht ter
inzage is gelegd waarvan de strekking luidde de
omgevingsvergunning te weigeren, vindt vermindering
plaats tot het volgens artikel 2.3.3.3.1. bepaalde
tarief. | |
2.3.3.4. | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt
toegepast (tijdelijke afwijking): | € 517,00 |
2.3.3.5. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit):. | € 517,00 |
2.3.4. | vervallen | |
2.3.5. | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in
relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo,
bedraagt het tarief bij een gebruiksoppervlakte
van 100 m² of minder meer dan 100 m² doch niet meer dan 500 m² meer dan 500 m² | € 426,00 € 858,00 € 1.288,00 |
2.3.6. | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of
dorpsgezichten | |
2.3.6.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit met betrekking
tot een beschermd monument als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een
activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
onder b, of artikel 2.2., tweede lid, van de Wabo
met betrekking tot een krachtens de
Erfgoedverordening Boxtel 2010 aangewezen monument
of object, waarvoor op grond van artikel 3.1.,
tweede lid, van die gemeentelijke verordening een
vergunning is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.6.1.1. | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig
opzicht wijzigen van een monument: | € 11,00 |
2.3.6.1.2. | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken
van een monument op een wijze waardoor het wordt
ontsierd of in gevaar gebracht: | € 11,00 |
2.3.6.2. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in
een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op
het slopen van een bouwwerk in een krachtens de
Erfgoedverordening Boxtel 2010 aangewezen stads- of
dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van artikel
3.1., tweede lid, van die gemeentelijke verordening
een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt
het tarief: | € 11,00 |
2.3.7. | vervallen | |
2.3.8. | Kappen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het vellen of doen vellen van
houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 4.3.2. de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 28,00 |
2.3.9. | Andere activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het verrichten van een andere
activiteit of handeling dan in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die
activiteit of handeling bedraagt het tarief: het
bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling
nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan
de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. Indien voornoemde begroting
is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.10. | Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op
verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in
artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | |
2.3.10.1. | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de eerste fase:
het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten
waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking
heeft; | |
2.3.10.2. | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de tweede fase:
het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten
waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking
heeft. | |
2.3.11. | Beoordeling
bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport
wordt beoordeeld: | |
2.3.11.1. | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 72,00 |
2.3.11.2. | voor de beoordeling van een archeologisch
bodemrapport | € 383,00 |
2.3.12. | Advies | |
2.3.12.1. | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij wettelijk voorschrift
aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies
moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van
de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand
aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde
kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. | |
2.3.12.2. | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.12.1 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.13. | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.13.1. | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van
bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van
geen bedenkingen moet afgeven voordat de
omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld
in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: het bedrag
van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van
de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de
aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. | |
2.3.13.2. | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.13.1. is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |