Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Toeslagenverordening WIJ

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmerliede en Spaarnwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingToeslagenverordening WIJ
CiteertitelToeslagenverordening WIJ
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsociale zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2012intrekking

31-01-2012

Maak kennis met Haarlemmerliede en Spaarnwoude, 8-2-2012

BOB 12/005
09-07-201001-01-2012nieuwe regeling

29-06-2010

Witte Weekblad 6 juli 2010 en Haarlems Weekblad 7 juli 2010

BOB10/012

Tekst van de regeling

Intitulé

Toeslagenverordening WIJ

De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010

gelezen het advies van de commissie MBZ van 10 juni 2010;

Besluit:

De Verordening werkleeraanbod WIJ, de Maatregelenverordening WIJ, de Verordening

handhaving WWB/WIJ, de Toeslagenverordening WIJ en de Verordening cliëntenparticipatie

WWB/WIJ vast te stellen en de Verordening Handhaving WWB (2004) en de Verordening

Cliëntenparticipatie WWB (2008) per 1 januari 2010 in te trekken.

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet investeren in jongeren;

  • b.

    gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 28, eerste lid onderdeel d, van de wet;

  • c.

    inkomensvoorzieningsnorm: de op grond van de artikelen 26 tot en met 29 op de jongere van

    toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van de artikelen 30 tot en

    met 35 door het college vastgestelde verhoging of verlaging.

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, als bedoelt in artikel 3, zesde lid, Wet werk en bijstand;

  • e.

    woonkosten:

1°. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;

2°. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

  • f.

    kamerbewoner: degene die op commerciële basis een kamer huurt en bewoont.

  • g.

    WWB: Wet werk en bijstand

Artikel 2. Doelgroep

De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien de gehuwden beiden 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar zijn.

HOOFDSTUK 2. Criteria voor het toekennen van de wegens het kunnen delen van de kosten.

Artikel 3. Toeslagen

  • 1.

    De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de jongere in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

  • 2.

    De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 15 procent van de gehuwdennorm voor de jongere die kamerbewoner is.

  • 3.

    De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de jongere die met een ander zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

  • 4.

    De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 5 procent van de gehuwdennorm voor de jongere die met één of beide ouders in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.

HOOFDSTUK 3. Criteria voor het verlagen van de gehuwdennorm

Artikel 4. Verlaging gehuwden

De verlaging bedoeld in artikel 31 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die met één of meer anderen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.

HOOFDSTUK 4. Criteria voor het verlagen op grond van de woonsituatie.

Artikel 5. Verlaging woonsituatie

De verlaging bedoeld in artikel 32 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor de jongere geen woonkosten verbonden zijn.

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 6. Anti-cumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 3 tot en met 5 geschiedt zodanig, dat de minimale inkomenvoorzieningsnorm ten minste bedraagt:

  • a.

    50% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande;

  • b.

    70% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder en

  • c.

    80% van de gehuwdennorm voor een gezin.

Artikel 7. Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8. Overgangsbepaling

  • 1.

    Jongeren die op grond van het overgangsrecht (artikel 86 wet WIJ) ook na 1 januari 2010 recht op een uitkering op grond van de WWB hadden, behouden de toeslag, zoals deze gold in de WWB, tot uiterlijk 6 maanden na het eindigen van het overgangsrecht.

  • 2.

    Jongeren die vanaf 1 oktober 2009 een recht op een uitkering op grond van de wet hadden

behouden de toeslag, zoals deze is toegekend, tot uiterlijk 12 maanden na het inwerkingtreden van deze verordening.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010 in werking

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Toeslagenverordening WIJ”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 juni 2010

De griffier, De voorzitter