Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Participatieverordening Werk en Inkomen Lekstroom |
Citeertitel | Participatieverordening Werk en Inkomen Lekstroom |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt Verordening Participatievoorzieningen 2012.
1. Gemeentewet, art. 147, 149; 2. Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom, art. 4, 5; 3. Wet werk en bijstand, art. 8
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-12-2013 | 09-07-2015 | Nieuwe regeling | 27-11-2013 De Molenkruier 11-12-2013 | 2013-378 |
De raad van de gemeente Nieuwegein;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 oktober 2013;
gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;
gelet op artikel 4, tweede lid en artikel 5, eerste en derde lid van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom;
gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen a, e en f en artikel 8b van de Wet werk en bijstand
besluit vast te stellen de ‘Participatieverordening Werk en Inkomen Lekstroom’
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
arbeidscapaciteit: de relatie tussen de belasting die het werk stelt op het fysieke en psychische vlak en de mate waarin de belanghebbende in staat is het werk uit te voeren (belastbaarheid van belanghebbende). Dit wordt uitgedrukt in een inschatting van de verdiencapaciteit (verdeling: > 80%WML, 20%-80% WML en < 20% WML);
2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de WWB, de IOAW , de IOAZ, de Wet Participatiebudget en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Indien een belanghebbende niet voldoet aan het gestelde in artikel 5, kan het DB een maatregel opleggen conform hetgeen hierover is bepaald in de van toepassing zijnde Afstemmingsverordening WWB of Afstemmingsverordening IOAW/IOAZ.
Het DB kan aan belanghebbende een premie verstrekken op grond van artikel 10a lid 6 van de wet. De maximum hoogte van de premie per twaalf maanden is gelijk aan de maximale kostenvergoeding vrijwilligerswerkt, bedoeld in artikel 31 lid 2k van de wet, voor zover dit naar het oordeel van het DB bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling.
Artikel 11 Vergoedingen in relatie tot participatie
Het DB kan een reiskostenvergoeding aan een belanghebbende verstrekken indien de belanghebbende, als gevolg van het gebruik maken van een voorziening, er financieel op achteruit dreigt te gaan en er geen alternatieven voorhanden zijn. De hoogte van de vergoeding bedraagt maximaal het goedkoopste tarief openbaar vervoer. De reiskosten worden alleen vergoed als de enkele reisafstand woon - werk minimaal 15 kilometer bedraagt.
In afwijking van het gestelde in lid 3 kan het DB – ongeacht de reisafstand – in uitzonderlijke gevallen de reiskosten ook vergoeden. De hoogte van de vergoeding bedraagt ook in deze situatie maximaal het goedkoopste tarief openbaar vervoer. Onder uitzonderlijke gevallen worden verstaan fysieke en of mentale omstandigheden waardoor belanghebbende niet in staat is minder dan 15 kilometer met eigen vervoer te reizen en er geen alternatieven voorhanden zijn.
Artikel 14 Overgangsbepalingen
Een inburgeringsplichtige aan wie al dan niet een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is toegekend door het college van de gemeente Nieuwegein bij of krachtens de Verordening Participatievoorzieningen 2012 vastgesteld bij raadsbesluit 29 februari 2012 (2011-418), behoudt de verplichting en de al dan niet toegekende voorziening conform de verleende beschikking, met dien verstande dat de artikelen 13 tot en met 25 en 27 van de Verordening Participatievoorzieningen 2012 van toepassing blin.jve