Organisatie | Tytsjerksteradiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling Werkmaatschappij 8KTD |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling Werkmaatschappij 8KTD |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenschappelijke regeling |
vastgesteld door de colleges van de gemeente Achtkarspelen als Tytsjerksteradiel en de burgemeesters
Artikel 8, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 19-03-2014 | Onbekend | 19-12-2013 GVOP | Onbekend |
De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel, ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft;
dat de colleges van de gemeenten in deze scenarioanalyse een voorkeursscenario hebben aangegeven, dat in de analyse als scenario 3c is beschreven en dat het ontwikkelen van een gezamenlijke organisatie betreft, waarin de samenwerking in de proeftuinen en op de overige samenwerkingsterreinen en een groot deel van de bedrijfsvoeringstaken van de gemeenten worden ondergebracht;
dat de colleges van de gemeenten naderhand extern advies over de samenwerking hebben ingewonnen en dat zij de conclusies uit het rapport ‘Innovatief samen verder’, dat in dat kader op 19 juni 2013 is uitgebracht, hebben meegenomen als richtsnoeren voor de verdere ontwikkeling en inrichting van de samenwerking, met een uitzondering voor het in dat rapport geformuleerde t.a.v. de directiestructuur van de te ontwikkelen gezamenlijke organisatie;
de toestemmingsbesluiten van de raden van Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel van 12 december 2013, respectievelijk 19 december 2013, en de toepasselijke bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Archiefwet;
de volgende gemeenschappelijke regeling te treffen, genaamd ‘Gemeenschappelijke Regeling Werkmaatschappij 8KTD’, tot de vorming van een openbaar lichaam met rechtspersoonlijkheid in de zin van artikel 8, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Sociaal Statuut: het reglement dat de ‘spelregels’ bevat waaraan de deelnemers, de medewerkers en hun vertegenwoordigers van de deelnemers en het Openbaar Lichaam zich moeten houden bij de organisatievorming en organisatieveranderingen binnen het Openbaar Lichaam in verband met het opdragen van taken door de deelnemers aan het Openbaar Lichaam.
Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, treden het Openbaar Lichaam, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter in de plaats van respectievelijk de gemeente, de raad, het college en de burgemeester.
Hoofdstuk 2: Belang, taken en bevoegdheden
Het belang waarvoor de regeling wordt getroffen, is het bewerkstelligen van een kwalitatief goede en doelmatige uitvoering door het Openbaar Lichaam van de door de deelnemers opgedragen taken, zoals vastgelegd in de vastgestelde en vast te stellen verordeningen, regelingen, beleid en overige besluiten.
Artikel 5: Bevoegdheidstoedeling
De daartoe bevoegde bestuursorganen van de deelnemers bepalen in afzonderlijke delegatie-, mandaat- en volmachtbesluiten, welke bevoegdheden die samenhangen met de taakgebieden zoals vermeld in artikel 4 van de regeling bedoelde taken, overgedragen respectievelijk toegekend dienen te worden aan de overeenkomstige bestuursorganen, de Directie en de leidinggevenden.
Indien sprake is van onvoldoende kwalitatief of onzorgvuldig handelen van het Openbaar Lichaam ten aanzien van een of beide deelnemende gemeenten als gevolg waarvan schade is ontstaan of dreigt te ontstaan, wordt dit zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen drie maanden na constateren van de geleden of dreigende schade bij het betreffende college resp. de betreffende colleges gemeld.
Over de wijze van afhandeling van aan (vertegenwoordigers van) het Openbaar Lichaam toe te rekenen schade die in het kader van de uitvoering van de taken van het Openbaar Lichaam is ontstaan, maar niet voor vergoeding door een verzekeraar in aanmerking komt, wordt besloten door het Dagelijks Bestuur.
Hoofdstuk 3: Het Algemeen Bestuur
De zittingsduur van de leden van het Algemeen Bestuur is gelijk aan die van de leden van de raden van de deelnemers. De leden van het Algemeen Bestuur blijven na het verstrijken van de in de vorige zin genoemde termijn hun functie waarnemen tot het tijdstip, dat de nieuwe leden (leden nieuwe colleges van burgemeester en wethouders) door de respectieve raden zijn aangewezen.
Artikel 9: Werkwijze Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam vergadert zo vaak als het daartoe besluit, maar ten minste tweemaal per jaar en verder als de Voorzitter of één college of beide colleges van burgemeester en wethouders dit onder schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen verzoeken; een verzoek van een college van burgemeester en wethouders dient te worden gericht aan de Voorzitter.
In het Algemeen Bestuur hebben de leden elk één stem. Bij staken van de stemmen of in de situatie, bij een oneven aantal leden, dat de leden afkomstig uit de twee colleges van burgemeester en wethouders bij de stemming als blok verschillend stemmen treden de colleges van burgemeester en wethouders terstond met elkaar in overleg. Dit teneinde zo mogelijk tot een oplossing te komen. Per situatie wordt bezien welke oplossingswijze het best bij het probleem past.
Hoofdstuk 4: Het Dagelijks Bestuur
Artikel 13: Samenstelling, benoeming, zittingsduur
Indien er tussentijds een vacature in het Dagelijks Bestuur ontstaat, wijst het Algemeen Bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan. Dit gebeurt op voordracht van het college van burgemeester en wethouders wiens vertegenwoordiger is afgetreden/ontslagen. Tot die tijd kunnen de resterende leden van het Dagelijks Bestuur geldige besluiten nemen.
