Organisatie | Pekela |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatstatuut Pekela en Veendam juni 2011 (inclusief volmacht en machtiging) |
Citeertitel | Mandaatstatuut Pekela en Veendam juni 2011 (inclusief volmacht en machtiging) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Mandaatbesluit |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2015 | Bijlage 1 (Vervangingsschema) | 30-01-2015 Onbekend | Onbekend | ||
10-10-2013 | 01-02-2015 | Onbekend | 05-09-2013 | Onbekend |
Mandaatstatuut Pekela en Veendam juni 2011 (inclusief volmacht en machtiging)
De colleges van burgemeester en wethouders van Pekela en Veendam, onderscheidenlijk de burgemeesters van Pekela en Veendam, ieder voor zover het haar of zijn bevoegdheden betreft;
overwegende dat het uit een oogpunt van het bewerkstelligen van een kwalitatief goede en doelmatige uitvoering van de wettelijke verplichtingen van de gemeenten gewenst is taken en bevoegdheden te mandateren;
gelet op onder andere de Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam, artikel 160 en 171 van de gemeentewet, artikel 3:60 van het Burgerlijk Wetboek en de afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
taken en bevoegdheden krachtens mandaat, volmacht en machtiging te verlenen, overeenkomstig de in dit besluit vastgestelde voorschriften en beperkingen en volgens de bij dit besluit gevoegde mandaat-, volmacht- en machtigingslijsten, verder te noemen ‘mandaatlijsten’;
Artikel 3 Algemeen mandaat aan de algemeen directeur
De Algemeen Directeur mandateert de aan hem verleende bevoegdheden door naar de afdelingshoofden respectievelijk de Adjunct Directeur.
De Adjunct Directeur en de afdelingshoofden zijn bevoegd de aan hen gemandateerde bevoegdheden door te mandateren:
Artikel 6. Afstemming overige regelgeving
De gemandateerde dient zich ervan te hebben vergewist dat het in mandaat te nemen besluit overeenstemt met hetgeen daarover is geregeld in andere van toepassing zijnde (wettelijke) regelingen van rijk, provincie en de gemeente Pekela of Veendam.
Artikel 7. Budgettaire beperking
Voor de gemandateerde bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt dat hiervoor een toereikend bedrag in de begroting moet zijn opgenomen. De gemandateerde dient zich bij zijn handelen tevens te houden aan het bepaalde in de Budgethoudersregeling.
Waar in de mandaatlijsten de uitvoering van bepaalde regelingen wordt opgedragen, wordt deze opgedragen in de ruimste zin des woords voor zover niet in strijd met enig wettelijke of gemeentelijke bepaling of expliciete aanwijzing in de mandaatlijst. Onder uitvoering van een regeling wordt daarom mede verstaan:
Artikel 12. Nadere instructies
De mandaatgever heeft in alle gevallen de bevoegdheid om over het mandaat nadere instructies te geven.
Artikel 13. Vervallen van mandaat
De bevoegdheid tot het uitoefenen van mandaat vervalt door een daartoe strekkend besluit van de mandaatgever.
Artikel 14. Volmacht bij privaatrechtelijke rechtshandelingen
Met betrekking tot het geven van een volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn de regels inzake dit mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15. Machtiging - feitelijk handelen
Met betrekking tot het geven van een machtiging voor het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijk rechtshandeling zijn, zijn de regels inzake dit mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16. Redactie en ondertekening
In de desbetreffende ondertekening dient de mandaatverhouding als volgt tot uiting te worden gebracht:
Namens ‘het betreffende bestuursorgaan’van Pekela of Veendam,
Het Mandaatstatuut zelf als ook de bijbehorende mandaatlijsten worden elk jaar opnieuw beoordeeld op actualiteit, functionaliteit en efficiëntie en waar nodig aangepast. Deze jaarlijkse aanpassing zal overeenkomst het voorgaande artikel worden bekendgemaakt.
Artikel 21. Overgangsbepaling mandaatlijsten
De in de mandaatlijsten, behorende bij het Mandaatbesluit 2005 van de gemeente Pekela en het Mandaat- en volmachtstatuut 2010 van de gemeente Veendam, verleende mandaten zijn per 1 februari 2011 vervallen met uitzondering van de daarin aan externen verleende mandaten en de mandaten voor de griffie, welke tot nader te bepalen datum blijven bestaan.
