Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening Afvalstoffenheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-12-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 11-11-2013 De Stad Wageningen, 27 november 2013 | 12.00215854, team FC |
De raad van de gemeente Wageningen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders aan de raad van 1 oktober 2013;
gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer en artikel 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
Besluit de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014 vast te stellen.
HOOFDSTUK II – Afvalstoffenheffing
Artikel 2 – Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
Artikel 4 – Maatstaf van heffing en belastingtarieven
indien dat perceel beschikt over meer dan één minicontainer voor restafval en /of meer dan één minicontainer voor groente-, fruit- en tuinafval (gft-afval), ongeacht door hoeveel personen het perceel wordt gebruikt, bedraagt de belasting per perceel per belastingjaar: € 260,35, verhoogd met € 169,76 voor de tweede en volgende minicontainer voor restafval en € 56,55 voor de tweede en volgende minicontainer voor gft-afval.
In afwijking in zoverre van het eerste lid, onder a, b en c, is het tarief, indien het belastingtijdvak een gedeelte van een kalenderjaar of gedeelten van kalenderjaren omvat, gelijk aan de som van zoveel 365e en in geval van een schrikkeljaar 366e delen van het voor het desbetreffende kalenderjaar geldende tarief als daarvan dagen behoren tot het belastingtijdvak.
De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de eindafrekening, inclusief specificatie, van Vitens. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de eindafrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt de voorschotnota van Vitens aangemerkt of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 8 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Het tijdstip van ingebruikneming c.q. beëindiging van het gebruik, bedoeld in het tweede en derde lid van dit artikel, wordt bepaald aan de hand van de meldingsdatum door belastingplichtige aan Vitens dan wel bij gebreke hiervan, de datum van inschrijving in de Gemeentelijke Basis Administratie persoonsgegevens.
Artikel 9 – Wijzigingen in de loop van het belastingtijdvak
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar wijzigt en het perceel door meer dan één persoon wordt gebruikt, bedraagt de belasting zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde vaste bedrag, zoals genoemd in artikel 4, lid 1, sub a, als er in dat belastingtijdvak, na wijziging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar wijzigt en het perceel door één persoon wordt gebruikt, bedraagt, op aanvraag van de gebruiker, de belasting zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde vaste bedrag, zoals genoemd in artikel 4, lid 1, sub b, als er in dat belastingtijdvak, na wijziging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 – Termijnen en wijze van betaling
Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet worden voldaan tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de eindafrekening van Vitens moet worden voldaan, met dien verstande, dat de termijn van betaling ten minste vijf dagen na de dagtekening van de (voorschot)nota beloopt.
HOOFDSTUK III – Reinigingsrechten
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 13 – Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het recht bedraagt voor het – in het kader van de gewone huisvuilophaaldienst – periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid per bedrijfspand per belastingjaar € 260,35, indien beschikt wordt over één set minicontainers, waarbij het geheven recht wordt verhoogd met € 169,73 voor de tweede en volgende minicontainer voor restafval en € 56,55 voor de tweede en volgende minicontainer voor gft-afval.
Artikel 16 – Wijze van heffing
De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de eindafrekening, inclusief specificatie, van Vitens. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de eindafrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt de voorschotnota van Vitens aangemerkt of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 18 – Termijnen en wijze van betaling
Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet worden voldaan tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de eindafrekening van Vitens moet worden voldaan, met dien verstande, dat de termijn van betaling ten minste vijf dagen na de dagtekening van de (voorschot)nota beloopt.
HOOFDSTUK V – Aanvullende bepalingen
Artikel 19 – Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.