Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening winkeltijden Winterswijk 2014 |
Citeertitel | Winkeltijdenverordening Winterswijk 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2023 | artikel 3 | 22-12-2022 | 2022, nr. XIIb-08 | ||
10-07-2019 | 18-01-2023 | Wijz. artikel 4 | 27-06-2019 | 179564 | |
03-02-2018 | 10-07-2019 | Wijziging art. 2 en 3 | 21-12-2017 | 145225 | |
17-01-2015 | 03-02-2018 | art. 4 | 27-11-2014 | 003944 | |
01-01-2014 | 17-01-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2013 | 2013, nr. XII-10 |
De raad van de gemeente Winterswijk;
de Winkeltijdenwet per 1 juli 2013 is gewijzigd;
de vrijstellingsmogelijkheden voor de winkelopenstelling buiten de in de wet voorgeschreven winkeltijden aanzienlijk zijn verruimd;
de maatschappelijke behoefte onder winkeliers en het winkelende publiek aan een verruiming van de winkelopenstelling op vooral zon- en feestdagen steeds groter is geworden;
het voor de economische ontwikkeling van de gemeente van belang is dat de gemeente een beperkte regierol behoudt;
gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 december 2013, nr. XII-10;
met inachtneming van het door de raad aangenomen amendement van WB en CDA;
Artikel 2 Vrijstelling feestdagen
De in artikel 2, eerste lid onder b. van de wet vervatte verboden gelden niet voor de winkelopenstelling in de gehele gemeente op tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag,van 10.00 tot 20.00 uur.
Artikel 3 Vrijstelling bepaalde branches
Het in artikel 2, eerste lid, onder a. van de wet vervatte verbod geldt niet voor de winkelopenstelling op zondag, van 10.00 tot 20.00 uur, van:
Het in artikel 2, eerste lid, onder a. van de wet vervatte verbod geldt niet voor de winkelopenstelling op zondag, van 08.00 tot 20.00 uur, van bakkerswinkels, tenzij sprake is van Nieuwjaarsdag of Eerste Kerstdag, of van 4 mei tussen 19.00 tot 20.00 uur wanneer ook deze dag op een zondag valt.
Het in artikel 2, eerste lid, onder a. van de wet vervatte verbod geldt niet voor de winkelopenstelling van winkels in vrijetijds- en recreatie-artikelen (zoals tenten, caravans, campers en campingartikelen) op zondag in de periode van 1 maart tot 1 september, van 10.00 tot 20.00 uur.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling van het in artikel 2, eerste lid onder a. van de wet vervatte verbod voor de winkelopenstelling op zondag, van 10.00 tot 20.00 uur, verlenen voor andere winkelbranches als genoemd in het eerste lid.
Artikel 6 Ontheffing zon- feestdagen ingeval van bijzondere omstandigheden
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling dan wel op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van de in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, verlenen ten behoeve van:
Artikel 7 Vrijstelling speciale winkels
De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van:
winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.
Artikel 8 Winkelopenstelling anders dan voor verkoop
De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van:
Artikel 9 Straatverkoop van dranken en eetwaren
De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.
Artikel 10 Verkoop bloemen en planten bij begraafplaatsen
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.
Artikel 11 Verkoop bij culturele en sportevenementen
De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard of sportevenementen plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.
De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.
De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet voor winkels, welke zijn gevestigd op een als zodanig in hetbestemmingsplan voor het buitengebied aangewezen recreatieterrein, uitsluitend voor zover het betreft de verkoop van goederen aan op het betreffende terrein verbljvende recreanten, van 08.00 tot 22.00 uur.
Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, ten behoeve van in de gemeente plaatsvindende toeristische activiteiten of evenementen met dien verstande dat de aantrekkingskracht van die activiteiten of evenementen geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de ontheffing mogelijk worden gemaakt.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.