Organisatie | Noordwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op heffing en invorderdering van parkeerbelasting Noordwijk 2014 |
Citeertitel | Verordening op heffing en invordering van parkeerbelasting Noordwijk 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Parkeerbelasting verordening 2014, getekende versie raad 19.12.2013.pdf 4 Bijlage bij Tarieventabel behorende bij de Verordening Parkeerbelasting 2014.pdf 3 Tarieventabel; bijlage bij Parkeerbelastingverordening 2014.pdf 5 Toelichting op wijzigingen in parkeerverordening en parkeerbelastingverordening.pdf parkeerbelasting verordening 2014.pdf Parkeerbelasting tarieventabel 2014, getekende versie raad 19.12.2013.pdf |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 19-12-2013 | nieuwe regeling | 19-12-2013 Witte Weekblad, 25 december 2013 | Onbekend. |
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting Noordwijk 2014
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Wanbetaler: een kentekenhouder die vijf of meer naheffingsaanslagen tegelijkertijd geregistreerd heeft staan op zijn of haar voertuig, waarvoor nog geen betalingen zijn gedaan bij het parkeerservicebureau of zijn bijgeschreven op de rekening die hiertoe wordt aangehouden door of namens de Invorderingsambtenaar
Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:
een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college
te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd daaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart met dien verstande dat de houder van een geldige
gehandicaptenparkeerkaart maximaal 3 uur aaneengesloten zonder vergunning of zonder
het voldoen van parkeerbelasting mag parkeren op een parkeerapparatuurplaats.Het gebruik van de parkeerschijf is hierbij verplicht. De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de
gehandicaptenparkeerkaart - samen met de correct ingestelde parkeerschijf - met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst.
De belasting als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven op parkeerplaatsen waar een parkeerschijfzone van kracht is, aangegeven met bord E10, gedurende de periode die is aangegeven op de onderborden. Buiten de aangegeven reguleringstijden geldt de belasting als bedoeld in artikel 2 wel.
De in het eerste lid bedoelde vrijstelling geldt niet bij parkeren in parkeergarages of achter slagbomen.
De belasting als bedoeld in artikel 2b wordt niet geheven ter zake van een vergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, sub f van de Parkeerverordening, indien en voor zover die vergunning is verleend aan een medewerker in dienst van de gemeente Noordwijk ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden in de uitoefening van zijn/haar functie.
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 8 Termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
Artikel 9 Ontheffingen van parkeerbelasting
Ontheffing van parkeerbelasting wordt uitsluitend op aanvraag verleend.
Indien een vergunning op verzoek van de vergunninghouder wordt ingetrokken of vervalt, wordt op aanvraag ontheffing verleend over de nog niet ingetreden maanden, waarop de vergunning betrekking heeft. Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de vergunninghouder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de vergunning geldt geen gebruik kan maken van de vergunning, wordt ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle maanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest. Ontheffing van parkeerbelasting wordt niet verleend indien het bedrag daarvan minder zou bedragen dan € 10,-.
Artikel 10 Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
Artikel 11 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
Tot zekerheid van de betaling van naheffingsaanslagen ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a,
De regelingen met betrekking tot de wielklem- en wegsleepregeling en de bijbehorende kosten zoals vastgesteld in artikel 12 van deze verordening zijn van toepassing na het aanbrengen van een wielklem, in die zin dat de wielklem alleen verwijderd wordt respectievelijk de houder zijn motorvoertuig alleen kan terugkrijgen bij het bewaarterrein, als hij alle met betrekking tot het motorvoertuig opgelegde en openstaande naheffingsaanslagen parkeerbelasting plus de bijbehorende kosten zoals bedoeld in artikel 12 van deze verordening, plus de eventuele kosten van (dwang)invordering met betrekking tot de niet betaalde naheffingsaanslagen, heeft betaald.
Artikel 14 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen
De Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 - II van 29 mei 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Parkeerbelasting verordening 2014, getekende versie raad 19.12.2013.pdf
4 Bijlage bij Tarieventabel behorende bij de Verordening Parkeerbelasting 2014.pdf
3 Tarieventabel; bijlage bij Parkeerbelastingverordening 2014.pdf
5 Toelichting op wijzigingen in parkeerverordening en parkeerbelastingverordening.pdf
parkeerbelasting verordening 2014.pdf
Parkeerbelasting tarieventabel 2014, getekende versie raad 19.12.2013.pdf