Organisatie | Reimerswaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening scheepvaartrechten 2014 |
Citeertitel | Verordening scheepvaartrechten 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening scheepvaartrechten 2014 |
Geen.
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 26-11-2013 | 13.015221 |
Artikel 1 Aard van de heffingen, belastbare feiten
Overeenkomstig de volgende bepalingen van deze verordening worden in deze gemeente de navolgende scheepvaartrechten geheven ter zake van:
a. het gebruik met een vaartuig overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die in beheer en onderhoud zijn bij de gemeente;
b. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan onder:
1. Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen van 2 juli 1959 (Stb. 301);
2. Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
3. Vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;
4. Schip: alle vaartuigen, hoe dan ook genaamd en van welke aard dan ook, met uitzondering van vissersschepen, pleziervaartuigen, het ponton van het Productschap Vis en het baggerschip waarvoor een vaste ligplaats is toegewezen;
5. Vissersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee;
6. Pleziervaartuigen: een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;
7. Passagiersschip: een vaartuig, dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
8. Sportvissersvaartuig: een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het vervoer van personen ter beoefening van de vissport;
9. Tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;
10. Termijn: een in de tarieventabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaatsvindt:
een dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uur beginnende op 0.00 uur;
een maand: een periode van 30 dagen;
een kwartaal: een kalenderkwartaal;
een nacht: een periode van zonsondergang tot zonsopgang
11. Havens en kaden: de havens en kaden in Yerseke, welke in eigendom aan de gemeente toebehoren, c.q. bij de gemeente in beheer zijn.
12. Vissershaven: betreft de Koningin Julianahaven alsmede het voor vissersschepen, sportvissers en passagiersschepen aangewezen gedeelte van de Prinses Beatrixhaven, alsmede het aangewezen gedeelte achter het golfschot in de Prinses Beatrixhaven.
13. Jachthaven: betreft de Prins Willem-Alexanderhaven alsmede het voor pleziervaartuigen aangewezen gedeelte van de Prinses Beatrixhaven.
Belastingplichtig voor de heffing van het haven- en liggeld en de betaling van elektriciteitskosten is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd, of degene die als vertegenwoordiger van één van deze optreedt.
Grondslagen voor de berekening van scheepvaartrechten zijn:
a. de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters;
b. de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in strekkende meters;
c. de oppervlakte van de ponton van het Productschap Vis, vastgesteld op 1.600 vierkante meter;
d. het wateroppervlak van een ligplaats, uitgegeven aan de op de kaden gevestigde bedrijven voor bedrijfsdoeleinden, uitgedrukt in vierkante meters;
De rechten als genoemd in artikel 1 worden geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6.
Voor de toepassing van de tarieven:
a. wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte;
b. wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles;
c. wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend;
d. wordt een gedeelte van een nacht, dag, maand of kwartaal voor een gehele gerekend;
e. binnen een kalenderjaar kunnen maximaal zes maandtarieven in rekening gebracht worden;
f. wordt voor het verbruik van elektriciteit geen recht geheven over de eerste 360 kWh op jaarbasis.
De rechten als genoemd in artikel 1 worden, voor zover er sprake is van een maand-, kwartaal- of jaarabonnement zoals is aangegeven in de bij deze verordening behorende tarieventabel, geheven door middel van aanslag of andere gedagtekende schriftelijke kennisgevingen.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
In afwijking van het bepaalde onder lid 1, wordt het haven- of liggeld bij wijze van abonnement geacht te zijn ingegaan op de eerste dag van het tijdvak waarop het abonnement betrekking heeft, dit met uitzondering voor het haven- en liggeld voor een jaarabonnement. Dit is geacht te zijn ingegaan per de datum van toewijzing.
Artikel 9 Termijnen van betaling
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkstellende beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Indien haven- of liggeld bij wijze van abonnement wordt geheven, vindt geen verrekening plaats van tijdens de abonnementsperiode reeds op andere wijze geheven haven- of liggeld.
De in de tarieventabel als genoemd in artikel 5 opgenomen bedragen zijn inclusief de af te dragen omzetbelasting.
Artikel 13 Restitutie en overschrijving
Van het haven- of liggeld dat wordt betaald naar een termijn van een jaar wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de be¬lastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel twaalfden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken kalendermaanden van de lopende termijn betaalde haven- of liggeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde haven- of liggeld over die kalendermaanden voor het vervangende vaartuig.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van havengelden.
Het verlenen van kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) vindt ten aanzien van de rechten als genoemd in artikel 1 van deze verordening geen toepassing.