Overheidsorganisatie | Gemeente Roermond |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van de rioolheffing |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014
Gemeentewet, art. 228a
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2015 | 17-05-2017 | intrekking | 18-12-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 79967 | 2014/077/1 | |
07-01-2015 | 17-05-2017 | intrekking | 18-12-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 79967 | 2014/077/1 | |
04-01-2014 | 07-01-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2013 Dagblad De Limburger, 27-12-2013 | 2013/083/1 |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013,
raadsvoorstelnummer 2013/083/1;
gelet op het bepaalde in artikel 228a van de Gemeentewet,
besluit :
vast te stellen de “verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing”
(verordening rioolheffing 2014)
Deze verordening verstaat onder:
perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;
gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling,
verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom,
in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater;
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
1. De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.
2. Ingeval het perceel een onroerende zaak is wordt, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.
Het tarief bedraagt per perceel per jaar: | € 162,48 |
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.
De belasting wordt niet geheven voor onroerende zaken, waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geldt dat, indien er minder dan 10 volle maanden na de dagtekening van de aanslag in een belastingjaar resteren de betaling via automatische incasso maandelijks plaats vindt in de resterende volle maanden van dat jaar, met een minimum van 4 maanden.
4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijn.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
De "Verordening rioolrecht 2013" van 8 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de
bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rioolheffing 2014".
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2013.
De griffier, J.Vervuurt | De voorzitter, mr. P.A.G. Cammaert |