Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lopik

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Lopik 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLopik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie gemeente Lopik 2014
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie gemeente Lopik 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerprekenkamer, rekenkamercommissie, commissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2014Nieuwe regeling

17-12-2013

Het Kontakt

Raadsbesluit 17 december 2013, nr. 12

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE LOPIK 2014

 

 

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede aan de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan.

  • b.

    doelmatigheid of efficiëntie: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • c.

    doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken.

  • d.

    lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 3 door de raad is aangewezen.

Artikel 2 - Taak van de commissie

  • 1.

    Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2.

    De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 3 - Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1.

    De rekenkamercommissie bestaat uit drie leden die door de raad worden benoemd voor een periode van vier jaar. Deze leden kunnen door de raad één keer worden herbenoemd voor een gelijke periode.

  • 2.

    De leden leggen, voordat zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad, in de handen van de voorzitter van de raad, de eed (verklaring en belofte) af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”

  • 3.

    De raad benoemt één van de leden van de rekenkamercommissie tot voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met de secretaris van de commissie.

  • 4.

    De griffier is secretaris van de rekenkamercommissie.

Artikel 4 - Besluitvorming in de rekenkamercommissie

  • 1.

    In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2.

    Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij twee leden van de rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig zijn.

  • 3.

    Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 5 - Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 2.

    De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn om hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 - Verboden handelingen

  • 1.

    Het is de leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de rekenkamercommissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod van zijn functie ontslaan.

  • 2.

    De leden van de rekenkamercommissie overleggen aan de raad een lijst van nevenfuncties die zij vervullen.

Artikel 7 - Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1.

    De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De onderwerpen van onderzoek worden jaarlijks voor 1 november als onderzoeksprogramma ter kennisneming voorgelegd aan de raad.

Artikel 8 - Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1.

    De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle medewerkers de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van haar onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de ambtelijk secretaris. De leden van het gemeentebestuur en de medewerkers van de gemeente zijn verplicht om de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid als lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5.

    De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6.

    De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7.

    Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 6 formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 8.

    De rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek en de nota aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 9.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen.

Artikel 9 - Budget

De raad stelt jaarlijks bij de begroting een bedrag beschikbaar.

Artikel 10 - Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Lopik 2014”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Lopik zoals vastgesteld bij besluit van 29 augustus 2006.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 17 december 2013.

de griffier,

MW. MR. G.M.G. DOLDERS

de voorzitter,

mw. mr. R.G. Westerlaken-Loos