Bijlage 1 bij Mandaatstatuut Pekela – Veendam juni 2011
Vervangingsschema Eenheidsmanagers De Kompanjie per 1 februari 2015
Bijlage 2 bij Mandaatstatuut Pekela – Veendam juni 2011
Negatieve lijst, uitwerking volgens art. 8 lid 5 van het mandaatstatuut.
De colleges en de burgemeesters willen in alle gevallen beslissingen over de volgende onderwerpen aan zich houden:
Ad.1 “Het toekennen en vaststellen van subsidies aan budgetgefinancierde instellingen” kan komen te vervallen.
Budgetfinanciering aan instellingen, waarbij meerjarige verbintenissen tussen de gemeente en een uitvoerende instelling over de besteding van subsidiegelden, komen niet meer voor. Het toekennen en vaststellen van subsidies aan dergelijke instellingen vindt nu per jaar plaats en is geen budgetfinanciering meer.
Omdat de toekenning en vaststelling van deze subsidiegelden aan dergelijke instellingen beperkt is tot een zeer klein aantal instellingen, is mandaat in dit soort situaties sowieso ook al niet toegestaan op grond van het bepaalde in artikel 8-3 (= geringe aantal besluiten.)
Ad.2 Als er een informatieonderzoek op basis van de wet Bibob gevraagd wordt is er sprake van een vraag aan de gemeente die dusdanig risicovol is dat het college deze bevoegdheid niet aan een uitvoerend ambtenaar wil mandateren.
Ad.3. Een informatievraag op basis van de Wet Openbaarheid Bestuur houdt in de meeste gevallen in dat er naar politiek gevoelige informatie wordt gevraagd, waarbij het college zelf de vinger aan de pols wil houden. Routine aanvragen die duidelijk om een andere reden, b.v. procedure / leges voordelen, een WOB stempel meegekregen hebben, kunnen rustig in mandaat worden afgedaan. Daar is deze regel niet voor bedoeld, ze ontberen de politieke gevoeligheid.
Ad.4. Aan Europese-, rijks- en provinciale subsidies hangen meestal uitgebreide uitvoerings- en verantwoordingsvoorschriften, waar bij het niet correct uitvoeren grote financiële risico’s worden gelopen. Door deze besluiten zelf te nemen wordt het college altijd tijdig geïnformeerd bij het ontstaan van het risico.
Ad.5 . Afwijken van Europese normen is nooit toegestaan, zodra de openbaarheid in het geding is moet het college altijd in staat worden gesteld om bij afwijking van de regels zelf de afwegingen te maken. ** Dit punt zal aangepast moeten worden op basis van het nog nieuw vast te stellen beleid i.v.m. nieuwe wetgeving.
Ad.6. De grenzen van de bevoegdheden van de treasurer zijn vastgelegd in het door raad/college vastgestelde treasurystatuut,, kasgeld grenzen vallen onder provinciaal toezicht. Door het invoeren van deze regel voor het herfinancieren van kort geld leningen wordt het college altijd tijdig geïnformeerd bij de wat grotere financiële acties.
Ad.7. Hier wordt de openbaarheid geraakt, afwijken van de zienswijzen van burgers en bedrijven kan nodig zijn maar is daardoor vrijwel altijd politiek gevoelig. Routinematig ingediende, bijna ambtshalve ingediende zienswijzen kunnen in mandaat worden afgedaan.
Ad.8. Deze documenten zijn noodzakelijkerwijs college besluiten, bij b.v. toewijzing van projectmandaten ex art 2 van het mandaatstatuut en bij de actieve grondpolitiek mag het om redenen van rechtmatigheid niet anders.
Ad.9. Beslissen op aanvragen subsidies die betrekking hebben op vrij besteedbare budgetten wil het college zelf kunnen beoordelen om zicht te houden op het (totale) bedrag dat daaraan wordt uitgegeven. Het gaat meestal om kleine bedragen aan verenigingen e.d.