Een lid van het Dagelijks Bestuur kan door het Algemeen Bestuur worden ontslagen als dit lid niet langer het vertrouwen van het Algemeen Bestuur geniet. De artikelen 49 en 50 Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
Artikel 14: Werkwijze Dagelijks Bestuur
In de vergadering van het Dagelijks Bestuur heeft ieder lid één stem. Bij staken van de stemmen zal het betreffende voorstel ter besluitvorming worden voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Als bij het Algemeen Bestuur de stemmen eveneens staken of als de leden van het Algemeen Bestuur afkomstig uit de twee colleges van burgemeester en wethouders bij de stemming dan als blok verschillend stemmen treden de colleges van burgemeester en wethouders terstond met elkaar in overleg, teneinde zo mogelijk tot een oplossing te komen. Per situatie wordt bezien welke oplossingswijze het best bij het probleem past
Het Dagelijks Bestuur geeft zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen 30 dagen na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek aan de raden van de deelnemers, door tussenkomst van het betreffende college van burgemeester en wethouders, de door één of meer leden van die raden schriftelijk gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het algemeen belang.
Het Dagelijks Bestuur geeft aan de raden van de deelnemers, door tussenkomst van de respectievelijke colleges van burgemeester en wethouders, in een frequentie, zoals die bij de deelnemers gebruikelijk is voor tussentijdse informatievoorziening, ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks Bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig zijn.
De colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers zijn gehouden het Dagelijks Bestuur in kennis te stellen van de bij hen in voorbereiding zijnde plannen en/of maatregelen met betrekking tot de in artikel 4 bedoelde taken, voor zover deze redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor het functioneren van het Openbaar Lichaam.
Hoofdstuk 6: Ambtelijke leiding Openbaar Lichaam
De taken en bevoegdheden van de Directie worden vastgelegd in een door het Dagelijks Bestuur op te stellen Directiestatuut; het Dagelijks Bestuur brengt dit document ter kennis van het Algemeen Bestuur. Daarin wordt onder andere de wijze vastgelegd waarop de Directie de uitvoering van de taken van het Openbaar Lichaam aanstuurt en de opdrachten aan de opdrachtnemer vertaalt naar opdrachten voor de leidinggevenden
De Directie draagt in samenwerking met de leidinggevenden zorg voor afstemming van capaciteitsverdeling, doorlooptijden, kwaliteit en budgetten van de deelnemers en het Openbaar Lichaam in relatie tot de uitvoering van de vastgestelde begrotingen en wijzigingen op de begrotingen van de deelnemers en het Openbaar Lichaam.
Hoofdstuk 7: Organisatie en personeel
Bij de overgang van personeel van de deelnemers naar het Openbaar Lichaam zullen het Algemeen en Dagelijks Bestuur, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, zorg dragen voor de verdere toepassing en uitvoering van het Sociaal Statuut, dat ook mee door hen, voor het Openbaar Lichaam, wordt vastgesteld.
Hoofdstuk 8: Financiële bepalingen
Uiterlijk 1 februari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de (ontwerp)begroting van het Openbaar Lichaam zal dienen, zendt het Dagelijks Bestuur de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting en een overzicht van de voor het dan komende jaar te hanteren kosten van bedrijfsvoering conform het vigerende kostenverrekenmodel aan de deelnemers. Het Openbaar Lichaam baseert de ontwerpbegroting op deze uitgangspunten.
Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor dat de planning- en controlcyclus voor de meerjarenbegroting voor het Openbaar Lichaam, alsmede een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven voor het komend dienstjaar, voorzien van de nodige toelichtingen en specificaties, zodanig wordt ingericht dat de datum van 15 juli zoals in het zevende lid opgenomen, wordt gehaald.
Het Dagelijks Bestuur maakt elk jaar de ontwerprekening van baten en lasten van het voorgaande dienstjaar op. Het Dagelijks Bestuur zendt op uiterlijk 1 april de ontwerprekening met de daarbij behorende bescheiden aan het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur zendt de ontwerprekening ter controle naar de door het Algemeen Bestuur daartoe aangewezen accountant, met het verzoek zo spoedig mogelijk het controlerapport uit te brengen.
Het Algemeen Bestuur zendt de ontwerprekening aan de colleges van burgemeester en wethouders en de raden van de deelnemende gemeenten. De colleges en de raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen tien weken na toezending van de ontwerprekening het Dagelijks Bestuur hun zienswijze schriftelijk doorgeven.
Artikel 33: Geschilbeslechting
Mocht er tussen de besturen van het Openbaar Lichaam en van een van de deelnemers een geschil ontstaan over de uitvoering van de taken, dan treden het Dagelijks Bestuur en het betreffende college van burgemeester en wethouders of de burgemeester terstond met elkaar in overleg, teneinde het geschil verder te verkennen en zo mogelijk op te lossen. Per situatie wordt bezien welke oplossingswijze het best bij het probleem past (bijvoorbeeld mediation of juridische/financiële toetsing van de verschillende standpunten).
Hoofdstuk 11: Wijziging, opheffing, toetreding, uittreding
Artikel 34: Wijziging en opheffing
De deelnemers verbinden zich in geval van opheffing van het Openbaar Lichaam, mede in het kader van de vereffening van het vermogen van het Openbaar Lichaam, een liquidatieplan op te stellen dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het Openbaar Lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.
Het college en de burgemeester van elke deelnemende gemeente kunnen, na vooraf verkregen instemming van de raad van die gemeente, besluiten dat de deelneming aan deze regeling wordt opgezegd. De raad of raden van de overige gemeente(n) word(t)(en) over de besluiten geïnformeerd. Een dergelijk besluit kan voor de eerste keer worden genomen drie jaar na de inwerkingtreding van deze regeling.
Aldus vastgesteld en ondertekend op 19 december 2013.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen,
de secretaris, de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel,
de secretaris, de burgemeester,
De burgemeester van de gemeente Achtkarspelen,
De burgemeester van de gemeente Tytsjerksteradiel,