Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Verordening Verrekening Bestuurlijk Boete bij recidive 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Verrekening Bestuurlijk Boete bij recidive 2013
CiteertitelVerordening Verrekening bestuurlijke boete 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet Werk en Bijstand, art. 8, eerste lid onder i
  2. wet Aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-201301-01-2017nieuwe regeling

02-07-2013

Rhenense Betuwse Courant 23-10-2013

verord 693

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Verrekening Bestuurlijk Boetebij recidive 2013

De raad van de gemeente Rhenen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 mei 2013;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel i, van de Wet Werk en Bijstand en

de wet ‘Aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving’

besluit:

vast te stellen de Verordening Verrekening Bestuurlijk Boetebij recidive 2013

Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.wet:

Wet Werk en Bijstand;

b.IOAW:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

c.IOAZ:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

d.de raad:

de raad van de gemeente Veenendaal;

e.het college:

het college van burgemeester en wethouders;

f.Uitkeringsgerechtigde:

personen met een uitkering ingevolge de wet, de IOAW of de IOAZ;

g.Beslagvrije voet:

beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

h.Verrekenen:

verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Wet Werk en Bijstand.

Artikel 2. Verrekenen bestuurlijke boete bij recidive

  • 1.

    Het college verrekent de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 2.

    De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.

Artikel 3. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet

  • 1.

    Aansluitend op verrekening als bedoeld in artikel 2, verrekent het college het restant van de recidiveboete in de daarop volgende maanden met inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 2.

    Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de Wet Werk en Bijstand.

Artikel 4. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes

De artikelen 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Wet Werk en Bijstand, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.

Slotbepalingen

Artikel 5. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6. Beslissing college waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin de verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2013.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Verrekening bestuurlijke boete 2013

 

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 2 juli 2013

De raadsgriffier,

de voorzitter,

J.H. van Beem

drs. J.H.A. van Oostrum